9.1 Voorzetsels preposities
Een voorzetsel (of ‘prepositie’) wordt direct gevolgd door zijn complement, waarmee het
samen een voorzetselconstituent vormt. In (1) hieronder is het voorzetsel steeds
schuingedrukt, en het complement onderstreept. In deze voorbeelden is het complement
steeds een nominale constituent, maar andere typen complementen zijn ook mogelijk.
Een voorzetsel drukt een relatie uit tussen zijn complement en een ander element in de
zin. Dat kan een ruimtelijke relatie zijn, zoals in (1a), waarin tegen het raam de locatie
aangeeft van de referent van het onderwerp, hun grote tafel. Voorzetsels kunnen ook temporele
relaties uitdrukken, zoals sinds in (1b): sinds vorige maand geeft aan wanneer de stand van
zaken Somalië heeft een nieuwe
regering begon. Naast ruimtelijke en temporele relaties kunnen
voorzetsels ook andere typen relaties uitdrukken, zoals volgens in (1c) en inzake in (1d).
Verder lezen
De tabel hieronder geeft een overzicht van de Nederlandse voorzetsels, grofweg ingedeeld
op basis van hun betekenis en mate van formaliteit.
De niet-formele voorzetsels worden over het algemeen heel frequent gebruikt en komen voor
in zowel informeel als formeel taalgebruik. De formele voorzetsels zijn beperkt tot
formeel taalgebruik en komen dus ook minder vaak voor.
Type relatie | Niet-formeel | Formeel | |
Ruimtelijk | Locatief | op, aan, tegen, in, binnen, buiten, onder, boven, voor, achter, naast, tussen, halverwege, tegenover, bij, beneden | nabij, te, benoorden, beoosten, bewesten, bezuiden |
Directioneel | van, uit, vanaf, vanuit, vanonder, door, om, over, langs, voorbij, via, rond, rondom, naar, tot, richting | ||
Temporeel | na, sinds, tijdens | sedert, omstreeks, gedurende, hangende, staande, gaande | |
Anders | met, zonder, per, volgens, dankzij, ondanks, vanwege | blijkens, conform, gegeven, getuige, gezien, ingevolge, krachtens, luidens, middels, namens, naargelang, overeenkomstig, wegens, behoudens, bezijden, exclusief, niettegenstaande, ongeacht, onverminderd, uitgezonderd, aangaande, betreffende, inzake, jegens, nopens, omtrent, qua, benevens, inclusief, contra, versus, à |
In deze tabel zijn de voorzetsels gerangschikt naar het type relatie dat ze uit kunnen
drukken: ruimtelijk, temporeel of 'anders' (dus niet ruimtelijk of temporeel). Daarbij
moet wel meteen opgemerkt worden dat voorzetsels die een ruimtelijke relatie kunnen
uitdrukken, vaak ook temporele en andere relaties kunnen aanduiden. Zo drukt voor een ruimtelijke relatie
uit in (2a), een temporele in (2b) en relaties die we niet als ruimtelijk of temporeel
kunnen beschouwen, in (2c) en (2d).
De voorzetsels die een ruimtelijke relatie uitdrukken, worden nog verder onderverdeeld in
locatieve en directionele voorzetsels. Locatieve voorzetsels, zoals voor, op en buiten, drukken (een relatie
ten opzichte van) een plaats uit, terwijl directionele voorzetsels, zoals door, langs en naar, een pad of richting
aanduiden.
De tabel geeft een overzicht van de voorzetsels die gebruikt worden in het hele
Nederlandse taalgebied. In België worden daarnaast ook vanop, doorheen, langsheen en mits als voorzetsels gebruikt, al behoort het
gebruik van die laatste vorm als voorzetsel niet tot de standaardtaal (in tegenstelling
tot het gebruik ervan als voegwoord).
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Maaike Beliën | januari 2021 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 9,../../data/archief/ans2/e-ans/09/body.html; |