26.4.1.2 Het eerste lid wordt verantwoord als uitspraak
Verder lezen
1
Als iemand een mededeling doet, een vraag stelt, een bevel geeft, enz., dan
kan hij voor die uitspraak als zodanig een verantwoording geven (dus niet
voor de inhoud ervan). Dit komt vooral in gesproken taal voor.
De spreker kan bijvoorbeeld de zinvolheid van zijn uitspraak aanduiden en
verklaren waarom hij in een bepaalde situatie iets zegt, vraagt, beveelt
enz. In de zinnen volgend op want in de volgende
nevenschikkingen wordt een dergelijke verklaring gegeven:
1Feta wordt van geitemelk gemaakt.
Want dat wilde je toch weten.
2Waar en wanneer ben je geboren?
Want ik moet dit formulier invullen.
3Betaal de rekening nou maar, want
de dienster wordt ongeduldig.
In deze zinnen kan het onderschikkend voegwoord omdat het
nevenschikkende want niet vervangen. Dat kan echter wel als de
communicatieve functie van de uitspraak (mededeling, vraag, bevel, enz.)
geëxpliciteerd wordt, bijv.:
4Ik zeg dat feta van geitemelk
gemaakt wordt, omdat je dat wilde weten.
5Ik vraag je waar en wanneer je
geboren bent, omdat ik dit formulier in moet vullen.
6Ik dring erop aan dat je de
rekening betaalt, omdat de dienster ongeduldig wordt.
In deze uitspraken, die telkens één samengestelde zin vormen, is de
omdat
-zin een bijwoordelijke bepaling van reden bij het gezegde van de rompzin (
zeg
,
vraag
,
dring... aan
) en wordt dus de zinsinhoud verantwoord (zie [26.4.1.3]).
In
want
-nevenschikkingen (1, 2 en 3) wordt de uitspraak dus als zodanig gemotiveerd, zoals in bepaalde nevenschikkingen
met
of
de relevantie ervan betwijfeld wordt (zie(26.2.1.3.1)).
Vergelijk:
Opmerking
Verdieping
Opmerking
In de
want
-zinnen van 1, 2 en 3 is
omdat
niet geheel ondenkbaar (maar daarom nog niet grammaticaal). Nemen we als
voorbeeld de volgende gesprekssequentie, vergelijkbaar met 2:
iA: Waar en wanneer ben
je geboren? B: Hè?! (of alleen een vragende blik) A: Omdat ik dit
formulier moet invullen.uitgesloten
a interpreteert de reactie van b als: 'waarom
vraag je dat?' en antwoordt daarop met een onvolledige zin die bestaat uit een redengevende
bepaling. ('Uitgesloten' betekent uiteraard niet 'komt nooit voor'.)
Als we in voorbeeldzin 3 (hier herhaald
als ii)
want
door
omdat
zonder pauze vervangen, verandert de betekenis:
iiBetaal de rekening nou maar
omdat de dienster ongeduldig wordt (en niet om een andere
reden).
Hier geeft de
omdat
-zin de reden van het betalen aan, en niet de verantwoording van het bevel of
verzoek om te betalen. In de praktijk is dit verschil echter niet van veel belang.
7Wie heeft Napoleon verslagen bij
Waterloo, want dat heb je al geleerd.
8Wie heeft Napoleon verslagen bij
Waterloo, of heb je dat nog niet geleerd?
De want-zin kan ook aansluiten bij een dergelijke twijfelvraag
met of. De spreker verklaart (want-zin) dan zijn
twijfel (of-zin) met betrekking tot de relevantie van een
bepaalde uitspraak. Voorbeeld:
9Wie heeft Napoleon verslagen bij
Waterloo, of heb je dat nog niet geleerd? Want ik kan me voorstellen dat
jullie leraar niet erg opschiet met zo'n stelletje
zwakbegaafden.
Een spreker kan ook verklaren waarom hij zich juist tot de hoorder richt en
niet tot iemand anders. Voorbeelden:
10Zorg voor je zusje, want jij bent
de oudste.
11Zijn ze thuis? Want jij kent ze
zo goed.
Explicitering van de communicatieve functie van de uitspraak levert dan de
volgende omschrijvingen op met omdat:
12Ik beveel jóu
voor je zusje te zorgen, omdat jij de oudste bent.
13Ik vraag jóu
of ze thuis zijn, omdat jij ze zo goed kent.
2
Een andere soort verantwoording betreft de redelijkheid van een uitspraak.
Men kan een uitspraak verantwoorden door erop te wijzen dat ze rationeel
verantwoord is. Voorbeelden:
14Wordt feta van geitemelk gemaakt?
Want er zijn hier zo weinig koeien.
15Ursula is niet thuis, want er
brandt geen licht.
16Schilder maar madonna's, want
abstract is hier niet in trek.
Om de betekenisrelatie te verduidelijken kunnen we deze zinnen bijv. als
volgt omschrijven:
17Ik kan redelijkerwijs vragen of
feta van geitemelk gemaakt wordt omdat hier zo weinig koeien
zijn.
18Ursula is niet thuis; dat kan ik
redelijkerwijs zeggen aangezien er geen licht brandt.
19Ik kan je redelijkerwijs aanraden
madonna's te schilderen, aangezien abstract hier niet in trek
is.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |