12.2.1 De doorzichtigheid van bestaande gelede woorden
Gelede woorden waarvan de betekenis voorspelbaar is noemen we doorzichtig.
De betekenis van de samenstelling
bananenschil is gemakkelijk te
achterhalen op basis van de betekenis van de delen
bananen en
schil, maar die van de
samenstelling bananenrepubliek niet.
We herkennen in de stam van het werkwoord
fladderen
(fladder) een suffix -er dat een herhaalde beweging aanduidt, maar welk
type beweging dit woord aanduidt kunnen we niet uit de vorm van dat woord
afleiden, want er is geen basiswoord
flad. Er zijn dus gradaties in
de doorzichtigheid van gelede woorden.
Verder lezen
Semantische doorzichtigheid
De morfologische structuur van bestaande gelede woorden maakt dat de eigenschappen ervan deels
voorspelbaar zijn, en dat zulke woorden dus geheel of gedeeltelijk doorzichtig
kunnen zijn qua betekenis. De betekenis van het adjectief
verkoopbaar, ‘kunnende
verkocht worden’, is helemaal voorspelbaar op grond van de betekenis van het
basiswoord verkopen en de
betekenisbijdrage van het suffix -baar. Van dit
woord zal de taalgebruiker dus hoogstens hoeven te onthouden dat het ‘bestaat’,
dat wil zeggen, deel uitmaakt van de Nederlandse woordenschat. Dat neemt niet
weg dat de betekenis van dit woord wel degelijk opgeslagen kan zijn in het
mentale lexicon van de taalgebruiker, omdat voorspelbare informatie opgeslagen
kan worden in ons geheugen. In het geval van de samenstelling
geldautomaat moet de
taalgebruiker in en door het gebruik leren, opmaken uit de context en de
situatie, en vervolgens onthouden dat dit het conventionele woord is voor de
machine om contant geld op te nemen. Daarnaast is ook de specifieke
betekenisrelatie tussen geld en
automaat (‘automaat waaruit
je contant geld kunt halen’) niet voorspelbaar op grond van de vorm van het
woord (maar wel te achterhalen op grond van onze kennis van de werkelijkheid).
Zo kan de betekenis van deze samenstelling gemakkelijk achterhaald worden. De
woorden verkoopbaar en
geldautomaat noemen we
doorzichtig omdat we hun betekenis geheel of grotendeels kunnen achterhalen op
grond van hun vorm.
Veel gelede woorden zijn slechts gedeeltelijk doorzichtig. Het woord
zenuwachtig ‘last hebbend
van zenuwen, nerveus’ bijvoorbeeld roept terecht de associatie met zenuwen op
via het basiswoord zenuw, maar de
betekeniscomponent ‘last hebbend van’ moet je leren en onthouden. Het werkwoord
ontvrienden heeft specifiek
betrekking op vriendschapsrelaties in sociale media. Woorden kunnen slechts
gedeeltelijk doorzichtig zijn, en er zijn dus graden van doorzichtigheid.
Verlies van doorzichtigheid
Gelede woorden kunnen hun doorzichtigheid verliezen doordat het basiswoord dat eraan ten
grondslag ligt, is verdwenen, of een andere, niet-relevante betekenis heeft.
Deze paragraaf is gebaseerd op Booij & Van Santen (2017: 32-34).
Dat geldt bijvoorbeeld voor de volgende prefixwerkwoorden:
1be-: begeren, beginnen,
berispen, betogen, bevelen, beweren
ge-: gedijen, gedogen,
geloven, genezen, genieten
ont-: ontginnen, ontberen,
ontluiken
ver-: verdwijnen, vergeten,
vernachelen, verrassen, verzuimen
Voor deze werkwoorden geldt dat hun basiswoord niet meer bestaat. Naast
beginnen hebben we
bijvoorbeeld niet meer het werkwoord
ginnen. Een argument om deze
werkwoorden toch als in ieder geval vormelijk geleed te
beschouwen, ligt in de vorm van de bijbehorende voltooid deelwoorden. In het
Nederlands treedt in voltooid deelwoorden het prefix ge- op: gesproeid –
sproeien, gelopen –
lopen, maar als het werkwoord geprefigeerd is,
ontbreekt dit voltooid-deelwoordprefix:
besproeid,
ontlopen. In
ontloken,
begonnen,
gedoogd en
vergeten is het eveneens
afwezig. We kunnen dit verantwoorden door aan te nemen dat in
ontluiken,
beginnen,
gedogen en
vergeten wel sprake is van
een prefix, ook al is er geen correspondentie meer met een ongeleed werkwoord.
Het verschil is goed te zien als men
vergeten vergelijkt met een
woord als verbaliseren, waarin
ver- geen prefix is; hier heeft het voltooid
deelwoord geverbaliseerd wel het
prefix ge-.
Ook bij woorden met een achtervoegsel kan het basiswoord met een relevante betekenis verloren
zijn gegaan, waardoor die woorden alleen nog vormelijk geleed zijn:
2-baar: dierbaar, oorbaar, ruchtbaar
-ig: akelig, deftig, hevig, huidig, stevig, veilig, zalig, zuinig
-ing: beslommering, sponning, vliering
-je: meisje, sprookje
-lijk: billijk, lelijk, moeilijk, olijk, vrolijk
-loos: argeloos, klakkeloos, roekeloos
-zaam: moeizaam, zeldzaam
Ook in deze woorden is de geleedheid niet geheel verloren gegaan. In het geval van woorden die eindigen op -baar, - ig, - lijk, -loos of -zaam kunnen we op basis van het suffix wel voorspellen dat het adjectieven zijn. Woorden eindigend op het suffix -ing en of het verkleinwoordsuffix -je (en diens varianten -tje, -etje, -pje en -kje) zijn altijd substantieven, met een voorspelbaar woordgeslacht: de -ing-woorden zijn de-woorden, en de verkleinwoorden zijn het-woorden. Soms is er toch nog iets van semantische doorzichtigheid. De woorden op -loos zonder basiswoord genoemd in (2) hebben nog wel de betekeniscomponent ‘zonder’ van het suffix -loos, maar wát er afwezig is, kunnen we niet afleiden uit de betekenis van een basiswoord. Ze zijn dus gedeeltelijk doorzichtig.
Een ander voorbeeld van gelede woorden met een gedeeltelijke doorzichtigheid zijn de werkwoorden
met een stam op -el of -er. Deze werkwoorden hebben vaak geen basiswoord. Toch kunnen we
wel een gemeenschappelijke betekenis herkennen in zulke werkwoorden: ze duiden
een herhaalde handeling aan, en vaak tegelijk dat de handeling zwak van aard
is:
Dergelijke woorden zijn dus wel gedeeltelijk doorzichtig.
Zie Booij & Audring (2018).
Het herkennen van de betekenisbijdrage van de suffixen in deze
werkwoorden wordt mede mogelijk gemaakt doordat er ook woorden van dit type zijn
die wél een basiswoord hebben, zoals
rijmelen naast
rijmen, en
klapperen naast
klappen.Ook samenstellingen kunnen gedeeltelijk doorzichtig zijn. Zo duidt de samenstelling
sperzieboon een bepaald type
boon, maar de betekenis van sperzie
(afkomstig van asperge) is niet
toegankelijk. In het woord
onderdaan herkennen we wel de
betekenis van onder (zoals ook
blijkt uit de karakterisering door de cabaretier Jos Brink van koningin Juliana
als bovendaan), maar
daan heeft geen eigen
betekenis.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |