1.4.5 Suffix-allomorfie
Een voorbeeld van suffixallomorfie in het Nederlands is die van het
verledentijdssuffix: -de of -te. De allomorf -te treedt op na een
werkwoordstam die uitgaat op een stemloze plof- of wrijfklank
(p,t,k,f,s,x),
en in alle overige gevallen de allomorf -de
(vergelijk hap-te met
tob-de,
bel-de,
olie-de). De sjwa van deze
suffixallomorfen verdwijnt voor een klinker (de regel van Prevocalische
Sjwa-deletie), en is dan
t of
d,
zoals in de verledentijdsvormen in het meervoud
hap-t-en en
tob-d-en. Evenzo is het
suffix van de voltooide deelwoorden van regelmatige werkwoorden -t na een stam eindigend op een stemloze plof- of
wrijfklank, en -d in alle overige gevallen
(vergelijk ge-hapt met
ge-tobd,
ge-beld,
ge-olied).
Het verkleinwoordsuffix kent een vijftal allomorfen, zoals te zien is in de
volgende verkleinwoorden:
1boek-je
bonn-etje
riem-pje
konin-kje
traan-tje
De keuze van een bepaalde allomorf hangt grotendeels af van de fonologische vorm
van het grondwoord. Dit is de regelmaat:
- -je als de stam uitgaat op een plof- of wrijfklank;
- -etje als de stam uitgaat op een beklemtoonde lettergreep met als kern een ongespannen klinker gevolgd door een sonorante medeklinker l, r, m, n, ŋ;
- -pje na een stam uitgaand op m, behalve wanneer deze wordt voorafgegaan door een beklemtoonde ongespannen klinker (dan krijgen we -etje);
- -kje na een stam uitgaand op ŋ, behalve wanneer deze wordt voorafgegaan door een beklemtoonde ongespannen klinker (dan krijgen we -etje);
- -tje in alle overige gevallen.
Daarnaast zijn er ook paren als
brugje-bruggetje,
waarin twee allomorfen mogelijk zijn. In een woordpaar als
bloempje-bloemetje
is er betekenisverschil: een kleine bloem kan als
bloempje worden aangeduid,
maar een bloemetje is een (niet al
te groot) boeket bloemen.
Het suffix -er kent ook een aantal allomorfen. Dit
suffix wordt gebruikt in afgeleide nomina, in geografische adjectieven, en in de
comparatief (vergelijkende trap) van adjectieven:
Tabel 1.
nominaliserend -er | werkwoord als stam: bakk-er, twijfel-aar, bestuur-der |
zelfstandig naamwoord als stam: wetenschapp-er, bochel-aar, schuld-enaar | |
geografische naam als stam: Haarlemm-er, Diemen-aar, Bijlmermeer-der, Heiloo-enaar | |
comparatief van adjectief op -er | grot-er, edel-er; raar-der, zeker-der |
geografisch adjectief op -er | Haren-er; Ass-er, Mechel-er |
Bij de comparatief treedt naast -er alleen de
allomorf -der op, en wel na een stam die eindigt op
een r. Op die
manier wordt de klankreeks
rər
vermeden. Bij het nominaliserend suffix -er is er
een deels andere systematiek. Ook in dit soort woorden wordt
rər
vermeden, maar er is hier een derde allomorf -aar
die wordt gebruikt als de stam uitgaat op een onbeklemtoonde lettergreep, en ook
leidt tot vermijding van
rər.
De allomorf -aar zorgt ervoor dat een woord niet
uitgaat op een reeks van twee onbeklemtoonde lettergrepen. Bij zelfstandige
naamwoorden afgeleid van een zelfstandig naamwoord of een plaatsnaam zien we een
allomorf -enaar, zoals in
schuld-enaar en
Heiloo-enaar. Dank zij de
extra klankreeks
ən achter
de stam wordt de regelmaat dat -aar optreedt na een
onbeklemtoonde lettergreep gehandhaafd. Er zijn ook uitzonderlijke gevallen van
het gebruik van -aar, zoals in
ler-aar, waar de stam niet
eindigt op een onbeklemtoonde lettergreep. De regelmatige vorm
leerder wordt gebruikt voor
de betekenis ‘iemand die iets leert’, zoals in
tweedetaalleerder.
In uitheemse woorden treedt suffixallomorfie op in de vorm van een wisseling
tussen voor- en achterklinkers in uitheemse suffixen met een midden-klinker
e, ø,
ɛ:, voor een volgend uitheems suffix. In
het woord fundamenteel bijvoorbeeld
staat in de laatste lettergreep de voorklinker
e.
Maar in het daarvan afgeleide woord
fundamentalisme staat er in
plaats van een
e een
a in
de stam fundamental-.
Tabel 2.
fundament-eel | fundamen-tal-isme |
direct-eur | direct-or-aat |
religi-eus | religi-os-iteit |
milit-air | milit-ari-sme |
Deze wisseling tussen voor- en achterklinkers doet zich alleen voor in dit soort
uitheemse woorden, en is ontleend aan het Frans, de historische bron van dit
type woorden.
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juli 2020 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |