15.1 Algemene inleiding
Verder lezen
Een adjectivische constituent is een constituent met als kern een
adjectief, welke kern al dan niet van andere elementen vergezeld kan gaan.
De gecursiveerde gedeelten in elk van de volgende zinnen zijn voorbeelden
van een adjectivische constituent.
In 1a en
1b vervullen respectievelijk
hoge en de woorden heel hoge samen eenzelfde
functie, namelijk die van voorbepaling binnen de naamwoordelijke
constituent een (heel) hoge boom
(zie
[14.5.1.1]). In voorbeeldzin
2a functioneert het adjectief
zeldzaam als naamwoordelijk deel van het gezegde. In
2b wordt diezelfde zinsdeelfunctie
vervuld door de woorden erg en zeldzaam samen.
In gevallen als 1a en
1b hebben we te maken met
attributief gebruik van een
adjectivische constituent, in gevallen als
2a en
2b met
niet-attributief gebruik (zie hiervoor
verder
[6.3.1]). Dit onderscheid is hier van belang omdat met het verschil
in gebruik soms verschillen in de opbouwmogelijkheden van de adjectivische
constituent gepaard gaan.
Bij het geven van voorbeelden in de volgende paragrafen zullen we de
adjectivische constituenten in de regel in hun grotere verband presenteren,
dus als deel van een andere (meestal naamwoordelijke) constituent of van
een zin. Daarbij zullen we datgene wat niet tot de adjectivische
constituent behoort voor de duidelijkheid zoveel mogelijk tussen haakjes
plaatsen.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |