12.5.2.2.4 Het achtervoegsel -zaam
Het achtervoegsel -zaam komt vooral voor in combinatie met werkwoorden, zoals in:
1buigzaam, duurzaam, leerzaam, mededeelzaam, spaarzaam, volgzaam, waakzaam, werkzaam
Dit procedé is niet productief. De betekenis van de afgeleide adjectieven kan omschreven worden als 'geschikt tot of geneigd tot’. Zo is buigzaam materiaal het type materiaal dat geschikt is om gebogen te worden, dat gemakkelijk buigt', groeizaam weer is weer dat geschikt is om te doen groeien', en iemand die spaarzaam is, heeft een neiging tot sparen.
Er komen ook enkele afleidingen met een adjectief als basiswoord voor, zoals
langzaam en
gemeenzaam, en met
substantieven: deugdzaam,
handzaam,
heilzaam en
vreedzaam. Met het telwoord
een is
eenzaam gevormd.
Het suffix -zaam vormt een zelfstandig prosodisch woord. Daardoor draagt het secundaire
klemtoon, zoals in
wérkzààm, en laat het ellipsis
toe, zoals in de woordgroep deugd- en
volgzaam. In afleidingen van samenkoppelingen zoals
médedelen en meerlettergrepige
werkwoorden met beginklemtoon zoals
árbeiden en
hérbergen valt de
hoofdklemtoon op de laatste lettergreep voor het suffix:
mededéélzaam,
arbéidzààm en
herbérgzààm.
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |