11.3.3 Tussenwerpsels achter de zin
Tussenwerpsels die gecombineerd worden met een andere zin staan
daar vaak voor, maar ook achter een zin kan gemakkelijk een tussenwerpsel staan.
In geschreven taal wordt het tussenwerpsel dan meestal voorafgegaan door een
komma:
Sommige tussenwerpsels worden zelden of nooit los gebruikt en
staan dan achter een andere zin, zoals hoor, niet en nietwaar.
De tussenwerpsels hoor, hè en zeg hebben een zekere versterkende
waarde; ze kunnen behalve op beweringen, ook volgen op aansporingen, bevelen
enz.:
Verder lezen
Tussenwerpsel ten opzichte van de laatste zinsplaats
Het tussenwerpsel kan eventueel voor een zinsdeel op de laatste
zinsplaats staan, zoals in (4), maar het kan ook ná de laatste
zinsplaats gebruikt worden, zoals in (5). De laatste zinsplaats volgt direct op
de tweede pool en kan gevuld worden door een
voorzetselconstituent, zoals in het
prikkeldraad in (4a), of een afhankelijke zin,
zoals als 'k je d’rmee kan
helpen in (4c). De polen zijn in de voorbeelden
gemarkeerd met verticale strepen; in sommige voorbeelden is de tweede pool leeg
(|Ø|).
Tussenwerpsel ten opzichte van de uitloop
Ook ten opzichte van de uitloop kan een tussenwerpsel beide posities innemen: een
tussenwerpsel kan voor de uitloop staan, zoals in (6), maar ook erna, zoals in
(7).
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Ton van der Wouden | mei 2024 |