Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
11.3.3 Tussenwerpsels achter de zin
Tussenwerpsels die gecombineerd worden met een andere zin staan daar vaak voor, maar ook achter een zin kan gemakkelijk een tussenwerpsel staan. In geschreven taal wordt het tussenwerpsel dan meestal voorafgegaan door een komma:
1aEn jij vond dat gewoon? – Dat vond ik gewoon, ja.
CHN
bPrachtig is het hier, ?
CHN
cIk geloof tenminste dat ik het net zelf verzonnen heb. Maar ik ben er niet zeker van, haha.
CHN
dDoe iedereen de groeten, oké?
CHN
eMaak je geen zorgen, joh. in NN Deze vorm komt geregeld voor in (informele) standaardtalige contexten in Nederland.
CHN
fWat lijkt me dat vervelend, zeg.
CHN
Sommige tussenwerpsels worden zelden of nooit los gebruikt en staan dan achter een andere zin, zoals hoor, niet en nietwaar.
2aDat heb ik nooit gezegd, hoor.
bDan moet dat toch vier uur duren, niet?
cNou, 't moest toch een keer gezegd worden, nietwaar?
De tussenwerpsels hoor, en zeg hebben een zekere versterkende waarde; ze kunnen behalve op beweringen, ook volgen op aansporingen, bevelen enz.:
3aEen dwerghamster is ook een echte hamster, hoor!
bEerlijk zijn, !
cJa, kom op, zeg!
Verder lezen
Tussenwerpsel ten opzichte van de laatste zinsplaats
Het tussenwerpsel kan eventueel voor een zinsdeel op de laatste zinsplaats staan, zoals in (4), maar het kan ook ná de laatste zinsplaats gebruikt worden, zoals in (5). De laatste zinsplaats volgt direct op de tweede pool en kan gevuld worden door een voorzetselconstituent, zoals in het prikkeldraad in (4a), of een afhankelijke zin, zoals als 'k je d’rmee kan helpen in (4c). De polen zijn in de voorbeelden gemarkeerd met verticale strepen; in sommige voorbeelden is de tweede pool leeg (|Ø|).
4Tussenwerpsel voor de laatste zinsplaats
aNou, één keer |was| ik |gevallen|, zeg, in het prikkeldraad.
bDat programma |kan| je niet |vergelijken|, hoor, met Koffietijd of zo.
cO, nou, |laat| maar |weten|, joh, als ’k je d’rmee kan helpen. in NN Deze vorm komt geregeld voor in (informele) standaardtalige contexten in Nederland.
dHé, jij |had| al |gehoord|, , dat Iris ook naar Kreta gaat?
5Tussenwerpsel na de laatste zinsplaats
aDat |heb| ik al tien keer |gezegd| tegen ’m, hoor.
bWe |zullen| even |kijken| naar onze klok, nietwaar?
cIk |heb| |gehoord| dat 't niet zo best is met hun uitslagen, .
dTja, kijk, hij is vierenvijftig. Hij |zal| wel |weten| wat ie kan, zeker?
Tussenwerpsel ten opzichte van de uitloop
Ook ten opzichte van de uitloop kan een tussenwerpsel beide posities innemen: een tussenwerpsel kan voor de uitloop staan, zoals in (6), maar ook erna, zoals in (7).
6Tussenwerpsel voor de uitloop
aIk kom ze toch nog altijd wel tegen |Ø,| hoor, de goed ontwikkelde Fransen.
bDat |moet| nog |ontdooien|, , dat brood.
cDaar |is| niks mis mee |Ø|, hoor, met die verschillen.
dJa, dat |kan| wel ’ns |gebeuren|, , dat 't op raakt.
7Tussenwerpsel na de uitloop
aIk heb hem nog nooit gezien, die jongen, hoor.
bDat |heb| jij wel eerder |verteld| hoe mooie film jij dat vond, ja.
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Ton van der Wouden mei 2024
    Interessante links