Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
26.4.1.2 Het eerste lid wordt verantwoord als uitspraak
Verder lezen
1
Als iemand een mededeling doet, een vraag stelt, een bevel geeft, enz., dan kan hij voor die uitspraak als zodanig een verantwoording geven (dus niet voor de inhoud ervan). Dit komt vooral in gesproken taal voor.
De spreker kan bijvoorbeeld de zinvolheid van zijn uitspraak aanduiden en verklaren waarom hij in een bepaalde situatie iets zegt, vraagt, beveelt enz. In de zinnen volgend op want in de volgende nevenschikkingen wordt een dergelijke verklaring gegeven:
1Feta wordt van geitemelk gemaakt. Want dat wilde je toch weten.
2Waar en wanneer ben je geboren? Want ik moet dit formulier invullen.
3Betaal de rekening nou maar, want de dienster wordt ongeduldig.
In deze zinnen kan het onderschikkend voegwoord omdat het nevenschikkende want niet vervangen. Dat kan echter wel als de communicatieve functie van de uitspraak (mededeling, vraag, bevel, enz.) geëxpliciteerd wordt, bijv.:
4Ik zeg dat feta van geitemelk gemaakt wordt, omdat je dat wilde weten.
5Ik vraag je waar en wanneer je geboren bent, omdat ik dit formulier in moet vullen.
6Ik dring erop aan dat je de rekening betaalt, omdat de dienster ongeduldig wordt.
In deze uitspraken, die telkens één samengestelde zin vormen, is de omdat -zin een bijwoordelijke bepaling van reden bij het gezegde van de rompzin ( zeg , vraag , dring... aan ) en wordt dus de zinsinhoud verantwoord (zie [26.4.1.3]).
Opmerking
Verdieping
Opmerking
In de want -zinnen van 1, 2 en 3 is omdat niet geheel ondenkbaar (maar daarom nog niet grammaticaal). Nemen we als voorbeeld de volgende gesprekssequentie, vergelijkbaar met 2:
iA: Waar en wanneer ben je geboren? B: Hè?! (of alleen een vragende blik) A: Omdat ik dit formulier moet invullen.uitgesloten
a interpreteert de reactie van b als: 'waarom vraag je dat?' en antwoordt daarop met een onvolledige zin die bestaat uit een redengevende bepaling. ('Uitgesloten' betekent uiteraard niet 'komt nooit voor'.)
Als we in voorbeeldzin 3 (hier herhaald als ii) want door omdat zonder pauze vervangen, verandert de betekenis:
iiBetaal de rekening nou maar omdat de dienster ongeduldig wordt (en niet om een andere reden).
Hier geeft de omdat -zin de reden van het betalen aan, en niet de verantwoording van het bevel of verzoek om te betalen. In de praktijk is dit verschil echter niet van veel belang.
In want -nevenschikkingen (1, 2 en 3) wordt de uitspraak dus als zodanig gemotiveerd, zoals in bepaalde nevenschikkingen met of de relevantie ervan betwijfeld wordt (zie(26.2.1.3.1)). Vergelijk:
7Wie heeft Napoleon verslagen bij Waterloo, want dat heb je al geleerd.
8Wie heeft Napoleon verslagen bij Waterloo, of heb je dat nog niet geleerd?
De want-zin kan ook aansluiten bij een dergelijke twijfelvraag met of. De spreker verklaart (want-zin) dan zijn twijfel (of-zin) met betrekking tot de relevantie van een bepaalde uitspraak. Voorbeeld:
9Wie heeft Napoleon verslagen bij Waterloo, of heb je dat nog niet geleerd? Want ik kan me voorstellen dat jullie leraar niet erg opschiet met zo'n stelletje zwakbegaafden.
Een spreker kan ook verklaren waarom hij zich juist tot de hoorder richt en niet tot iemand anders. Voorbeelden:
10Zorg voor je zusje, want jij bent de oudste.
11Zijn ze thuis? Want jij kent ze zo goed.
Explicitering van de communicatieve functie van de uitspraak levert dan de volgende omschrijvingen op met omdat:
12Ik beveel jóu voor je zusje te zorgen, omdat jij de oudste bent.
13Ik vraag jóu of ze thuis zijn, omdat jij ze zo goed kent.
2
Een andere soort verantwoording betreft de redelijkheid van een uitspraak. Men kan een uitspraak verantwoorden door erop te wijzen dat ze rationeel verantwoord is. Voorbeelden:
14Wordt feta van geitemelk gemaakt? Want er zijn hier zo weinig koeien.
15Ursula is niet thuis, want er brandt geen licht.
16Schilder maar madonna's, want abstract is hier niet in trek.
Om de betekenisrelatie te verduidelijken kunnen we deze zinnen bijv. als volgt omschrijven:
17Ik kan redelijkerwijs vragen of feta van geitemelk gemaakt wordt omdat hier zo weinig koeien zijn.
18Ursula is niet thuis; dat kan ik redelijkerwijs zeggen aangezien er geen licht brandt.
19Ik kan je redelijkerwijs aanraden madonna's te schilderen, aangezien abstract hier niet in trek is.
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997
    Interessante links