1.6.4 De klemtoon in afgeleide woorden
In afgeleide woorden wordt de plaats van de
hoofdklemtoon mede bepaald door de morfologische bouw. Suffixen
kunnen drie soorten effecten hebben op de plaats van de hoofdklemtoon, zoals de
volgende voorbeelden laten zien:
Een aantal suffixen is klemtoonneutraal. Dat betekent dat ze de
plaats van de hoofdklemtoon in het basiswoord niet veranderen (1a). Een groot
aantal suffixen, in meerderheid uitheemse, dragen zelf de hoofklemtoon (1b). Een
aantal adjectivische suffixen dragen niet zelf de hoofdklemtoon, maar
verschuiven de hoofdklemtoon naar de laatste beklemtoonbare syllabe voór het
suffix (1c).
Bij afgeleide woorden met prefixen moeten we onderscheid maken tussen inheemse
en uitheemse. De inheemse prefixen komen in twee soorten. Sommige, zoals
be-, ge- en er- dragen geen klemtoon (2a), terwijl een
aantal andere, die een zelfstandig prosodisch woord vormen, zoals on-, de
hoofklemtoon dragen (2b). Bij de uitheemse prefixen is er een aantal dat geen
hoofdklemtoon draagt, maar eventueel wel secundaire klemtoon (2c). Veel van
oorsprong uitheemse prefixen, zoals anti- en super- combineren
gemakkelijk met inheemse woorden. Ze vormen zelfstandige prosodische
woorden en dragen de hoofdklemtoon van het afgeleide woord (2d).
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | september 2020 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |