1.1.3.1.16 De tweeklank
ɔu
De ɔu is een
tweeklank die achteraan in de mond gearticuleerd wordt. Deze klinker komt voor
in woorden als jou
jɔu,
stout
stɔut en
Paulpɔul
. De klank wordt
op twee manieren gespeld, als ou en
au. Deze twee spellingen komen
historisch
gezien voort uit verschillende klanken, maar dit verschil wordt in
geen enkele Nederlandse standaardvariëteit gemaakt. Figuur 1 toont de begin- en
eindpositie van
ɔu (met de
verglijding weergegeven door de pijl) in het klinkerdiagram.
Verder lezen
Articulatie
De ɔu is een
stijgende tweeklank die achteraan in de mond wordt
gearticuleerd en waarbij de tong van half open naar half gesloten beweegt. Bij
de Nederlands-Nederlandse
ɔu
bewegen de lippen van een ongeronde naar een geronde stand (dus
ɑu),
terwijl de Belgisch-Nederlandse
ɔu
vanaf de beginklank met ronding wordt uitgesproken (dus
ɔu).
Zie Collins & Mees (1984: 117); Gussenhoven (2007: 340).
Duur
De ɔu is
fonetisch gezien lang, net als de twee andere echte diftongen
εi en
œy. De
absolute duur hangt onder andere af van factoren als
spreekstijl en spreeksnelheid. Volgens Van der Harst (2011: 323-324) is de
gemiddelde duur van de
ɔu
voorafgaand aan respectievelijk een
s en
een t 215 ms
en 204 ms in het Nederlands-Nederlands, en 225 ms en 212 ms in het Belgisch
Nederlands.
Regionale variatie
In het Belgisch-Nederlands en in de zuidelijke variëteiten van het Nederlands
Nederlands is de verglijding van
ɔu
minder sterk. In het Poldernederlands is de verglijding sterker en wordt de
tweeklank uitgesproken met een opener beginklank (dus
au).
Zie Jacobi (2009).
In het Belgisch-Nederlands wordt de beginklank van
ɔu ook
met lipronding uitgesproken (dus
ɔu),
zodat de gehele diftong gerond is.
Zie Collins & Mees (1984: 117); Gussenhoven (2007: 340).
Akoestische eigenschappen van de tweeklank ɔu
Tabellen 1 en 2 geven een aantal voorbeeldzinnen met
ɔu in
verschillende fonologische contexten voor het Nederlands-Nederlands en Belgisch
Nederlands. Een overzicht van de referentiewaarden voor de eerste en tweede
formant (F1 en F2) van de
ɔu in
het Nederlands-Nederlands en Belgisch-Nederlands wordt gegeven op Taalportaal .
Tabel 1. Geluidsbestanden, golfvormen en spectrogrammen voor
ɔu in
verschillende fonologische contexten in het Nederlands-Nederlands.
Woordgroep | Fonologische context | Geluidsbestand | Golfvorm/spectrogram |
het is mooi geweest met die kou hier | woordfinaal | ||
lapjes rood en blauw hadden plaats gemaakt | woordfinaal | ||
genoeg hout om jaren achtereen te kunnen stoken | vóór obstruent |
Tabel 2. Geluidsbestanden, golfvormen en spectrogrammen voor
ɔu in
verschillende fonologische contexten in het Belgisch-Nederlands.
Woordgroep | Fonologische context | Geluidsbestand | Golfvorm/spectrogram |
zij scheen de kou niet te voelen | woordfinaal | ||
blauw papier | woordfinaal | ||
van pas gesneden hout | vóór obstruent |
Fonologische analyse van de tweeklank ɔu
-
Distinctieve kenmerkenDe distinctieve kenmerken van ɔu kunnen worden gespecificeerd door de distinctieve kenmerken voor de begin- en eindklank van de diftong apart weer te geven, respectievelijk [–hoog, +laag, –gespannen, +rond, +achter] en [+hoog, –laag, +gespannen, +rond, +achter].Voor de Nederlands-Nederlandse variant met ongeronde beginklank zijn de specificaties als volgt: [–hoog, +laag, –gespannen, –rond, +achter] en [+hoog, –laag, +gespannen, +rond, +achter].Deze weergave gaat er wel van uit dat de plaatskenmerken voor de begin- en eindklank van de diftong gelijk zijn, maar dit is voor veel sprekers niet het geval.
-
FonotaxisDe klinker ɔu kan niet voorkomen als er een r in dezelfde lettergreep staat (een tautosyllabische r), omdat r een centraliserend effect heeft op de voorafgaande klinker. Dit effect is in strijd met de sluitende beweging die de tong maakt bij de articulatie van ɔu.Zie Booij 1995: 6-7.Binnen een lettergreep kan ɔu niet gevolgd worden door de glijklank j, wellicht omdat er voor de eindklank van de diftong (de u) een articulatorische beweging achteraan in de mond plaatsvindt, die haaks staat op de beweging vooraan in de mond die nodig is voor de articulatie van de glijklank j.Zie Booij 1995: 7.
Literatuur
Collins & Mees (1984), Gussenhoven (1992), Booij (1995), Adank et al.
(2004), Gussenhoven (2007), Jacobi (2009), Van der Harst (2011).
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Kathy Rys | november 2020 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |