30.2.3 Toestanden
Verder lezen
Net als activiteiten hebben ook toestanden geen inherent eindpunt. In
afwijking van activiteiten hebben ze echter ook geen interne temporele
geleding en geven ze dus geen verloop weer waarbij er sprake is van een
zekere ontwikkeling of verandering. Toestanden duiden een statisch gegeven
aan. Ze drukken doorgaans eigenschappen uit. Net als activiteiten kunnen ze
voor een onbepaalde tijd gelden en ze zijn derhalve duratief. Een typisch
voorbeeld van een toestand is:
1Onze keukentafel is
geel.
Zin 1 geeft uitdrukking aan een
situatie die voor een onbepaalde tijd kan gelden. In deze situatie is geen
proces waar te nemen dat culmineert in een eindpunt. Er is zelfs geen
enkele ontwikkeling waar te nemen. Dit betekent overigens niet dat de
situaties die toestanden zijn, altijd maar zo moeten blijven en niet kunnen
veranderen. De keukentafel kan blauw geverfd worden en vanaf dat moment
kunnen we zeggen: de keukentafel was geel en nu is ze blauw. De ene
toestand kan heel goed overgaan in een andere toestand, maar binnen één
toestand is geen ontwikkeling waar te nemen.
Andere voorbeelden van toestanden zijn:
2Een interieurverzorger zit nooit
zonder werk.
3Hij schijnt een voorliefde voor
jongens te hebben.
4Dom komt veel voor, maar intelligent
is ook niet zeldzaam.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |