8.2 Bijwoorden en adjectieven
Verder lezen
In de traditionele grammatica worden bij de bijwoorden twee
morfologisch-syntactische subklassen onderscheiden.
In dit hoofdstuk behandelen we in principe alleen de zogenaamde 'echte',
dat wil zeggen
onveranderlijke bijwoorden.
-
De eerste subklasse vormen de als bijwoordelijke bepaling gebruikte adjectieven [6.3.1.5], die in die functie geen andere vormverandering kunnen ondergaan dan de vergrotende (zie 3) en de overtreffende trap en de verkleinwoordvorm (zie 4). Voorbeelden van deze eerste subklasse zijn hard, betrekkelijk, vlugger en zachtjes respectievelijk in:1Hij werkt hard door.2Dat is een betrekkelijk gemakkelijk vraagstuk.3Ze fietste vlugger dan ik.4We slopen zachtjes naar de uitgang.OpmerkingVerdiepingOpmerkingSommige van die woorden kunnen, wanneer ze als interne bijwoordelijke bepaling dienst doen bij een verbogen adjectief, zelf een buigings-e aannemen. Dit komt met name in informele spreektaal voor, bijv.:iWe hebben een hele lange wandeling gemaakt.informeeliiHet was een erge leuke vakantie.informeelZie voor meer voorbeelden(15.3.1.1, sectie 3).
-
De tweede subklasse vormen dan de 'echte' bijwoorden. Deze zijn in alle omstandigheden onveranderbaar en kunnen meestal niet als voorbepaling bij een substantief of een equivalent daarvan voorkomen. Enkele voorbeelden zijn buiten, hier, vlak en uit respectievelijk in:5Hij zit buiten.6Is ze hier?7Vlak bij het huis staat een oude eik.8De school is om vier uur uit.
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Bij een paar bijwoorden komt wel enige vormverandering voor, namelijk
comparatie:
lief - liever - liefst
vaak - vaker - vaakst
Het bijwoord lief ('graag') komt voor in
net zo lief. De daarbij
horende trappen van vergelijking zijn algemeen gebruikelijk en worden ook
bij graag en gaarne gebruikt. Vaker
en vaakst worden ook als trappen van vergelijking bij
dikwijls gebruikt.
Een scherpe grens tussen de beide genoemde subklassen is overigens niet te trekken. Het is met
name soms niet duidelijk of we te maken hebben met adjectieven die ook wel eens als bijwoord
gebruikt kunnen worden, dan wel met bijwoorden die een enkele keer als adjectivische
voorbepaling bij een substantief voorkomen (zie in verband hiermee [12.6]). We
volstaan hier met één ander geval ter illustratie: sommigen kunnen bijwoorden als
uit,
af,
achteraf attributief gebruiken, bijv.
de uite kachel (van: de
kachel is uit), een (on)affe
zin (van: een zin die (on)af
is), een achteraffe
toevoeging (naast: een toevoeging
achteraf).
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |