Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
6.1.3 Predicatief gebruik van adjectieven
De adjectieven in (1) zijn predicatief gebruikt. In dit geval vormen ze samen met een koppelwerkwoord (zijn, worden en lijken) een naamwoordelijk gezegde.
1Als naamwoordelijk deel van het gezegde
aDe lunch is goedkoop.
CHN
bHaar stem is laag en traag, haar tong dik - ze lijkt dronken.
CHN
cHet wordt donker.
CHN
Deze adjectieven drukken een eigenschap uit van datgene waar het onderwerp naar verwijst: de lunch heeft als eigenschap goedkoop (1a), haar stem als eigenschappen laag en traag (1b), enz.
Predicatief gebruikte adjectieven bij modale werkwoorden
Verdieping
Predicatief gebruikte adjectieven bij modale werkwoorden
Ook bij de modale werkwoorden hoeven, kunnen, moeten en mogen vinden we predicatief gebruikte adjectieven:
Zie Barbiers (1995) en Vanden Wyngaerd (1998, 2001).
iaDie fles hoeft niet leeg.
CHN
bAlles wat elektrisch is, kan kapot.
CHN
cHet rekenonderwijs moet beter.
CHN
dDe regels voor reclame mogen best strenger.
CHN
Het is dan vaak mogelijk om er een infinitief bij te denken, zoals zijn, worden of gaan (zie 18.5.4.4.iv). Alleen adjectieven die een bepaalde grens in hun betekenis hebben, kunnen in deze constructie voorkomen, zoals begrensde kwalificerende adjectieven en adjectieven in de vergrotende trap.
Daarnaast kunnen adjectieven predicatief gebruikt worden in de functie van bepaling van gesteldheid, zoals in de volgende voorbeelden:
We maken hier gebruik van de traditionele (en ruime) opvatting van de bepaling van gesteldheid zoals beschreven in 20.9.1. Een striktere definitie vinden we bijvoorbeeld bij Vandeweghe (2004: 113-116), die de schuingedrukte adjectieven in (2a)-(2b) wel bepalingen van gesteldheid noemt, maar die in (2c)-(2d) niet. Ook Broekhuis (2013: 6-10) maakt zo’n onderscheid. Hij noemt de adjectieven in constructies als (2c)-(2d) ‘complementives’, en die in (2a)-(2b) ‘supplementives’. Daarnaast onderscheidt Broekhuis binnen het predicatieve gebruik van adjectieven nog de ‘appositives’ (bijstellingen), zoals die in (3).
2Als bepaling van gesteldheid
aHet publiek ging teleurgesteld naar huis.
CHN
bOm acht uur verschijnt iedereen weer fit aan het ontbijt.
CHN
cTwee kauwen pikken het plastic kapot.
CHN
dIedereen vindt hem irritant maar ook onweerstaanbaar.
CHN
In voorbeeld (2a) is teleurgesteld een bepaling van gesteldheid bij het subject (het publiek). Je kunt de zin uitdrukken als Het publiek ging naar huis + Het publiek was teleurgesteld. Ook in (2b) is het adjectief fit een bepaling van gesteldheid bij het subject (iedereen). De constructie in (2c) is een voorbeeld van een resultatieve constructie (het resultaat van het pikken is dat het plastic kapot gaat);
Adjectieven in deze constructie zijn van een bepaald betekenistype; zie 6.3.1 en 6.3.1.2 voor verschillende analyses hiervan.
en (2d) is een voorbeeld van een bepaling van gesteldheid 'volgens de handeling' (volgens iedereen is hij irritant en onweerstaanbaar).
Predicatief gebruikte superlatieven: het grootst
Verdieping
Predicatief gebruikte superlatieven: het grootst
Een bijzonderheid van predicatief gebruikte superlatieven is dat die altijd bestaan uit een combinatie van het + overtreffende trap van het adjectief, zoals in (i)-(ii). Dit geldt ook voor adverbiaal gebruikte superlatieven.
iDan is namelijk de kans het grootst dat werklozen in het arbeidsproces kunnen terugkeren.
CHN
iiDe Turken blijken, ondanks het beperkt aantal lessen, op financieel vlak het slimst.
CHN
Ten slotte kunnen adjectieven ook fungeren als predicatieve nabepaling bij een zelfstandig naamwoord, zoals in (3). Dit gebruik lijkt op dat van bijstellingen:
3Als predicatieve nabepaling
aZijn dochter, boos, benaderde het Noordhollands Dagblad.
CHN
bAndrew, aantrekkelijk en zelfverzekerd, was de gangmaker.
CHN
cChristine Lenaerts, geschrokken, besloot toch door te rijden naar de Begijnenstraat.
CHN
Deze adjectieven worden in de schrijftaal voorafgegaan en gevolgd door komma’s en in de gesproken taal door korte onderbrekingen in de intonatie.
Hierin verschillen ze van het archaïsche gebruik van attributieve nabepalingen, zoals in God almachtig, kindeke klein en zaterdag aanstaande.
Sommige adjectieven kunnen alleen maar predicatief gebruikt worden. We bespreken de verschillende typen hieronder, waarvan de vormen op -jes ook bijwoordelijk gebruikt worden.
Verder lezen
Adjectieven + voorzetselvoorwerp
De eerste groep adjectieven die alleen, of vrijwel alleen, predicatief gebruikt worden, zijn adjectieven die verbonden zijn met een koppelwerkwoord en een voorzetselvoorwerp. Voorbeelden zijn:
4afhankelijk van, afkerig van, bang voor/van, bedacht op, bedreven in, beducht voor, begaan met, begerig naar, behept met, bekend met, belust op, benieuwd naar, bereid tot, besloten tot, bestand tegen, bestemd tot, betrokken bij/in, bevriend met, zich bewust van, bezig met, blij met/om, deelachtig aan, dol op, gebeten op, gebrand op, gehecht aan, gek op, gekant tegen, geneigd tot, gereed tot, gesteld op, gewend aan, gewoon aan, happig op, immuun tegen/voor, ingenomen met, klaar met, ontbloot van, opgewassen tegen, prat (gaan) op, schuldig (zijn/zich - maken) aan, strijdig met, tevreden met/over, trots op, tuk op, vatbaar voor, verantwoordelijk voor, verdacht op, verdiept in, verkikkerd op, verlegen om/met, verlekkerd op, versteld (staan) van, verstoken van, verstomd (staan) van, vervreemd van, vervuld van, verwant aan/met, verzot op, vol van/met, vrij van, wars van, zeker van.
De volgende zinnen illustreren het gebruik van deze adjectieven:
5De stof bleek goed bestand tegen hitte, en bovendien chemisch niet reactief te zijn.
CHN
6Tijdens de barensweeën leek de ID.3 vooral gebeten op de liquidatie van zijn missie.
CHN
7Door raffinage- en distributieproblemen blijven veel gebieden langs de zogeheten Gulf Coast de komende dagen verstoken van benzine.
 
Een aantal adjectieven die hierboven zijn opgesomd, kunnen in een andere betekenis wél attributief voorkomen, zoals de begane grond, het begane kwaad, de bevriende schrijvers, verwante zielen.
Ook kunnen sommige van de hier opgesomde adjectieven attributief gebruikt worden als ze voorafgaan worden door een voorzetselconstituent, bijvoorbeeld: Het is een vatbare tekstuitgesloten, maar wel Het is een voor kritiek vatbare tekst. Verder ook nog: een met springstoffen niet bekende leek, een op eenzaamheid gestelde heremiet, een van voedsel verstoken eiland, de bij de ongeregeldheden betrokken hooligans, etc.
Adjectieven + oorzakelijk voorwerp
Een andere, kleinere groep van adjectieven die alleen predicatief gebruikt worden, zijn adjectieven die met een koppelwerkwoord verbonden worden en een oorzakelijk voorwerp vereisen, zoals schuldig, machtig, moe, gewaar, waard en zat (8)-(12), en ook bijster in de constructie het spoor bijster zijn:
8Inclusief een paar glazen bijpassende wijn, een fles water, twee koffie en een enkel nagerecht zijn we Jaimie 146,25 euro schuldig.
CHN
9Voor wie de Portugese taal machtig is, verwijs ik naar de Braziliaanse krant Folha de S. Paulo.
CHN
10Ik ben het moe om steeds weer uit te leggen dat ze geen domme dingen mogen doen.
CHN
11Maar het eindresultaat is de moeite waard.
CHN
12Hij is het zat om in de verhalen van zijn grote broer te figureren.
CHN
Ook hier geldt dat sommige van deze adjectieven in een andere betekenis wél attributief gebruikt kunnen worden. In (13), bijvoorbeeld, wordt zat gebruikt in de betekenis van ‘dronken’.
13Ze krijgen vaak te maken met lastige, zatte klanten.
CHN
14Filips de Goede was een machtig vorst.
CHN
15Die riep het schuldige verleden 'zo trefzeker' op 'dat de lezer het er vaak benauwd van krijgt.'
CHN
Adjectieven op -jes
Adjectieven op -jes worden predicatief en ook bijwoordelijk gebruikt. Het zijn combinaties van adjectieven met het verkleinwoordsuffix -je en het achtervoegsel -s (zie 12.6.1), zoals warmpjes en stilletjes. Deze vormen geven aan het betreffende adjectief een affectieve of ironische betekenis.
In hun predicatieve gebruik fungeren deze adjectieven als naamwoordelijk deel van het gezegde (16) of als bepaling van gesteldheid (17):
16aTwee van de drie vrouwen waren de afgelopen week ziekjes.
CHN
bNiet met ontbloot bovenlijf natuurlijk, want het is nog best frisjes voor de tijd van het jaar.
CHN
cDe eerste helft was heel zwakjes.
CHN
17aCaroline Vangoidsenhoven van de oppositie Open VLD vindt het maar flauwtjes dat ouders dadelijk naar de rechter stappen om aan te klagen dat spelende kinderen te veel lawaai maken. 
Internet  geraadpleegd op 23-08-2023
bIk koop dan een pand, maak het netjes, verkoop het aan een hospita.
CHN
Een netjes resultaat?
Verdieping
Een netjes resultaat?
Adjectieven op -jes worden vrijwel niet attributief gebruikt: de ziekjes(e) vrouwenuitgesloten en een zwakjes(e) helftuitgesloten zijn bijvoorbeeld niet mogelijk. Toch zijn er wel voorbeelden te vinden van attributief gebruik. Dat zijn vooral gevallen met een onbepaald het-woord, waarin geen buigings-e vereist is. In het krantendeel van het Corpus Hedendaags Nederlands  vinden we bijvoorbeeld een netjes resultaat ST? Dit gebruik komt heel af en toe voor in standaardtalige contexten. Het is onduidelijk in hoeverre dit gebruik tot de standaardtaal behoort. , een netjes applaus ST? Dit gebruik komt heel af en toe voor in standaardtalige contexten. Het is onduidelijk in hoeverre dit gebruik tot de standaardtaal behoort. en een netjes bericht ST? Dit gebruik komt heel af en toe voor in standaardtalige contexten. Het is onduidelijk in hoeverre dit gebruik tot de standaardtaal behoort. . En op internet zijn ook wel voorbeelden te vinden als frisjes weer ST? Dit gebruik komt heel af en toe voor in standaardtalige contexten. Het is onduidelijk in hoeverre dit gebruik tot de standaardtaal behoort. of een ziekjes gevoel ST? Dit gebruik komt heel af en toe voor in standaardtalige contexten. Het is onduidelijk in hoeverre dit gebruik tot de standaardtaal behoort. .
Andere adjectieven die alleen predicatief gebruikt worden
Ten slotte zijn er nog een aantal adjectieven die predicatief gebruikt worden, maar die verder moeilijk te classificeren zijn, zoals:
18De bel is stuk.
CHN
19Ik vind het jammer dat ik geen voortuin heb.
CHN
20Het is hier niet pluis.
CHN
21Jullie interpretatie en culturele achtergrond zijn zo anders.
CHN
22Na een dag op de trein ben ik bekaf.
CHN
23Vlak nadat hij vanmorgen opstond, werd hij plotseling onwel.
CHN
Een stukke machine?
Verdieping
Een stukke machine?
In de zin Mijn radio is stuk fungeert het adjectief stuk als naamwoordelijk deel van het gezegde. Het adjectief heeft dezelfde betekenis als kapot. Terwijl je wel kunt zeggen de kapotte radio, kun je niet zeggen de stukke radiouitgesloten. Volgens Taaladvies  wordt stuk(ke) soms wel attributief gebruikt in informele spreektaal, maar is het geen onderdeel van de standaardtaal.
Toch treffen we het gebruik ook aan in de formelere schrijftaal, zoals de volgende zinnen:
iZouden we dezelfde wetenschappers loslaten op de speeltuin, dan zouden alle stukke knietjes, blauwe plekken en kleine kneuzingen voldoende zijn voor een algeheel speeltuinverbod voor kinderen onder de twaalf. ST? Dit gebruik komt heel af en toe voor in standaardtalige contexten. Het is onduidelijk in hoeverre dit gebruik tot de standaardtaal behoort.
CHN
iiHet klinkt als een stukke machine in een verlaten fabriekshal. ST? Dit gebruik komt heel af en toe voor in standaardtalige contexten. Het is onduidelijk in hoeverre dit gebruik tot de standaardtaal behoort.
CHN
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taaladvies
    Dagenta
    Taalportaal
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Kathy Rys november 2024 Een tussentijdse versie van dit hoofdstuk werd van commentaar voorzien door Maaike Beliën, Thomas Haga, Priscilla Heynderickx en Jack Hoeksema. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit hoofdstuk berust bij de redacteur(en).
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 6,../../data/archief/ans2/e-ans/06/body.html;
    Interessante links