1.5.1.5 Sjwa-invoeging
    
    
        In consonantclusters die beginnen met l of r kan optioneel een sjwa worden
                    ingevoegd. Hieronder volgen voorbeelden van de verschillende consonantclusters
                    die zo worden aangepast:
                Tabel 1. Sjwa-invoeging
                | consonantcluster | woord | woord met sjwa-invoeging | 
| lm | 
kalm 
 | 
                        
kɑləm 
 | 
                    
| rm | 
arm 
 | 
                        
ɑrəm 
 | 
                   
| lp | 
help 
 | 
                        
hɛləp 
 | 
                   
| rp | 
harp 
 | 
                        
hɑrəp 
 | 
                   
| rf | 
herfst 
 | 
                        
hɛrəfst 
 | 
                   
| lf | 
elf ,
                                    twaalf 
 | 
                        
ɛləf ,
                                    twaləf 
 | 
                    
| lk | 
melk 
 | 
                        
mɛlək 
 | 
                   
| rk | 
werk 
 | 
                        
wɛrək 
 | 
                   
| lx | 
alg 
 | 
                        
ɑləx 
 | 
                   
| rx | 
erg 
 | 
                        
ɛrəx 
 | 
                   
| rn | 
urn , hoorn 
 | 
                        
ʏrən ,
                            horən 
 | 
                    
Dit proces van sjwa-invoeging wordt ook wel sjwa-insertie of
                    sjwa-epenthese genoemd. Een vanouds gebruikte internationale term voor deze
                    ingevoegde klinker, ontleend aan de grammatica van het Sanskriet is
                        svarabhaktivocaal.
                In de meeste gevallen is de klinker voorafgaand aan het consonantcluster
                    ongespannen. Uitzonderingen zijn woorden als
                            twaalf en
                            hoorn en de plaatsnaam
                            De Meern: hier treedt
                    sjwa-invoeging op na een gespannen klinker.
                Invoeging van een sjwa verhoogt het articulatiegemak, omdat dit type
                    consonantcluster, in de meeste gevallen met twee verschillende
                    articulatieplaatsen, een relatief hoge articulatie-inspanning vraagt. Die
                    inspanning wordt door het opsplitsen van het cluster gereduceerd. Tegelijkertijd
                    is het voordeel dat er op deze manier lettergrepen worden gecreëerd waarin
                    klinkers en medeklinkers elkaar afwisselen, het type syllabe dat het
                    gemakkelijkst te verwerken is door de luisteraar.
                        
                Zie Kuijpers et al. (1996), Van Donselaar et al. (1999).
                    
Sjwa-invoeging vindt niet plaats als de medeklinker na de
                            l of
                            r een
                    alveolaire obstruent is. Er vindt dus geen sjwa-invoeging plaats in woorden als
                            hart, hard, hars, halt, en
                            hals.
                Kan er ook een sjwa worden ingevoegd als het consonantcluster
                        heterosyllabisch is, bijvoorbeeld in
                            werken? Er zijn sprekers die
                    dat doen. Een paar voorbeelden zijn:
                Tabel 2. Sjwa-invoeging in heterosyllabische clusters
                | woord | canonieke vorm | met sjwa-insertie | 
| erker | ɛrkər | ɛrəkər | 
| tulpen | 
tʏlpən
                             
 | 
                        
tʏləpən
                             
 | 
                    
| werken | 
wɛrkən
                             
 | 
                        
wɛrəkən
                             
 | 
                    
De insertie vindt hier plaats binnen een trochee, een voet
                    bestaande uit een beklemtoonde en een onbeklemtoonde syllabe.
                        
                Dit is het voorstel van Gussenhoven (1993).
                     Als dit het domein is van sjwa-invoeging, dan zou deze ook plaats moeten
                    kunnen vinden in een trocheïsch woord als
                        polka:
                            pɔləka.
                    Heterosyllabische sjwa-invoeging treedt vooral op in meer informeel
                    taalgebruik.. Het kan ook zijn dat voor sommige sprekers de sjwa in bijvoorbeeld
                            werk al deel is geworden van
                    de lexicale representatie, dus
                            wɛrək.
                    Daardoor treedt deze dan ook categorisch op in
                            werken.
                        Zowel de
                                r
                            als de
                                l
                            kunnen een meer vocalische realisatie krijgen (zie paragrafen 1.2.4.6 en 1.2.4.7). De zogenaamde Gooise
                                    r
                            na een klinker klinkt als een
                                    j,
                            en na dat type
                                r
                            vindt vrijwel geen sjwa-invoeging plaats (Kloots et al. (2009: 48)). Ook
                            de l
                            kan in een coda vocalisch worden gerealiseerd, als een
                                    w
                            zoals in meel dat kan
                            klinken als meeuw (Hinskens
                            2020: 16) (zie 1.2.4.6. Dan zal sjwa-invoeging ook niet of
                            nauwelijks optreden. En omgekeerd: bij sjwa-invoeging staat de
                                    l
                            in een aanzet, en wordt dan niet als een donkere
                                    l,
                            maar als een lichte
                                    l
                            gerealiseerd. (Warner et al. 2001).
                    
Sjwa-invoeging is een variabel proces. De toepassing ervan wordt door
                    verschillende factoren bepaald. Naast spreekstijl en geografische herkomst
                    speelt ook leeftijd een rol: oudere sprekers passen dit proces vaker toe dan jongere.
                        
                Vooral bij jonge vrouwen in Nederland komt weinig sjwa-invoeging voor,
                            zie Kloots et al. (2009: 60).
                    
De rol van ritme bij sjwa-invoeging
Verdieping
De rol van ritme bij sjwa-invoeging
                        Volgens Kuijpers & Van Donselaar (1997) speelt ook het ritme van een
                            taaluiting een rol bij de toepassing van sjwa-invoeging, een proces dat
                            een extra syllabe creëert. Ze contrasteerden bijvoorbeeld in een
                            experiment zinnen als de volgende, waarin een fonetische vorm van het
                            woord tulpen moest worden ingevoegd:
                        In zin (a) bleek een voorkeur voor het word
                                    tulpen zonder
                            sjwa-invoeging, in zin (b) voor een variant van
                                    tulpen met
                            sjwa-invoeging, dus met de fonetische vorm
                                    tʏləpən.
                            In zin (a) gaat aan het woord
                                tulpen een trochee
                            vooraf, en dus wordt voor
                                tulpen ook bij voorkeur
                            de trocheïsche vorm, zonder sjwa, gekozen. In zin (b) is
                                    andere een reeks van
                            een beklemtoonde syllabe gevolgd door twee onbeklemtoonde, en de vorm
                                    tʏləpən
                            heeft dan ook die ritmische structuur.
                   Literatuur
                Gussenhoven (1993), Booij (1995), Kuijpers et al. (1996), Kuijpers & Van
                    Donselaar (1997), Van Donselaar et al. (1999), Warner et al. (2001), Kloots et
                    al. (2002), Kloots et al. (2004), Kloots et al. (2018), Hinskens (2020).
           Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taaladvies
Dagenta
Taalportaal
Versiegeschiedenis
| versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen | 
| 3.0 | Geert Booij | oktober 2020 | |
| 2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
| 2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; | 
				
						
					
