20.2.2.5 Andere elementen
Verder lezen
1
Elementen die niet onder een van de hierboven genoemde categorieën vallen,
kunnen slechts bij uitzondering als onderwerp voorkomen. Met name
bijwoordelijke constituenten en voorzetselconstituenten zijn mogelijk als
onderwerp:
-
voorbeelden met een bijwoord zijn:1Gisteren is nu eenmaal voorbij.2Overmorgen is beter dan morgen.
-
voorbeelden met een voorzetselconstituent zijn:3Langs de weg is niet de meest geschikte plaats voor een bijeenkomst als deze.4Het is ver naar Brussel.In het laatste voorbeeld wordt het onderwerp gecombineerd met het voorlopige onderwerp het.
Het gaat hier telkens om constituenten die gemakkelijk vervangbaar zijn
door een naamwoordelijke constituent (of soms een zin) met dezelfde
betekenis, waarvan de constituent in kwestie eventueel deel uitmaakt. Zo is
gisteren in voorbeeld 1
te vervangen door de dag van gisteren en langs de weg in voorbeeld 3 door een plaats langs de weg. In
4 heeft naar Brussel de betekenis om naar Brussel te gaan.
2
Door het voorzetsel van ingeleide groepen zoals in voorbeeld
5a lijken wel op
voorzetselconstituenten, maar zijn als naamwoordelijke constituenten te
beschouwen. De combinatie van dat heeft de waarde van
zulk. In het voorbeeld treedt de door van
ingeleide groep op in combinatie met het presentatieve er.
Vergelijk:
Zie voor de behandeling van dergelijke
groepen
[14.4.3.2], bij categorie [2].
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |