5.7.4.3 Het gebruik van welk(e) en wat voor (een)
Verder lezen
1
Als er keuze is tussen een aantal in de context genoemde zelfstandigheden
(personen of niet-personen), dan kan het voornaamwoord welk(e)
zelfstandig gebruikt worden om de herhaling van het substantief dat de
betrokken zelfstandigheid noemt, te vermijden. Het voornaamwoord verwijst
dan binnentekstelijk naar dat substantief. Vergelijk:
1Hier zijn twee bloemen.
Welke wil je?
2Er zijn zoveel monteurs.
Welke heeft deze auto
gerepareerd?
Terwijl hier zowel het zelfstandige voornaamwoord als een naamwoordelijke
constituent waarin welk(e) als determinator optreedt mogelijk
zijn (welke bloem in
1, welke monteur
in 2), is deze laatste mogelijkheid
uitgesloten als er verwezen wordt naar een substantief dat in een
nabepaling met van staat, zoals in de volgende voorbeelden:
3Welk van deze
monteurs zou het gedaan hebben?
4In welk van
deze drie huisjes zou hij wonen?
Hier zijn in normaal taalgebruik dus niet mogelijk
welke monteur van deze monteurs
respectievelijk
in welk huisje van deze drie huisjes
. In zulke gevallen kan in het enkelvoud altijd
welk
gebruikt worden, ook als het substantief waarnaar verwezen wordt geen
het
-woord is (zie voorbeeld 3, waar ook
welke
mogelijk is). Anders bezigt men die vorm die het niet-zelfstandige
welk(e)
heeft als het kernwoord geëxpliciteerd wordt(5.7.3.1, sectie
1); vergelijk:
Bij een keuze tussen personen kan het zelfstandige welk(e)
vervangen worden door wie:
2
De combinatie wat voor (een) kan op overeenkomstige wijze
als welk(e) zelfstandig gebruikt worden
(vergelijk
[5.7.3.2]). Voorbeelden:
9(Er zijn informanten van 15 tot
20, van 40 tot 45 en van boven de 65). Met wat voor
wil je beginnen?
10A: Hier heb je een appel. B:
Wat is het er voor
een?
In tegenstelling tot het niet-zelfstandige gebruik is bij verwijzing naar
een enkelvoudig substantief alleen wat voor een mogelijk.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |