5.6.7 Zelf
Verder lezen
Voorzover het als op zichzelf staand woord voorkomt, wordt het aanwijzend voornaamwoord
zelf
predicatief gebruikt als een soort bepaling van gesteldheid tijdens de
handeling(zie
20.9.2, sectie 2, categorie [d]) bij substantieven en bij persoonlijke voornaamwoorden.
Het wordt gebruikt om er de nadruk op te leggen dat de persoon of zaak waarnaar het verwijst,
bedoeld wordt en geen andere. De betekenis kan meestal respectievelijk omschreven worden als
'in eigen persoon' en 'de zaak op zich'. (Op een vergelijkbare wijze gebruikt komt
zelf
voor bij wederkerende voornaamwoorden, al kan in dat geval de betekenis niet
omschreven worden als zojuist aangegeven. Zie voor de
zelf
-vormen van het wederkerend voornaamwoord en het gebruik daarvan [5.3.2] en [5.3.4.3].)
Zelf kan meteen volgen op het substantief of het persoonlijk
voornaamwoord waarop het betrekking heeft. In dat laatste geval worden het
voornaamwoord en zelf meestal als één woord geschreven,
net als bij het wederkerend voornaamwoord, bijv.
ikzelf
jijzelf
wijzelf (het aan elkaar schrijven
gebeurt alleen bij de volle vormen van het persoonlijk
voornaamwoord) Zelf kan echter ook op
een andere plaats in de zin staan. Zie de volgende voorbeelden:
2We hadden op school wel bijbelse
geschiedenis, maar de bijbel zelf hebben we nooit
gelezen.
Opmerking
Verdieping
Opmerking
In zinnen met een wederkerend voornaamwoord hoeft zelf niet
per se op dat voornaamwoord betrekking te hebben. Vergelijk bijv. de
volgende zinnen:
iDe patiënt scheert zich weer
zelf, hij heeft geen hulp meer nodig van een
verpleegster. ('de patiënt scheert zich
eigenhandig/zelfstandig')
iiDe kapper scheert overdag zijn
klanten en 's avonds zichzelf.
In zin i heeft zelf
betrekking op het onderwerp (de patiënt), in zin ii niet (zichzelf is
wederkerend voornaamwoord).
Als zich en zelf vlak na elkaar voorkomen, kan
de bedoeling dus door het niet of wel aan elkaar schrijven tot
uitdrukking gebracht worden. Zo komt
iii overeen met
i en
iv met
ii:
iiiHij scheert
zich zelf.
ivHij scheert
zichzelf.
Een archaïsche vorm van zelf is
zelve, die ook
voorkomt in de vaste uitdrukking Als niet komt tot
iet, kent iet zichzelve niet.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |