2.4.8.9.i Primair modale functies
Verder lezen
De functie van het futurum praeteriti (zou(den) + infinitief;
de onvoltooid verleden toekomende tijd (o.v.t.t.)) is vooral van modale
aard. Het futurum praeteriti heeft gezien vanuit het spreekmoment
betrekking op een gebeuren in het verleden dat vanuit het referentiepunt
als toekomstig gezien wordt. Schematisch kan dit als volgt weergegeven
worden
(vergelijk
[2.4.8.2/i]):
r - w...s...
Voorbeelden zijn:
1Op die bijeenkomst
zou ik de minister zelf
spreken.
2Gisteren werd bekend dat Johan
niet zou komen.
Net als het imperfectum
(
[2.4.8.7/ii]) en plusquamperfectum
(
[2.4.8.8/ii]) kan het futurum praeteriti gebruikt worden om
niet-werkelijkheid aan te geven (voorbeeld
3) of om een voorzichtige
omschrijving met behulp van willen of kunnen te
geven (voorbeeld 4 en
5). Voorbeelden:
3Als ik geld zou
hebben, zou ik op reis
gaan.
4Zou je de
deur even dicht willen doen?
5Zoudt u die
brief mee naar de post kunnen
nemen?
Voor een uitvoerige behandeling van de modale gebruikswijze van het futurum
praeteriti zie
men
[28.3.3.2/ii].
Literatuur
Interessante links
ANS
Taaladvies
Dagenta
Taalportaal
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |