12.5.1 Conversie
In het algemeen vindt conversie van werkwoorden en substantieven naar
adjectieven niet plaats. Wel kan een aantal stofnamen gebruikt worden als
attributief adjectief. Dit geldt voor woorden als:
1aluminium, corduroy, plastic, suède
zoals in een aluminium pan en een corduroy broek. Het als adjectief gebruikte woord wordt echter niet verbogen, er komt geen sjwa achter.
In bepaalde
contexten kunnen substantieven gebruikt worden als adjectief,
bijvoorbeeld na het bijwoord echt,
als in de volgende zin:
2Dit is echt HEMA.
Hier wordt een bepaalde interpretatie van het woord
HEMA afgedwongen door het
bijwoord echt, namelijk ‘typerend
voor de kwaliteiten van de HEMA’.
Verder zou men kunnen spreken van productieve conversie bij het gebruik van tegenwoordige deelwoorden en voltooide deelwoorden. Deelwoorden kunnen tegelijk een
werkwoordelijk en een adjectivisch karakter hebben, zoals wordt geïllustreerd
door de volgende woordgroepen:
In woordgroep (3a) fungeert psalmen als lijdend
voorwerp bij zingende, en hieruit
blijkt het (deels) werkwoordelijk karakter van
zingende. Tegelijkertijd is
dit woord wel als adjectief verbogen, met een sjwa aan het eind. In woordgroep
(3b) wordt de aanwezigheid van de bepaling van de handelende persoon
door haar mogelijk gemaakt
door het werkwoordelijk karakter van
geuite. Tegelijkertijd wordt dit
woord verbogen als een adjectief, met een slotsjwa.
Wel is het zo dat deelwoorden gelexicaliseerd kunnen zijn tot zuivere adjectieven, dus zonder werkwoordelijke eigenschappen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de volgende woorden met de vorm van een voltooid of tegenwoordig deelwoord:
4vorm van voltooid deelwoord
gesloten (een gesloten persoonlijkheid)
opgewekt (een opgewekt humeur)
verdorven (een verdorven karakter)
5vorm van tegenwoordig deelwoord
5bindend (een bindende overeenkomst)
opvlíegend (een opvlíegend karakter)
sprekend (een sprekend bewijs)
Terwijl regelmatige tegenwoordige deelwoorden normaliter alleen attributief gebruikt kunnen
worden, geldt dit niet zonder meer voor zulke gelexicaliseerde deelwoorden,
zoals in de zin Deze overeenkomst is
bindend, waarin
bindend gebruikt is als
naamwoordelijk deel van het gezegde. De adjectivische status van
opvliegend manifesteert zich
ook in de plaats van de hoofdklemtoon, namelijk op de tweede lettergreep. Bij
gebruik als tegenwoordig deelwoord van de samenkoppeling
opvliegen ‘omhoog vliegen’ valt de
klemtoon op de eerste lettergreep:
ópvliegend
). We zien deze adjectivische
status en bijbehorend klemtoonpatroon ook bij de tegenwoordige deelwoorden van
de volgende samenkoppelingen, die tevens een idiomatisch betekenisaspect hebben.
Zo heeft uitstékend de betekenis
‘heel goed’, terwijl úitstekend de
letterlijke betekenis ‘ergens uit stekend’ heeft.
6áánhouden / aanhóudend
nádenken / nadénkend
ópwinden / opwíndend
úitsteken / uitstékend
vóórtduren / voortdúrend
Bij voltooide deelwoorden die zijn gelexicaliseerd tot adjectieven zien we ook dat ze een bijwoord van graad bij zich kunnen krijgen:
7een heel ingewikkeld verhaal, een erg gesloten karakter, een nogal overdreven uitspraak
Dat deze woorden uitsluitend adjectieven zijn, blijkt ook uit het feit dat ze in de werkwoordelijke eindgroep alleen voor het finiete werkwoord kunnen staan. Dit geldt bijvoorbeeld voor gesloten in de betekenis ‘ontoegankelijk’.
8Hij merkte dat de deur
{gesloten was / was
gesloten}.
Hij vond dat zijn broer
{gesloten was / *was
gesloten}.
De adjectivische interpretatie van woorden met de vorm van een deelwoord wordt ook afgedwongen door de aanhechting van een affix dat een adjectief (of een substantief) als basiswoord vereist, zoals het voorvoegsel on-, of van het suffix -heid, dat een adjectief als basiswoord vereist:
9on-aangekondigd, on-gebonden, on-deugend, on-nadenkend
gesloten-heid, uitgehongerd-heid, verdorven-heid
Conversie van voltooide deelwoorden tot adjectieven vindt ook plaats in combinatie met het voorzetsel uit, zoals in:
Bron: Booij & Audring (2007).
10uitgegeten ‘klaar met
eten’
uitgekoerst ‘klaar met koersen’ (“39 is hij
intussen maar nog lang niet uitgekoerst – noch
uitgebabbeld.”)
Internet, geraadpleegd 21
februari 2022
uitgeschilderd ‘klaar met
schilderen'
uitgezwangerd (“… ik ben al 3 maanden gestopt met
borstvoeding, dus inmiddels moet ik toch wel
uitgezwangerd
zijn.”)
Google search
Deze woorden zijn niet gevormd op basis van werkwoorden als
uiteten en
uitkoersen, maar de
combinatie van uit met een adjectief
dat de vorm heeft van een voltooid deelwoord. In een woord als
uitgegezwangerd zien we dat
de vorming van het deel gezwangerd
veronderstelt dat het adjectief
zwanger is geconverteerd tot een
werkwoord zwangeren. Evenzo
veronderstelt uitgezwangerd
conversie van het voltooid deelwoord
gezwangerd tot het adjectief
gezwangerd. Er is hier dus
twee keer conversie: van adjectief naar werkwoord, en van voltooid deelwoord van
het werkwoord naar adjectief.
Woorden met deze vorm kunnen worden gebruikt in combinatie met het koppelwerkwoord zijn, en vergelijkbare koppelwerkwoorden zoals raken:
11We zijn
uitgepraat.
We raken op elkaar
uitgekeken.
Literatuur
Booij & Audring (2007), Audring & Booij (2016).
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |