9 De adpositie het voorzetsel, achterzetsel, omzetsel en meer
Adposities zijn onveranderlijke, doorgaans korte woorden die een ruimtelijke, temporele
of andere relatie uitdrukken, zoals in, op en aan. Adpositie is een algemene
term voor de schuingedrukte taalelementen in de voorbeelden in (1)-(7) hieronder, die we
in verschillende subtypen kunnen indelen, onder andere op basis van de plaats die de
adpositie inneemt ten opzichte van het complement. Het complement is in de voorbeelden
steeds onderstreept.
Alle voorbeelden in dit hoofdstuk komen uit het Corpus Hedendaags
Nederlands , tenzij anders aangegeven.
Voorzetsels (of preposities) zijn adposities
die vóór hun complement staan, zoals in (1). De adpositieconstituent
in Staphorst
bijvoorbeeld bestaat uit de adpositie, of specifieker het voorzetsel, in, met Staphorst als
complement.
Achterzetsels (of postposities) worden zo
genoemd omdat ze áchter hun complement staan, zoals in (2).
Omzetsels (of circumposities) zijn combinaties
van adposities die hun complement 'omsluiten', zoals onder ... door in (3a).
Voorzetseluitdrukkingen, zoals op basis van en in verband met in (4), zijn vaste combinaties van
een voorzetsel, een zelfstandig naamwoord en nog een voorzetsel. Zo’n combinatie fungeert
als geheel net zoals een voorzetsel: de combinatie staat voor het complement waarmee ze
een constituent vormt.
Adposities kunnen ook een constituent vormen met een voornaamwoordelijk
bijwoord, zoals in (5). Er zijn zeven voornaamwoordelijke bijwoorden in
totaal: er,
hier, daar, waar, ergens, nergens en overal. Zij gaan vooraf aan
de adpositie waarvan ze het complement zijn, ofwel direct, zoals in (5a)-(5c), of met een
of meer woorden ertussen, zoals in (5d). Ergens, nergens en overal worden altijd los van de adpositie
geschreven, zoals overal
op in (5c); er, hier, daar en waar worden aaneengeschreven met de adpositie als
die direct volgt, zoals in het geval van eraan en waarin in (5a) en (5b).
De adposities in de voorbeelden hierboven vereisen allemaal een complement: als we de
onderstreepte woorden weglaten, zouden de zinnen niet meer kloppen.
In informeel taalgebruik wordt soms het complement van een voorzetsel of een
voorzetseluitdrukking weggelaten, zoals in de zoon van of bij wijze van.
Er zijn ook adposities die wél zonder complement kunnen voorkomen: taalelementen
die bijvoorbeeld als voorzetsel voorkomen, dus mét een complement, maar daarnaast ook
zonder, zoals boven
en tegen in (6).
Deze adposities worden ook wel partikels
Hier wordt de term 'partikel' dus gebruikt voor taalelementen die als adpositie
voorkomen, bijvoorbeeld als voorzetsel met een complement, of als onderdeel van een
omzetsel, én die ook zonder complement gebruikt kunnen worden. Dit gebruik van de term
moet onderscheiden worden van de benaming 'partikel' voor taalelementen als zelfs, ook en alleen, die als focuspartikels gebruikt kunnen worden, en maar, 'ns en wel, die als schakeringspartikels gebruikt kunnen worden.
of intransitieve adposities genoemd; zij komen voor als
bepaling van plaats, zoals in (6a), als naamwoordelijk deel van het gezegde, zoals in (6b)
en als onderdeel van samengestelde werkwoorden, zoals inwerken en tegenhouden.Als het complement van een adpositie een persoonlijk voornaamwoord is, dan heeft dat de
niet-onderwerpsvorm. Na het voorzetsel achter in (7a) vinden we bijvoorbeeld mij in plaats van de
onderwerpsvorm ik.
Het achterzetsel voorbij wordt in (7b) voorafgegaan door haar, niet door de
onderwerpsvorm zij.
Ook bij het omzetsel achter ...
langs in (7c) en de voorzetseluitdrukking ten aanzien van in (7d) zien
we complementen in de niet-onderwerpsvorm: hen en ons.
Verder lezen
Adposities vormen een relatief beperkte en vaste groep. In dit hoofdstuk geven we een
overzicht van de typen adposities die we onderscheiden: voorzetsels, achterzetsels,
omzetsels, voorzetseluitdrukkingen, adposities met een voornaamwoordelijk bijwoord als
complement, en adposities zonder complement (partikels). Deze classificatie is gebaseerd
op verschillen in de bouw van de adpositieconstituenten waarin ze voorkomen: voorzetsels
en voorzetseluitdrukkingen staan voor hun complement, achterzetsels erachter, omzetsels
eromheen en partikels hebben geen complement. Adposities met een voornaamwoordelijk
bijwoord als complement vormen een aparte groep, onder andere vanwege hun bijzondere type
complement, namelijk een van de voornaamwoordelijke bijwoorden:
er,
hier,
daar,
waar,
ergens,
nergens en
overal.
In de paragrafen van dit hoofdstuk wordt per type adpositie een overzicht gegeven van de
vormen die op die manier kunnen functioneren. Naar bijvoorbeeld kan functioneren als voorzetsel,
als deel van een omzetsel (naar ...
toe) of voorzetseluitdrukking (naar aanleiding van) en als
adpositie die een voornaamwoordelijk bijwoord als complement heeft (bijvoorbeeld in de
adpositieconstituent daarnaar). Maar naar komt niet voor als achterzetsel of partikel.
Bovendien wordt beschreven wat voor typen (ruimtelijke, temporele en andere) relaties ze
uitdrukken. Waar mogelijk wordt ook ingegaan op het verschil in betekenis tussen de
subtypen, zoals in het geval van achterzetsels en voorzetsels. Ook komen er
classificatieproblemen aan de orde: in tegenstelling tot wat het overzicht hieronder
misschien doet vermoeden, is het in feite niet mogelijk om een geheel sluitende
classificatie van adposities als geheel, of van de subtypen te geven:
- 9.1 Voorzetsels (preposities)
- 9.2 Achterzetsels (postposities)
- 9.3 Omzetsels (circumposities)
- 9.4 Voorzetseluitdrukkingen
- 9.5 Adposities met een voornaamwoordelijk bijwoord als complement
- 9.6 Adposities zonder complement (partikels)
De nadruk in dit hoofdstuk ligt dus op de elementen die de kern van
een adpositieconstituent kunnen zijn en hun betekenis. Hoofdstuk 17, De adpositieconstituent,
richt zich op de andere elementen in de adpositieconstituent: daar wordt uitgebreid
ingegaan op de vraag welke typen complementen en bepalingen we aantreffen. Ook komt daar
een aantal bijzondere typen adpositieconstituenten aan bod, zoals de bezittelijke
bij-constructie en de absolute
met-constructie.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Maaike Beliën | januari 2021 | Dit hoofdstuk is een grondig herziene versie van de beschrijving in hoofdstuk 9 van ANS2. Het nieuwe hoofdstuk bevat daarnaast ook herziene versies van onderdelen van de beschrijving die in ANS2 deel uitmaakten van hoofdstuk 8. Voor de revisie is behalve van de sinds 1995 verschenen vakliteratuur over het onderwerp ook dankbaar gebruik gemaakt van commentaren op de beschrijving in ANS2 door Hans Broekhuis, Nard Loonen en William Van Belle en Joost Zwarts. Tussentijdse versies van het nieuwe hoofdstuk werden van commentaar voorzien door Ronny Boogaart, Hans Broekhuis, Johan De Caluwe en Joost Zwarts. Over de labeling van verschijnselen die geografische en/of stilistische variatie vertonen, is overlegd met Timothy Colleman en Johan De Caluwe. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van de uiteindelijke nieuwe beschrijving berust uitsluitend bij de redacteur(en). |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 9,../../data/archief/ans2/e-ans/09/body.html; |