1.7.1.4 Prosodische structuur en accentplaatsing
Bij het toekennen van zinsaccenten aan bepaalde woorden in
een zin speelt de prosodische structuur een belangrijke
rol. De prosodische structuur van zinnen wordt gewoonlijk opgedeeld in de
volgende prosodische constituenten of prosodische domeinen:
de spraakuiting (U), de intonationele frase (IP), en de fonologische frase (φ).
Zie paragraaf 1.7 en Nespor & Vogel 1986.
De fonologische frase kan verder worden opgedeeld in prosodische
woorden, die weer bestaan uit voeten en syllaben (lettergrepen) (zie paragraaf
1.2). In (1) is een overzicht gegeven van de prosodische constituenten
die hier van belang zijn.
1Prosodische hiërarchie
Spraakuiting (U)
Intonationele frase (IP)
Fonologische frase (φ)
Prosodisch woord (ω)
Elk domein dat focus draagt, krijgt één zinsaccent (zie paragraaf
1.8.1.1). Binnen dat domein is er één woord, en specifieker één
lettergreep, waarop het zinsaccent gerealiseerd wordt. Het begrip ‘hoofd’ is
hier van belang: een prosodisch domein heeft een prosodisch
hoofd, dat het ankerpunt vormt voor het zinsaccent.
Rietveld & Van Heuven (2016: 288).
Een focusdomein kan bestaan uit slechts één woord (of zelfs uit één
lettergreep, in het geval van vernauwd focus; zie paragraaf 1.7.1.1), of uit meerdere woorden. In het laatste geval
valt het accent op het prosodisch woord dat het hoofd vormt van de fonologische
frase. Binnen een prosodisch woord is het hoofd de syllabe die de
woordklemtoon draagt (paragraaf
1.7). Wanneer een woord een zinsaccent krijgt, valt het accent dus altijd
op de beklemtoonde lettergreep van dat woord. Zo zien we dat in zin (2) binnen
het focusdomein in de kamer het
zinsaccent valt op het inhoudswoord
kamer, en daarbinnen op de
eerste lettergreep, die de klemtoon draagt.
2(Waar is
Jan?)
2Jan is [in de
KAmer]###+focus###.
Wanneer een samenstelling (die per definitie uit meerdere prosodische woorden
bestaat) een zinsaccent krijgt, valt het accent op de beklemtoonde constituent
(zie paragraaf
1.6.4).
Verder lezen
Ritme-gestuurde deletie en toevoeging van accenten
Binnen de fonologische frase worden zinsaccenten verdeeld aan de hand van ritme,
wat ervoor kan zorgen dat accenten soms weggelaten of juist toegevoegd kunnen worden.
Gussenhoven (2005: 120-121).
Dit is met name het geval bij adjectivische samenstellingen. Stel dat
het woord meubelen in zin (3)
gegeven informatie is in een gesprek, en daarom geen zinsaccent krijgt. De
samenstelling tweedehands geeft wel
nieuwe informatie en krijgt wel een zinsaccent. Het accent wordt dan geplaatst
op de tweede constituent hands,
omdat dit het laatste zinsaccent binnen de fonologische frase is.
3[tweedeHANDS meubelen]###φ### kunnen we niet
LEveren.
Wanneer er nog een zinsaccent volgt in dezelfde fonologische frase, bijvoorbeeld
wanneer het woord tafel in zin (4)
nieuwe informatie weergeeft, dan valt het zinsaccent (met de woordklemtoon)
binnen tweedehands op het eerste
deel: tweede (zie ook De klemtoon in
adjectivische samenstellingen).
De vraag of het hier gaat om de verschuiving van de klemtoon naar een
ander deel van de samenstelling, of om de afzwakking van één van de
klemtonen op een woord dat twee klemtonen heeft
(TWEEdeHANDS) is het
onderwerp geweest van een debat, zie Van Heuven 1987, Horne 1990,
Gussenhoven 1991.
4[Een TWEEdehands TAfel]###φ### stond bij het
RAAM.
Accentuering van een onbeklemtoonde lettergreep
In uitzonderlijke gevallen kan het zinsaccent vallen op een onbeklemtoonde
lettergreep van een woord. Dit kan alleen wanneer er sprake is van
vernauwde focus op een lettergreep (paragraaf 1.7.1.1), zoals in het volgende voorbeeld:
Rietveld & Van Heuven (2016: 290)
5(Heb je een konijn of een tonijn gezien?) Ik heb een
[KO]###+focus###nijn gezien.
Omdat alleen de eerste lettergreep van
konijn contrasteert met de
eerste lettergreep van tonijn, is
het focusdomein vernauwd tot deze lettergreep. Het accent wordt dus niet
geplaatst op de tweede lettergreep -
nijn van
konijn (die klemtoon draagt
en dus het prosodisch hoofd van het woord is), maar op de eerste lettergreep,
die contrastieve focus draagt.
Een andere, uitzonderlijke context waarin een lettergreep die normaal
gesproken onbeklemtoond is een accent kan krijgen is in woorden als
eeuWEN, jaREN,
maanDEN en
weKEN. Hier heeft
het accent op de tweede lettergreep een specifieke pragmatische
bedoeling, namelijk om aan te geven dat iets heel lang duurt.
Literatuur
Gussenhoven (2005); Nespor & Vogel (1986); Rietveld & Van Heuven
(2016).
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Nelleke Jansen | november 2020 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |