5.7.5 Genitiefvormen en equivalenten
Verder lezen
1
De vorm wiens, die
tot formeel taalgebruik behoort, is de genitiefvorm van het zelfstandige
vragende voornaamwoord wie. Hij wordt gebruikt als
voorgeplaatste genitief in een naamwoordelijke constituent, bijv.:
1A:
Wiens boek is dit? B: Het is Jans boek./Het is mijn
boek.formeel
Met wiens wordt een bezitsrelatie aangeduid tussen de persoon
naar wie gevraagd wordt en de zelfstandigheid genoemd door het kernwoord.
De vorm wiens is aldus de vragende tegenhanger van het
bezittelijk voornaamwoord van de derde persoon enkelvoud. In het antwoord
op een vraag met wiens + substantief wordt de 'bezitter'
geïdentificeerd, bijv. door middel van een genitiefvorm van een substantief
of een bezittelijk voornaamwoord, zoals in het antwoord in voorbeeld
1.
Om aan te duiden dat de bezitter een vrouw is of dat er meerdere bezitters
zijn, wordt in formele, archaïsche taal ook de vorm
wier gebruikt:
2Wier
mantel is dit?formeel
3Wier
hoeden zijn dit?formeel
2
In gesproken taal wordt het gebruik van wiens meestal vermeden.
In plaats daarvan wordt in de standaardtaal van wie
gebruikt, dat als zelfstandig zinsdeel op de eerste zinsplaats staat, met
het kernwoord uit het type wiens boek in het middenstuk
van de zin. Voorbeelden:
4Van wie is dit
boek?
5Van wie zijn
deze bijbels?
6Van wie is hij
de zoon?
In informele taal komen combinaties van
zelfstandig wie met een bezittelijk voornaamwoord
voor van het type Jan z'n fiets
[5.5.7.3/ii]. Vergelijk met de zinnen hierboven:
7Wie
z'n boek is ditinformeel
8Wie
z'n bijbels zijn dit?informeel
9Wie
z'n zoon is hij?informeel
Met combinaties van het laatste type kan men ook expliciet aangeven dat de
bezitter een vrouw is of dat er meerdere bezitters zijn en wel door middel
van wie d'r:
10Wie
d'r lippenstift heb je gepikt?informeel
11Wie
d'r fietsen staan hier?informeel
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |