13.1 Inleiding
Verder lezen
Onder een constituent verstaat men
een taalkundige eenheid die een bepaalde syntactische functie vervult
binnen een groter geheel. We verduidelijken deze definitie aan de hand van
een aantal zinnen waarin telkens bij wijze van voorbeeld één constituent
gecursiveerd is.
In 1a heeft het woord
moeder (een taalkundige eenheid, namelijk een substantief) de
functie van onderwerp in de zin (een groter geheel). In
1b is het substantief
moeder uitgebreid met het bezittelijk voornaamwoord
mijn. Deze twee woorden samen vervullen als één geheel
dezelfde zinsdeelfunctie als moeder in
1a. Op overeenkomstige wijze hebben
in 2a en
2b respectievelijk het woord
boeken en de groep woorden fraaie boeken uit de 18de
eeuw eenzelfde functie in de zin, en wel die van lijdend voorwerp.
In 3a en
3b ten slotte vervullen
respectievelijk het adjectief omvangrijk en dat adjectief
samen met het eraan voorafgaande bijwoord zeer de functie van
naamwoordelijk deel van het gezegde. Deze drie voorbeelden laten zien dat
een constituent dus zowel uit één enkel woord als uit meer woorden kan
bestaan.
In de zinnen 1 t/m
3 ging het om constituenten met een
functie als zinsdeel. Echter, ook in de volgende gevallen hebben we met
constituenten te maken:
Omvangrijk fungeert in voorbeeld
4a als nadere bepaling bij
boek. Diezelfde functie wordt in
4b vervuld door de woorden
zeer en omvangrijk samen. Op deze manier gebruikt
vormen respectievelijk omvangrijk en zeer
omvangrijk telkens een constituent binnen het grotere geheel
een (zeer) omvangrijk boek. Dat grotere geheel is zelf ook
een constituent, maar nu op het niveau van de hele zin. Het heeft daarin de
functie van naamwoordelijk deel van het gezegde. Een vergelijkbare situatie
doet zich voor bij de voorbeelden 5a
en 5b, alleen kan er nu nog een
niveau extra onderscheiden worden. Erg in
5a en heel erg in
5b vormen als nadere bepaling bij
zeldzame een constituent binnen het grotere geheel
(heel) erg zeldzame, dat zelf weer als bepaling bij
ets een constituent vormt binnen het geheel een (heel)
erg zeldzame ets van Rembrandt, enzovoort. In de laatstgenoemde
constituent is ook van Rembrandt een constituent, met de
functie van bepaling bij ets, net zoals uit de 18de
eeuw in voorbeeld 2b als
geheel een nadere bepaling bij boeken is.
We zien dus dat constituenten op verschillende niveaus kunnen optreden: op
zinsniveau (als zinsdeel) en op een lager niveau, namelijk als deel van een
andere constituent. In het laatste geval spelen ze slechts indirect een rol
in de zin.
In
[13.4] worden meer voorbeelden gegeven van constituenten op diverse
niveaus.
Uit het voorgaande valt af te leiden dat we een zin zelf, als grootste
geheel dat hier onderscheiden wordt, geen constituent noemen. Een zin kan
echter wel onderdeel van een constituent zijn, bijvoorbeeld als
betrekkelijke bijzin. Zo is de bijzin die gisteren in de bioscoop
zat een onderdeel van de constituent die in voorbeeld
6 als onderwerp dienst doet:
6Die jongen die gisteren in
de bioscoop zat is een studiegenoot van
mij.
Verder dient een constituent afgegrensd te worden van de samenstellende delen van gelede
woorden (bijv. de elementen boek en -je, die samen het substantief
boekje vormen). Die samenstellende delen noemen we
geen constituenten, ook al zou men kunnen stellen dat hier eveneens sprake is van taalkundige
eenheden die een bepaalde grammaticale functie vervullen in een groter geheel (vergelijk onder
meer [12]).
We spreken dus alleen van constituenten als het gaat om eenheden die een
syntactische functie vervullen in een groter
geheel.
Het eenheidskarakter van een constituent komt gewoonlijk tot uitdrukking
door de onmiddellijke opeenvolging van de delen ervan in een zin. Toch
hoeven die delen niet altijd per se vlak bij elkaar te staan. In de
volgende twee zinnen staan delen van een constituent los van elkaar:
Voor dit soort gevallen zie men
respectievelijk
[21.3.5.4]
en
[21.7.3.2/i]. Dat de gecursiveerde elementen in de gegeven
voorbeelden één constituent vormen, blijkt uit de mogelijkheid om ze samen
helemaal vooraan in de zin te plaatsen:
Voor een goed begrip van de notie constituent is het van belang te weten
dat een constituent dus discontinu kan zijn.
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Ook de delen van scheidbare werkwoorden kunnen discontinu zijn. Vergelijk
bijv.:
iKunnen jullie eerst even dit
hoofdstuk afmaken?
(Voor het gebruik van de (a) - of de (b)
-variant in dergelijke gevallen zie
men
[21.6.2.2].) De samenstellende delen van werkwoorden zoals
afmaken noemen we geen constituenten, net zomin als we bij
de delen van andere samengestelde woorden of bij de delen van een woord
als boekje (zie hierboven) van constituenten spreken.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |