8.5 Voegwoordelijke bijwoorden
Verder lezen
1
Grammaticaal onderscheiden voegwoordelijke bijwoorden zich van
nevenschikkende voegwoorden doordat ze volledig deel uitmaken van de zin. Ze kunnen op
verschillende plaatsen in de zin voorkomen, terwijl nevenschikkende voegwoorden als
zinsverbindende elementen als het ware tussen zinnen in staan
[21.1.1.2/2].
Net als de voegwoorden leggen voegwoordelijke bijwoorden een logisch
verband tussen twee zinnen of delen van zinnen. Hun betekenis is evenwel
niet helemaal hetzelfde: vaak hebben ze een versterkend element. Dit blijkt
hieruit dat ze met nevenschikkende voegwoorden gecombineerd kunnen worden.
Een aantal voornaamwoordelijke bijwoorden die een soortgelijke functie
kunnen vervullen (daarom, daarbij), zijn hier op
grond van hun vorm niet
opgenomen
[8.7].
Naar de aard van het verband onderscheidt men:
-
aaneenschakelende voegwoordelijke bijwoorden (vergelijk [10.2]):bovendien, buitendien, daarenboven, eveneens, evenmin, hierenboven, ook, tevens, zelfs.Voorbeelden in zinnen zijn:1(Opa is te oud om mee te gaan.) Bovendien is hij ziek.2Hij is niet te oud en hij is evenmin te ziek.
-
tegenstellende voegwoordelijke bijwoorden (vergelijk [10.2]):daarentegen, desalniettemin, desniettegenstaande, desniettemin, desondanks, echter, evenwel, integendeel, intussen (= 'nochtans'), niettemin, nochtans, nu, toch (beklemtoond).Voorbeelden in zinnen zijn:3Oma daarentegen is nog goed ter been.4(Is hij echt ziek?) Hij zag er nochtans gezond uit.formeel5Ze lijken op voegwoorden; hun betekenis is evenwel niet helemaal gelijk.OpmerkingVerdiepingOpmerkingWanneer nu als voegwoordelijk bijwoord voorkomt, is het gebruik van de informele nevenvorm nou (zie 8.3.2, opmerking 1) uitgesloten, bijv.:
-
gevolgaanduidende voegwoordelijke bijwoorden (vergelijk [10.2]):bijgevolg, derhalve, deswege, dus, dientengevolge.Voorbeeldzinnen zijn:6Met deze trein kan ik dus naar Arnhem?7(Nu wisten we het zeker.) Bijgevolg begaven we ons op weg.
-
andere voegwoordelijke bijwoorden, met een redengevende of resumerende functie:althans, immers, overigens (= 'trouwens'), trouwens, toch (= 'immers'; onbeklemtoond).Voorbeeldzinnen zijn:8Ik heb het immers zelf gezien.9Ik geloof het trouwens zo wel.
2
Een aantal voegwoordelijke bijwoorden kan ook aan het begin van een zin
voorkomen en wel in de aanloop (dus buiten de 'eigenlijke'
zin
[21.1.1.2/1]). Zo'n bijwoord is intonatief van de rest van de zin
gescheiden door een korte pauze, meestal aangegeven door een komma.
Voorbeelden zijn:
10Bovendien, opa
is ziek.
11Immers, de
meeste politici zijn bang voor gezichtsverlies.
12Trouwens, we
hadden geen tijd.
Deze mogelijkheid bestaat verder nog bij
althans,
daarenboven,
desondanks,
dus
, echter,
evenwel,
integendeel,
intussen,
niettemin,
nochtans,
overigens. Zie voor meer
voorbeelden van het gebruik in de
aanloop
[21.8.2.4].
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |