12.3.4.2.6 Samenkoppelingen met thuis
Met behulp van het woord thuis zijn samenkoppelingen gevormd zoals:
1thuisblijven, thuisbrengen, thuishalen, thuishoren, thuishouden, thuiskomen, thuislaten, thuisvaren, thuisvinden, thuiszitten
Het procedé kan productief gebruikt worden, getuige samenkoppelingen als thuisbankieren, thuisbezorgen, thuistappen en thuiswerken.
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |