Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
9 De adpositie het voorzetsel, achterzetsel, omzetsel en meer
Adposities zijn onveranderlijke, doorgaans korte woorden die een ruimtelijke, temporele of andere relatie uitdrukken, zoals in, op en aan. Adpositie is een algemene term voor de schuingedrukte taalelementen in de voorbeelden in (1)-(7) hieronder, die we in verschillende subtypen kunnen indelen, onder andere op basis van de plaats die de adpositie inneemt ten opzichte van het complement. Het complement is in de voorbeelden steeds onderstreept.
Alle voorbeelden in dit hoofdstuk komen uit het Corpus Hedendaags Nederlands , tenzij anders aangegeven.
Voorzetsels (of preposities) zijn adposities die vóór hun complement staan, zoals in (1). De adpositieconstituent in Staphorst bijvoorbeeld bestaat uit de adpositie, of specifieker het voorzetsel, in, met Staphorst als complement.
aDe brandweer in Staphorst houdt op zaterdag 3 september een open dag.
bDe koningin gaf haar juwelen aan haar hofdame.
cVanwege het grote succes werd het atelier helemaal vernieuwd.
Achterzetsels (of postposities) worden zo genoemd omdat ze áchter hun complement staan, zoals in (2).
aTweeduizend Vlamingen fietsten zaterdag weer de legendarische berg op.
bEr kwam snel veel politie de zaal in.
cJe kunt de hele dag door gratis eten en drinken.
Omzetsels (of circumposities) zijn combinaties van adposities die hun complement 'omsluiten', zoals onder ... door in (3a).
aOok veel rationele mensen lopen liever niet onder een ladder door.
bFrans-Guyana ligt tussen Suriname en Brazilië in.
cOp een drupje regen na is het droog.
Voorzetseluitdrukkingen, zoals op basis van en in verband met in (4), zijn vaste combinaties van een voorzetsel, een zelfstandig naamwoord en nog een voorzetsel. Zo’n combinatie fungeert als geheel net zoals een voorzetsel: de combinatie staat voor het complement waarmee ze een constituent vormt.
aZe werd toegelaten op basis van haar motivatie en muzikaal talent.
bWe doen in verband met de privacy geen nadere mededelingen.
Adposities kunnen ook een constituent vormen met een voornaamwoordelijk bijwoord, zoals in (5). Er zijn zeven voornaamwoordelijke bijwoorden in totaal: er, hier, daar, waar, ergens, nergens en overal. Zij gaan vooraf aan de adpositie waarvan ze het complement zijn, ofwel direct, zoals in (5a)-(5c), of met een of meer woorden ertussen, zoals in (5d). Ergens, nergens en overal worden altijd los van de adpositie geschreven, zoals overal op in (5c); er, hier, daar en waar worden aaneengeschreven met de adpositie als die direct volgt, zoals in het geval van eraan en waarin in (5a) en (5b).
aWat doet de overheid eraan?
bDit is een huis waarin je moet leren leven.
cIk reageer niet meer overal op.
dDe Europese Commissie … is het hier vanmorgen over eens geworden.
De adposities in de voorbeelden hierboven vereisen allemaal een complement: als we de onderstreepte woorden weglaten, zouden de zinnen niet meer kloppen.
In informeel taalgebruik wordt soms het complement van een voorzetsel of een voorzetseluitdrukking weggelaten, zoals in de zoon van of bij wijze van.
Er zijn ook adposities die wél zonder complement kunnen voorkomen: taalelementen die bijvoorbeeld als voorzetsel voorkomen, dus mét een complement, maar daarnaast ook zonder, zoals boven en tegen in (6). Deze adposities worden ook wel partikels
Hier wordt de term 'partikel' dus gebruikt voor taalelementen die als adpositie voorkomen, bijvoorbeeld als voorzetsel met een complement, of als onderdeel van een omzetsel, én die ook zonder complement gebruikt kunnen worden. Dit gebruik van de term moet onderscheiden worden van de benaming 'partikel' voor taalelementen als zelfs, ook en alleen, die als focuspartikels gebruikt kunnen worden, en maar, 'ns en wel, die als schakeringspartikels gebruikt kunnen worden.
of intransitieve adposities genoemd; zij komen voor als bepaling van plaats, zoals in (6a), als naamwoordelijk deel van het gezegde, zoals in (6b) en als onderdeel van samengestelde werkwoorden, zoals inwerken en tegenhouden.
aBoven heb je een mooi uitzicht over de Schelde.
bDe Franse vakbonden zijn tegen.
Als het complement van een adpositie een persoonlijk voornaamwoord is, dan heeft dat de niet-onderwerpsvorm. Na het voorzetsel achter in (7a) vinden we bijvoorbeeld mij in plaats van de onderwerpsvorm ik. Het achterzetsel voorbij wordt in (7b) voorafgegaan door haar, niet door de onderwerpsvorm zij. Ook bij het omzetsel achter ... langs in (7c) en de voorzetseluitdrukking ten aanzien van in (7d) zien we complementen in de niet-onderwerpsvorm: hen en ons.
7aAchter mij werd de rij steeds langer.
bSlingerend als een dronken aap reed hij haar voorbij.
cIk loop achter hen langs naar boven, richting mijn bed.
d Hij is ten aanzien van ons altijd supercorrect geweest.
Verder lezen
Adposities vormen een relatief beperkte en vaste groep. In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de typen adposities die we onderscheiden: voorzetsels, achterzetsels, omzetsels, voorzetseluitdrukkingen, adposities met een voornaamwoordelijk bijwoord als complement, en adposities zonder complement (partikels). Deze classificatie is gebaseerd op verschillen in de bouw van de adpositieconstituenten waarin ze voorkomen: voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen staan voor hun complement, achterzetsels erachter, omzetsels eromheen en partikels hebben geen complement. Adposities met een voornaamwoordelijk bijwoord als complement vormen een aparte groep, onder andere vanwege hun bijzondere type complement, namelijk een van de voornaamwoordelijke bijwoorden: er, hier, daar, waar, ergens, nergens en overal.
In de paragrafen van dit hoofdstuk wordt per type adpositie een overzicht gegeven van de vormen die op die manier kunnen functioneren. Naar bijvoorbeeld kan functioneren als voorzetsel, als deel van een omzetsel (naar ... toe) of voorzetseluitdrukking (naar aanleiding van) en als adpositie die een voornaamwoordelijk bijwoord als complement heeft (bijvoorbeeld in de adpositieconstituent daarnaar). Maar naar komt niet voor als achterzetsel of partikel. Bovendien wordt beschreven wat voor typen (ruimtelijke, temporele en andere) relaties ze uitdrukken. Waar mogelijk wordt ook ingegaan op het verschil in betekenis tussen de subtypen, zoals in het geval van achterzetsels en voorzetsels. Ook komen er classificatieproblemen aan de orde: in tegenstelling tot wat het overzicht hieronder misschien doet vermoeden, is het in feite niet mogelijk om een geheel sluitende classificatie van adposities als geheel, of van de subtypen te geven:
De nadruk in dit hoofdstuk ligt dus op de elementen die de kern van een adpositieconstituent kunnen zijn en hun betekenis. Hoofdstuk 17, De adpositieconstituent, richt zich op de andere elementen in de adpositieconstituent: daar wordt uitgebreid ingegaan op de vraag welke typen complementen en bepalingen we aantreffen. Ook komt daar een aantal bijzondere typen adpositieconstituenten aan bod, zoals de bezittelijke bij-constructie en de absolute met-constructie.
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Maaike Beliën januari 2021 Dit hoofdstuk is een grondig herziene versie van de beschrijving in hoofdstuk 9 van ANS2. Het nieuwe hoofdstuk bevat daarnaast ook herziene versies van onderdelen van de beschrijving die in ANS2 deel uitmaakten van hoofdstuk 8. Voor de revisie is behalve van de sinds 1995 verschenen vakliteratuur over het onderwerp ook dankbaar gebruik gemaakt van commentaren op de beschrijving in ANS2 door Hans Broekhuis, Nard Loonen en William Van Belle en Joost Zwarts. Tussentijdse versies van het nieuwe hoofdstuk werden van commentaar voorzien door Ronny Boogaart, Hans Broekhuis, Johan De Caluwe en Joost Zwarts. Over de labeling van verschijnselen die geografische en/of stilistische variatie vertonen, is overlegd met Timothy Colleman en Johan De Caluwe. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van de uiteindelijke nieuwe beschrijving berust uitsluitend bij de redacteur(en).
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 9,../../data/archief/ans2/e-ans/09/body.html;
    Interessante links