17.2.3 Adpositieconstituenten
Sommige adpositieconstituenten zijn op te vatten als bepalingen binnen de
adpositieconstituent. Zo kunnen we achter in (1a) zien als voorbepaling
bij in de
bus, en in het tuinhuis in (1b) als
nabepaling bij achter. Ze kunnen weggelaten worden
zonder de betekenis van de zin al te zeer te veranderen.
Hieronder geven we meer voorbeelden van adpositieconstituenten zoals in (1),
bespreken we een alternatieve analyse voor die in (1a) en komt een
spellingskwestie aan de orde (achter in of achterin?).
Verder lezen
In (1a) hierboven drukt in de
bus een plaats uit, waarvan achter een
gedeelte specificeert. Achter zou eventueel weggelaten
kunnen worden: de resulterende zin drukt dan nog steeds min of meer hetzelfde
uit, alleen wat minder precies. Hetzelfde geldt voor de vetgedrukte adposities
in (2): voor, boven, binnen en
onder.
Vanwege hun specificerende functie en hun weglaatbaarheid kunnen we de
dikgedrukte adposities voorbepalingen noemen. Volgens die analyse is voor in (2a) een
adpositieconstituent op zich, die alleen maar uit een kern bestaat en geen
complement heeft (een partikel). Deze adpositieconstituent fungeert als bepaling
binnen een adpositieconstituent met in als kern en de schoen als
complement.
Achterin als samengestelde
adpositie?
Verdieping
Achterin als samengestelde
adpositie?
Een andere analyse van de voorbeelden in (1a) en (2) is dat boven in
(2b), bijvoorbeeld, geen voorbepaling is, maar een samengestelde
adpositie vormt met op. Volgens die analyse zien
we boven
op als kern van een voorzetselconstituent,
waarvan het
slachtoffer het complement is.
Een argument voor deze analyse is dat een voornaamwoordelijk bijwoord
niet tussen boven en op in
kan staan, maar ervoor komt, zoals in (i). Daarmee zijn deze combinaties
anders dan die met voorbepalingen als vlak in
(ii), waarbij beide volgordes mogelijk zijn.
Voor (1b) geldt het omgekeerde, hieronder herhaald als (3a): de
adpositieconstituent achter drukt een globale plaats uit,
waarvan in het
tuinhuis een preciezer gedeelte afbakent. Omdat
in dit geval in het
tuinhuis een specificerende functie heeft en
weggelaten kan worden, kunnen we deze adpositieconstituent zien als nabepaling
binnen een adpositieconstituent die verder alleen bestaat uit de kern achter.
Hetzelfde geldt voor de voorbeelden in (3b) en (3c).
Zinnen als in (1a) en (2) zijn geschreven volgens de huidige spellingregels , waarin bijvoorbeeld achter en
in los
van elkaar worden geschreven. Deze spellingregel is gebaseerd op de
weglaatbaarheid van de dikgedrukte adposities in (1a) en (2). Die
weglaatbaarheid is een argument om ze als voorbepaling te zien, net zoals dat
geldt voor andere voorbepalingen, zoals vlak.
In de praktijk worden deze adposities ook vaak aan elkaar geschreven,
zoals in (4) hieronder, maar dat gaat dus tegen de spellingregels in. Wel kunnen
we dit als mogelijke aanwijzing zien dat taalgebruikers die combinaties als één
(samengesteld) woord beschouwen.
In veel combinaties met onder of boven en
aan is
de eerste adpositie overigens niet weg te laten, zoals in (5). In die gevallen
worden onderaan en bovenaan sowieso
gezien als samengestelde adposities.
Combinaties als achterin, bovenop
en onderaan worden ook als
(samengestelde) adpositie zonder complement gebruikt, zoals in
zijn chauffeur zit
achterin.
Literatuur
- (Corver 1990)
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Maaike Beliën | januari 2021 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 17,../../data/archief/ans2/e-ans/17/body.html; |