23.5.2.4 Uitroepende zinnen van het type Lummel die/dat je bent!
Verder lezen
   Evenals bij het
   in
   [23.5.2.3] behandelde type kunnen we hier van een voorstuk spreken,
   dat gevolgd wordt door een door die of dat
   ingeleide zin. In het voorstuk kunnen alleen naamwoordelijke constituenten
   staan die als aanspreking
   gebruikt kunnen worden. De hele uitroepende zin is dan ook als een met
   (vaker negatief dan positief) affect geladen aanspreking te beschouwen,
   bijv.:
   
1Lummel die/dat je bent! (=
   'Lummel!')
De op het voorstuk volgende zin kan worden ingeleid door die
   of dat.Die kan alleen gebruikt worden als de kern
   van de naamwoordelijke constituent in het voorstuk een de
   -woord is; dat is zowel na het- als na
   de -woorden mogelijk. Is die dus te beschouwen
   als een betrekkelijk voornaamwoord, de grammaticale status van
   dat (betrekkelijk voornaamwoord of voegwoord?) is moeilijker
   te bepalen. Op deze kwestie, die alleen van theoretisch belang is, wordt
   hier niet nader ingegaan. Het onderwerp van de die/dat-zin is
   een persoonlijk voornaamwoord van de eerste of (meestal) van de tweede
   persoon, het (werkwoordelijk deel van het) gezegde is een presensvorm van
   zijn; andere zinsdelen ontbreken.
   In tegenstelling tot het
   in
   [23.5.2.3] vermelde type wordt dit type uitroepende zinnen niet met
   een speciale hoge intonatie uitgesproken.
   Voorbeelden zijn verder:
   
2Pechvogel dat je
    bent!
3Smerige onderkruipers dat jullie
    zijn!
4Lieve
   schat die je bent!
5Helden op sokken die jullie
    zijn!
6Uil
   die ik ben!
Literatuur
Interessante links
ANS
Taaladvies
Dagenta
Taalportaal
Versiegeschiedenis
| versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen | 
| 2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
| 2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | 
 
				 
						
					