1.1.3.2.13 De glijklank
w
De w kan worden
gespecificeerd als [+hoog, –laag, +gespannen, +rond, –achter]. De klank wordt
dus gespecificeerd aan de hand van distinctieve kenmerken
die ook van toepassing zijn op klinkers. Samen met de
j
vormt de w
namelijk de klasse van glijklanken of
halfvocalen: bij deze
approximanten is de vernauwing in de mondholte zo zwak
dat de articulatie die van de klinkers benadert.
De w kan
voorkomen in aanzetten van één medeklinker (zie 1a). Verder
kan w ook
verschijnen als het tweede lid van een complexe aanzet (zie 1b), behalve als het
eerste lid van de cluster een
p of
b is.
Als eerste lid van een complexe aanzet kan
w
enkel voorafgaan aan
r, zoals
in de voorbeelden in (1c); in deze woorden wordt
w vaak
uitgesproken als
v (zie
ook 1.2.1.1 De
aanzet van de lettergreep).
Deze distributie lijkt niet op die van de andere glijklank,
j.
Van der Torre (2003) betoogt dat de labiodentale variant,
ʋ,
zich als een vloeiklank gedraagt.
In eenvoudige coda's kan
w
voorkomen na een gespannen voorklinker, zoals in de woorden in (2).
2eeuw , leeuw,
kieuw
Als twee klinkers direct op elkaar volgen, kan in sommige gevallen de
w
worden ingevoegd. Dit gebeurt na achterklinkers,
zoals in Noah
noʋa of
noβ̞a.
Dit voorbeeld laat ook zien dat
w twee
allofonen kent, een noordelijke en een zuidelijke variant, respectievelijk
ʋ en
β̞
.
Verder lezen
Articulatie
De plaats van articulatie van de
w
wordt weergegeven in Figuur 1.
Figuren 2 en 3 zijn MRI-afbeeldingen van respectievelijk
ʋ
aan het begin van een woord, namelijk in
wee, en van de bilabiaal-velaire
w
aan het woordeinde, in ruw.
Regionale en allofonische variatie
De Nederlandse
w wordt
verschillend gearticuleerd naargelang van de context in het woord en de
regionale afkomst van de spreker. In het Nederlands-Nederlands is de courante
variant in de aanzet van woorden de stemhebbende
labiodentale glijklank
ʋ
(zie Figuur 1), terwijl men in het Belgisch-Nederlands, maar ook in de
zuidelijke provincies van Nederland, een stemhebbende bilabiale glijklank
β̞
heeft (in Figuur 1 als
w
voorgesteld) (zie ook 1.1.2.1.5 De uitspraak van de
w)
en in het Surinaams-Nederlands een
bilabiaal-velaire approximant
w
(dezelfde klank als in het Engelse
wait ‘wacht’). Deze
bilabiaal-velaire approximant is ook de normale variant in
coda's.
De w in
coda’s kan dus worden gespecificeerd als [+achter].
In aanzetten (van lettergrepen) die tussen twee klinkers in staan,
kunnen beide varianten (dus
ʋ /
β̞
enerzijds en
w
anderzijds) gebruikt worden.
Mees & Collins (1982).
Akoestische informatie
Tabellen 1 en 2 geven een aantal voorbeeldzinnen met
w in
verschillende fonologische contexten (aan het begin van een woord, tussen twee
klinkers, en aan het woordeinde) voor het Nederlands-Nederlands en Belgisch
Nederlands. De bijhorende spectrogrammen en geluidsbestanden worden telkens
gegeven.
Tabel 1. Geluidsbestanden, golfvormen en spectrogrammen voor /w/ in
verschillende fonologische contexten in het Nederlands-Nederlands.
Woordgroep | Fonologische context | Geluidsbestand | Golfvorm/spectrogram |
er was niet voldoende werk in Marokko | woordinitieel | ||
al eeuwen het middelpunt | intervocalisch | ||
de zestiende eeuw | woordfinaal |
Tabel 2. Geluidsbestanden, golfvormen en spectrogrammen voor /w/ in
verschillende fonologische contexten in het Belgisch-Nederlands.
Woordgroep | Fonologische context | Geluidsbestand | Golfvorm/spectrogram |
terug op het werk dan nog | woordinitieel | ||
twee eeuwen | intervocalisch | ||
een bepaalde eeuw | woordfinaal |
Literatuur
Mees & Collins (1982), Van der Torre (2003), Rietveld & Van Heuven
(2016).
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Kathy Rys | november 2020 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |