7.1.3.1 Gesubstantiveerde hoofdtelwoorden met
-en
In sommige combinaties krijgt het hoofdtelwoord de uitgang -en:
- voorzetsel + hoofdtelwoord + -en: in tweeën breken, geen van drieën
- persoonlijk voornaamwoord + hoofdtelwoord + -en: wij tweeën, jullie vieren
- met + onbeklemtoond bezittelijk voornaamwoord + hoofdtelwoord + -en: met z’n tweeën, met z'n tienen
Verder lezen
Voorzetsel + hoofdtelwoord + -en
Gesubstantiveerde hoofdtelwoorden met de uitgang -en
komen voor na voorzetsels, zoals in de volgende
voorbeelden:
1Het vliegtuig brak
in
tweeën toen het een noodlanding
moest maken.
2Geen
van
drieën haalde de kwartfinales van
het veertigjarige evenement in Ahoy.
3Het is
van
tweeën een: of de grote kartels
zijn er gewoon niet, of ze zijn zo professioneel opgezet dat ze niet te
ontdekken zijn.
4Hoogstens bij echt
ingewikkelde maatwisselingen noteerde ik of de dirigent het
in
vieren, in
tweeën of in
enen
deed.
Internet geraadpleegd op 17-2-2022
Het is van tweeën een in 3
is een vaste uitdrukking.
In bepaalde gevallen komt dit zelfstandig gebruik na een voorzetsel ook wel voor
zonder de uitgang -en, zoals in rekenkundige
bewerkingen (5-6), of in een aantal andere constructies (7-8):
5Twaalf gedeeld
door
twee is
zes.
6Vermenigvuldigd
met tien
komt
het cijfer dicht bij de 527.000.
7De kinderen staan
twee aan
twee in de
rij.
8Normaal was het
acht tegen
acht, maar als wij meededen was
het bij wijze van spreken tien tegen
zes .
Vooral in België komt bij werkwoorden als
breken,
knippen en
snijden naast
in tweeën, zoals in 1, ook in twee voor:
9De klap moet enorm
geweest zijn, want de wagen brak in
twee.
vooral in BN: ST?
Deze constructie komt af en toe voor in standaardtalige
contexten, vooral in het Belgisch-Nederlands. Het is echter op
basis van de beschikbare gebruiksdata niet duidelijk of de
constructie tot de standaardtaal behoort.
Een geval apart vormen tijdsaanduidingen op basis van de klok. Als men de tijd
bij benadering geeft, gebeurt dit met -en (10-11), bij precieze tijdsaanduidingen zonder (12-13):
10Woensdag iets
voor de klok van
vijven weten we wie zich de
eerste virtuele wereldkampioen wielrennen mag
noemen.
11Boven de deuren hangt een
grote klok, waarvan de wijzers onveranderlijk op even
voor
drieën
wijzen.
12Om kwart
over
acht heeft hij er al ruim vijftig
genoteerd, zodat de opkomst op dit stembureau inmiddels op tien procent
zit.
13Het debat begint om
tien voor
tien.
Kloktijdgrammatica
Verdieping
Kloktijdgrammatica
Levelt (2006) bespreekt de ‘regels’ van de Nederlandse
‘kloktijdgrammatica’. In tegenstelling tot andere talen, bijvoorbeeld
het Engels, worden bij het kloklezen in het Nederlands twee
referentietijden gebruikt: het hele uur en het halve uur. We zeggen
bijvoorbeeld vijf uur als de
grote wijzer op 12 staat en de kleine precies op 5. Daarna spreken we
van één over vijf,
twee over vijf, …,
kwart over vijf,
zestien over vijf…
Volgens Levelt gaat dit door tot negentien over
vijf en verandert bij
twintig minuten over
het uur de referentietijd naar het halve uur, dus bijvoorbeeld
tien voor half
zes.
Bij deze zogenaamde ‘halfuurreferentie’ wordt het uur dat nog moet komen
genoemd, dus 5 + 1 = 6 > half 6. De halfuurreferentie gaat door tot
tien over half zes,
waarna er gewisseld wordt naar het volgende volle uur (nl.
zes uur), waarbij
het aantal minuten vóór het uur genoemd wordt, dus
negentien voor zes,
…, kwart voor zes, …,
vijf voor zes,
etc.
Soms kan ook het woord
minuten worden
toegevoegd aan de formulering (vijf minuten
voor zes). Deze tijdsaanduiding wordt
‘relatief’ genoemd, aangezien er steeds vertrokken wordt vanuit de twee
referentietijden. Daarnaast bestaat ook nog de ‘absolute’
tijdsaanduiding: zo kan kwart voor
zes ook gelezen worden als
vijf uur
vijfenveertig. Het absolute aantal minuten
wordt in dat geval doorgeteld tot het volgende hele uur. Deze absolute
tijdsaanduiding wordt door Levelt als formeler beschouwd.
Ook onbepaalde hoofdtelwoorden kunnen na een voorzetsel de uitgang -en krijgen, zoals in de voorbeelden 14-16. Een verschil met de bepaalde hoofdtelwoorden is dat
deze constructie alleen mogelijk is als naar personen verwezen wordt.
14Maar hun nakomelingen
zijn met
velen en hun cultuur is
springlevend in de bergen van Guatemala.
15Nu is dat
slechts aan
weinigen voorbehouden, want we
hebben het hier wel over
varkensvlees.
16Het werk wordt
gedaan door
enkelen die niet meedoen aan de
staking, en de directie.
De vorm beiden, zoals in de zin
Aan beiden gaf hij een bloem
wijkt af van bovenstaande gevallen van hoofdtelwoorden met -en na een voorzetsel. De uitgang -n
bij beide duidt hier niet enkel
meervoud aan, maar geeft aan dat er naar
personen verwezen wordt, vgl. Ik reis graag met
de auto maar ook met de trein, in beide voel ik me
comfortabel.
Persoonlijk voornaamwoord + hoofdtelwoord + -en
In combinatie met een persoonlijk voornaamwoord van de 1ste,
2de of 3de persoon meervoud kan een bepaald
hoofdtelwoord ook de uitgang -(e)n krijgen. Het
telwoord is dan een soort nabepaling bij het persoonlijk voornaamwoord en duidt
het aantal (de kardinaliteit) van de groep aan waarnaar het
persoonlijk voornaamwoord verwijst:
17Maar dat is logisch: Papa
en Sofie, dat kunnen alleen wij
tweeën
zijn.
18We zijn een team van
negen. Wij
vijven ontvangen applaus, maar
die vier technici zijn van levensbelang.
19Het voordeel hiervan is
dat jullie
beiden vertrouwen hebben in die
persoon.
20Jullie
drieën zijn daarvoor volledig
verantwoordelijk.
Met deze constructie wordt altijd naar personen verwezen.
Dit in tegenstelling tot constructies met
alle als nabepaling
bij een persoonlijk voornaamwoord: zo verwijst Ik
heb ze allen gisteren gezien naar een
groep personen (bijv. als antwoord op de vraag Waar
zijn de nieuwe leerlingen?), terwijl
Ik heb ze alle gisteren
gezien naar een groep van niet bezielde
objecten kan verwijzen (bijv. als antwoord op de vraag
Waar zijn de nieuwe
boeken?
Wij gedrieën?
Verdieping
Wij gedrieën?
Vooral in België komen in deze constructie ook wel vormen van het
telwoord met ge- voor, maar dit gebruik wordt niet als
standaardtaal beschouwd:
iWij
gedrieën zorgen voor
alles.
vooral in BN: -ST
Deze vorm komt af en toe voor in standaardtalige
contexten, vooral in het Belgisch-Nederlands, maar maakt
geen deel uit van de standaardtaal.
In de standaardtaal zijn dergelijke vormen beperkt tot predicatief
gebruik:
iiPlots stonden
ze weer
gedrieën bijeen, in
de krant eind
oktober.
Met + onbeklemtoond bezittelijk
voornaamwoord + hoofdtelwoord + -en
Deze constructie komt voor in een zin als Wij gaan met z'n
drieën. Het telwoord met uitgang -en wordt hierbij gecombineerd met het voorzetsel
met en een onbeklemtoond
bezittelijk voornaamwoord. Het bezittelijk voornaamwoord in deze constructie (in
dit geval z’n) hoeft qua persoon en
getal niet overeen te komen met het persoonlijk voornaamwoord (in dit geval
wij). Met deze constructie
kan uitsluitend naar personen verwezen worden. Andere voorbeelden zijn:
Zie 7.1.3.2 voor het gebruik van
verkleinwoordvormen van het telwoord in deze constructie, bijv.
met z’n
drietjes.
21De
vergaderzolder is heel klein. Daar kan je niet met
z'n
twintigen
zitten.
22Met
hun
tienen zijn ze, allemaal
vrijwilligsters, moeders met een baan, met diploma's
zelfs.
23Geen nood, volgend jaar
trekken we met ons
beiden naar
Denemarken.
In deze constructie kunnen, in tegenstelling tot de andere constructies, ook
telwoorden voorkomen die grotere getallen aanduiden:
24Ze zijn met
z'n
zestigen helemaal uit Mill Point,
West-Virginia gekomen.
25Met
z'n
honderdvijftigen kunnen
Kamerleden die kwaliteiten niet voortdurend tegelijk
etaleren.
26Dan huren ze een grote
disco af en vieren ze met z'n
duizenden hun eigen
feestje.
Deze constructie kent ook enkele varianten. Zo kan deze, vooral in België, ook
voorkomen zonder bezittelijk voornaamwoord, zoals in 27, maar dit gebruik wordt niet als standaardtaal beschouwd.
Daarnaast komt deze variant ook zonder -en voor,
ook vooral in het Belgisch-Nederlands, zoals in 28. Deze wordt wel geaccepteerd als standaardtaal.
27Met
vijven zijn ze intussen, de
Egyptenaren van SK Lierse.
vooral in BN: -ST
Deze vorm komt geregeld voor in standaardtalige
contexten, vooral in het Belgisch-Nederlands, maar maakt volgens
Taaladvies.net geen deel
uit van de standaardtaal.
28We zijn
met
vijf thuis, dat is altijd
ambiance.
vooral in BN
Deze vorm komt geregeld voor in standaardtalige
contexten, vooral in het Belgisch-Nederlands, en kan als deel van
de standaardtaal worden beschouwd. Ook volgens Taaladvies.net behoort dit
gebruik tot de standaardtaal.
Ook het onbepaalde hoofdtelwoord
hoeveel kan in deze constructie
met de uitgang -en voorkomen, mits er naar mensen
wordt verwezen:
29Met
z'n
hoevelen zijn we morgen ook
alweer?
In tegenstelling tot hoeveel kunnen
vormen als veel,
zoveel maar ook
weinig niet in deze
constructie gebruikt worden (dus met
z’n velen/zovelen/weinigenuitgesloten). Wel mogelijk is een
constructie met alleen het voorzetsel
met, zoals in de voorbeelden
30-31. Ook deze
constructie is enkel mogelijk als er uitsluitend naar personen verwezen
wordt.
30Maar hun nakomelingen
zijn met
velen en hun cultuur is
springlevend in de bergen van Guatemala.
31„Wij zijn
met
weinigen, maar we zijn als
guerrillastrijders”, zegt hij over zijn team.
Ook van deze constructie bestaat een variant zonder -en:
32Ze zijn aanwezig, maar
ze zijn met
weinig.
33En ze zijn
met
veel: de website trekt
maandelijks vier miljoen unieke bezoekers.
Met ons gedrieën?
Verdieping
Met ons gedrieën?
In België komt ook een variant voor met ge-
(zie ook wij gedrieën
vooral in BN: -ST
Deze vorm komt af en toe voor in standaardtalige
contexten, vooral in het Belgisch-Nederlands, maar maakt
geen deel uit van de standaardtaal.
hierboven), maar die wordt niet tot de standaardtaal
gerekend:
iWe zijn toen
met ons gedrieën gaan eten.
in BN: -ST
Dit gebruik komt af en toe voor in
standaardtalige contexten in het Belgisch-Nederlands, maar
maakt volgens Taaladvies.net
geen deel uit van de standaardtaal.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Kathy Rys | november 2023 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 7,../../data/archief/ans2/e-ans/07/body.html; |
gesubstantiveerd hoofdtelwoordverbogen telwoordtelwoord op -en