1.7.2.1 De intonatie van mededelende zinnen
Mededelende zinnen worden in het Nederlands over het algemeen gerealiseerd met
een dalende toonhoogtecontour. Deze zinnen worden gekenmerkt door het gebruik
van een dalend finaal toonhoogteaccent, dat wordt weergegeven als H*L (zie paragraaf 1.7.2).
We gebruiken hier ‘zin’ in de betekenis van intonationele frase (IP).
Zin (1) bevat zo’n dalend finaal toonhoogteaccent en eindigt in een lage
grenstoon (L%).
1Eindelijk kwam het
winterkoninkje weer thuis.
Bron: Taalportaal
Wanneer de mededeling van de spreker minder dringend of nadrukkelijk is, kan de
spreker een half-voltooide finale daling gebruiken, waardoor de zin eindigt in
een middelhoge toonhoogte. In dit geval heeft de zin geen hoge of lage grenstoon
en wordt de finale daling dus getranscribeerd als H*L %.
Bron: Gussenhoven (2005: 128).
Voorbeeldzin (2) bevat twee IPs (waarbij de intonatiestructuur dus
afwijkt van de syntactische structuur, aangezien de IPs samen één syntactische
zin vormen), waarvan de tweede IP eindigt in een half-voltooide daling.
De zwarte stippen op de intonatiecontouren corresponderen met de
toonsegmenten L en H. De witte stip in de eerste IP geeft aan tot hoever
de begintoon doorloopt.
2Maar ’t winterkoninkje,
dat was niet bang.
Bron: Taalportaal
Soms vormt de mededelende zin niet het einde van de spraakuiting. In dat geval
gebruikt de spreker geen lage, maar een vlakke toonhoogte (zonder finale
grenstoon) of een hoge grenstoon (paragraaf 1.8.2.3paragraaf 1.8.2.3).
Verder lezen
Opsommingen
Een speciaal zinstype is de opsomming. Opsommingen worden gewoonlijk gekenmerkt
door een vlakke toonconfiguratie, waarbij de toonhoogte in het finale accent
middelhoog is en de rest van de IP op hetzelfde niveau blijft. Dit kan worden
weergegeven als H* %. Dat wil zeggen dat er geen finale grenstoon is.
Deze toonconfiguratie kan ook signaleren dat de spreker zijn beurt wil
voortzetten (paragraaf 1.8.2.3).
3…lekkere citroenvlinders,
malse mestkevers, pittige regenwormen, ...
De zwarte stippen op de intonatiecontouren corresponderen met de
toonsegmenten L en H. De witte stippen geven aan tot hoever de vorige
toon doorloopt. Bron: Taalportaal
Een andere optie voor een opsomming is de half-voltooide stijging, waarbij het
finale accent een stijgende toonhoogtecontour heeft (L*H) en de toonhoogte op
hetzelfde niveau blijft aan het einde van de IP. Dit wordt getranscribeerd als
L*H %.
Bron: Gussenhoven (2005: 130).
4Ze vlogen naar de eiken,
en de beuken, en de dennenbomen, …
Bron: Taalportaal
Accentloze frasen
Intonationele frasen (IPs) aan het einde van een spraakuiting kunnen accentloos
zijn, wat bijvoorbeeld het geval is bij rapporterende zinnen zoals
zei Jan (zie ook paragraaf
1.8.1.3). Het toonhoogteverloop van een dergelijke accentloze frase
wordt bepaald door de daaraan voorafgaande zin in de spraakuiting. De accentloze
frase herhaalt namelijk de laatste tonen die volgen na de laatste toon met ster
in de voorgaande zin. Er is dus sprake van toonkopiëring. Dit wordt
geïllustreerd in (5), waarbij de rapporterende zin zegt m’n
moeder altijd wordt voorafgegaan door een IP die
eindigt met het finale toonhoogteaccent !H*L en de grenstoon L%. De
rapporterende zin begint met een kopie van de vervolgtoon (L) van het accent
!H*L en eindigt met een kopie van de lage grenstoon (L%).
5Netjes met drie woorden
spreken, zegt m’n moeder altijd
Bron: Gussenhoven (2005: 125).
In (6) is een ander voorbeeld van een accentloze frase gegeven, in dit geval de
bijstelling ’t kleine opdondertje. Ook hier zien we kopiëring van het
toonsegment L uit de het finale toonhoogteaccent (H*L) en de lage finale
grenstoon uit de voorgaande IP.
6…ging-ie nog veel heviger
tekeer, ’t kleine opdondertje.
Bron: Taalportaal
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Nelleke Jansen | november 2020 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |