12.4.2.2.7.8 Het achtervoegsel -sel
Met behulp van het onbeklemtoonde achtervoegsel, of suffix, -sel
səl worden van
werkwoorden substantieven afgeleid die een voorwerp aanduiden dat gebruikt wordt
bij of het resultaat is van de door het basiswoord genoemde handeling. Om die
reden zijn de basiswerkwoorden doorgaans overgankelijk.
1(het) deksel, kleursel, leidsel, voedsel, vulsel, zuursel, aftreksel, borduursel, brouwsel, garneersel, mengsel, misbaksel, uitwerpsel(en).
Een aantal afleidingen kunnen ook als stofnaam gebruikt worden (bijv.
stijfsel,
verguldsel).
Van een niet-overgankelijk werkwoord als
uitvloeien
(een ergatief werkwoord) is
uitvloeisel
afgeleid. Afleidingen op -sel kunnen ook gebruikt worden als
persoonsnamen
(schepsel,
misbaksel)
en als abstracta
(verzinsel).
Naast
afsnijden
staat
afsnijsel
(met in de spelling wegval van
d uit
de stam).
Afleidingen op -sel zijn steeds het-woorden, zelfs als ze personen aanduiden zoals in (het) schepsel.
Literatuur
Taeldeman (1990).
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |