18.5.4.24.i Staan
Verder lezen
In de uitdrukkingen te wachten staan, te gebeuren staan, te doen staan en te bezien staan komt staan voor met een infinitief met
te. De betekenis van dat staat me te wachten
is 'dat heb ik in het vooruitzicht', van dat staat te gebeuren'dat gebeurt binnenkort', van dat staat me te doen'dat moet ik doen', van dat staat nog te bezien'dat is nog niet zeker'. Gezien de aard van deze
uitdrukkingen kan er weinig gezegd worden over het geïmpliceerd onderwerp
van de infinitieven. Het verplicht groepsvormend karakter van de
uitdrukkingen moge blijken uit:
De infinitief vertoont een voorkeur voor plaatsing vóór het groepsvormend werkwoord: 2 en 3b zijn niet
onmogelijk, maar 4b en 5b zijn twijfelachtig (zie ook [18.5.7.4/ii]):
2Ik denk dat hem nog heel wat
onaangenaamheden staan te
wachten.
Voorzover deze uitdrukkingen in voltooide tijden voorkomen, wordt geen
vervangende infinitief, maar een voltooid deelwoord gebruikt:
6Als hij gebleven was, zouden
hem nog heel wat onaangenaamheden te wachten gestaan
hebben.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |