17.1.2.2 Opeenvolgend of los van elkaar?
Een voornaamwoordelijk bijwoord kan direct voor de bijbehorende adpositie staan,
of door een of meer andere woorden ervan gescheiden zijn. Zo vinden we in (1a)
en (2a) voornaamwoordelijk bijwoord en adpositie samen op de eerste zinsplaats, dus voor de eerste pool, namelijk ervoor en
daarop. In (1b) en (2b) daarentegen staat
alleen het voornaamwoordelijk bijwoord op de eerste zinsplaats, namelijk
er en
daar,
met de adpositie verderop in de zin, helemaal rechts in het middenstuk, direct voor de tweede pool. De polen van de relevante (bijzinnen)
worden hieronder gemarkeerd met verticale lijnen; in (1) is de tweede pool
leeg.
In (3) en (4) staan het voornaamwoordelijk bijwoord en de adpositie in het
middenstuk, dus tussen de twee polen in. In de a-zinnen staan ze daar direct
naast elkaar: ergens
vandaan in (3a) en hiervoor in
(4a). In de b-zinnen worden voornaamwoordelijk bijwoord en adpositie van elkaar
gescheiden: in (3b) gaat ergens vooraf aan het direct object
(lijdend voorwerp) 1,5 miljoen
euro en volgt de adpositie daarop; in (4b) staat
het adjectief (het bijvoeglijk naamwoord) geschikt tussen voornaamwoordelijk
bijwoord en adpositie in.
Niet alle combinaties van voornaamwoordelijke bijwoorden en adposities laten al
deze volgordemogelijkheden zien. De onbepaalde voornaamwoordelijke bijwoorden
overal, ergens en nergens,
bijvoorbeeld, kunnen niet samen met hun adpositie op de eerste zinsplaats staan.
Andere combinaties zijn juist altijd 'samen', als ononderbroken geheel, zoals het
rangschikkende daarnaast of het redenvragende
waarom:
Nationale en stilistische verschillen en andere beïnvloedende
factoren
Verdieping
Nationale en stilistische verschillen en andere beïnvloedende
factoren
Waar voornaamwoordelijk bijwoord en adpositie staan in de zin, hangt af van
allerlei factoren, zoals de principes van de woordvolgorde, nieuwswaarde,
contrastiviteit, geografische verschillen, functie van de constituent en type
voornaamwoordelijk bijwoord. Volgens ANS2 (paragraaf
8.7.4) is het zo dat het voornaamwoordelijk bijwoord en de adpositie
relatief vaker los van elkaar voorkomen in het gesproken dan in het geschreven
taalgebruik, en ook relatief vaker in het Nederlands-Nederlands dan in het
Belgisch-Nederlands. Naar de precieze aard en omvang van die stilistische en
nationale variatie moet nog nader onderzoek gebeuren.
Verder lezen
In onderstaande subparagrafen gaan we verder in op voornaamwoordelijke
bijwoorden op de eerste zinsplaats en in het middenstuk:
Literatuur
- (Van der Horst 1992)
- (Honselaar 1994)
- (Rutten 2010)
- (Haeseryn 1989)
- (Van Canegem-Ardijns and Van Belle 2004)
- (Smessaert et al. 2014)
- (Van Canegem-Ardijns 2006)
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Maaike Beliën | januari 2021 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 17,../../data/archief/ans2/e-ans/17/body.html; |