1.1.3.2.12 De laterale vloeiklank
l
De l kan worden
gespecificeerd als [+sonorant, +lateraal]. Samen met de
r
behoort de l
tot de vloeiklanken van het Nederlands. Typerend voor de
l is
dat de lucht gelijkmatig kan ontsnappen (‘vloeien’) langs de zijkanten van de
tong (namelijk lateraal), die naar beneden gebogen
zijn.
De l kan
voorkomen in aanzetten van één medeklinker, of als het
tweede of derde lid van een aanzetcluster (zie de voorbeelden in 1). In clusters
van drie medeklinkers waarvan
l het
derde lid is, kan het tweede lid geen fricatief zijn, clusters als
sxl of
sfl
komen dus niet voor in de aanzet. Verder kan
l ook
niet voorkomen na
t of
d.
1los , klomp, fles,
chloor, split
De klank kan voorkomen als enige element van een coda, of
als het eerste lid van een cluster in de coda (zie 2).
2rol, welp ,
hals
Er bestaan in het Nederlands geen woorden of lettergrepen van de vorm
l-klinker-l
waarbij de klinker gespannen is (dus wel
lel en
lol, maar geen
leel of
lool; zie ook 1.2.1.6
Beperkingen op lettergrepen al geheel)). Bij uitbreiding komen ook
woorden of lettergrepen van het type
kl-klinker-l,
pl-klinker-l
en
bl-klinker-l
niet voor in het Nederlands, zelfs niet met een ongespannen klinker (dus geen
klal,
plel of
blol).
Verder lezen
Articulatie
Bij de articulatie van de laterale vloeiklank
l
maakt het voorste deel van de tong een centraal contact met de bovenste
tandkasrichel (dus alveolaire plaats van articulatie; zie
Figuur 1), terwijl beide zijkanten van de tong laag blijven, zodat de
luchtstroom lateraal kan ontsnappen zonder enige ruis. In coda’s heeft
l
behalve een alveolaire plaats van vernauwing ook nog een secundaire vernauwing
achteraan in de mond. In het Belgisch-Nederlands is die secundaire vernauwing
velair (bij het zachte gehemelte of velum), in het
Nederlands-Nederlands faryngaal (bij de achterwand van de
keelholte of farynx). Deze
l op
het woordeinde wordt ook wel donkere
l
genoemd en wordt voorgesteld als
l̴.
Collins & Mees (1981: 166-167); Verhoeven (2005).
Figuren 2 en 3 zijn MRI-afbeeldingen van respectievelijk
l
aan het begin van een woord, namelijk in
lied, en van de donkere
l in
wiel.
Regionale variatie
In sommige variëteiten van het Nederlands-Nederlands (bijv. in de Randstad) wordt
een gespannen middenklinker die gevolgd wordt door een
l meer
uitgesproken als zijn ongespannen tegenhanger (ofwel laxing);
de e in
veel wordt bijvoorbeeld meer
als ɪ uitgesproken.
Botma et al. (2012).
Bij de uitspraak van de
l op het
woordeinde (de donkere
l) kan de
tongpunt verlaagd zijn en kan er enige lipronding zijn, zodat de uitspraak lijkt
op een geronde achtervocaal
(ɤ)
of approximant
(w). Het
gevolg is bijna-neutralisatie in woordparen als
geel -
geeuw en
Niels -
nieuws. Deze zogenaamde
l-vocalisatie
is kenmerkend voor Randstedelijk Nederlands en lijkt zich verder uit te breiden
in de noordelijk Nederlandse standaardtaal.
Zie Mees & Collins (1982), Van Reenen (1986), Botma & Van der
Torre (2000), Van Reenen & Jongkind (2000), Smakman (2006: 112).
Akoestische informatie
Tabellen 1 en 2 geven een aantal voorbeeldzinnen met
l in
verschillende fonologische contexten (aan het begin van een woord, tussen twee
klinkers, en aan het woordeinde) voor het Nederlands-Nederlands en Belgisch
Nederlands. De bijhorende spectrogrammen en geluidsbestanden worden telkens
gegeven.
Tabel 1. Geluidsbestanden, golfvormen en spectrogrammen voor /l/ in
verschillende fonologische contexten in het Nederlands-Nederlands.
Woordgroep | Fonologische context | Geluidsbestand | Golfvorm/spectrogram |
in de la van de kassa | woordinitieel | ||
zijn oog niet vallen op Josien | intervocalisch | ||
hartstikke vuil | woordfinaal |
Tabel 2. Geluidsbestanden, golfvormen en spectrogrammen voor /l/ in
verschillende fonologische contexten in het Belgisch-Nederlands.
Woordgroep | Fonologische context | Geluidsbestand | Golfvorm/spectrogram |
in mijn la liggen | woordinitieel | ||
dat ze net zo in slaap kon vallen als hij | intervocalisch | ||
nat en vuil | woordfinaal |
Literatuur
Collins & Mees (1981), Mees & Collins (1982), Van Reenen (1986), Botma
& Van der Torre (2000), Van Reenen & Jongkind (2000), Verhoeven (2005),
Smakman (2006), Botma et al. (2012).
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Kathy Rys | november 2020 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |