18.5.4.4.iii.d Mogen
Verder lezen
1Je mag
hier niet roken.'toestemming hebben'
2Ze mochten
hier wel eens een raam openzetten!'moeten'
3Hij mag
blij zijn dat hij er levend afgekomen is.'moeten'
4Jullie
mogen wel opschieten, het is al laat.'moeten'
5We mogen aannemen dat het waar is.'kunnen'
6Wie mag
ik helpen?uitgesproken bijv. in een winkel, 'kunnen'
Vergelijk ook met
kunnen
(voorbeeld 3).
Vooral in gesprekken tussen artsen/verplegend personeel en patiënten of
tussen winkelpersoneel en klanten zijn zinnen te horen als:
7U mag
even uw bovenkleren uitdoen.
8U mag
hier even wachten.
9U mag aan
de kassa betalen.
In zulke zinnen is er slechts schijnbaar sprake van een toestemming. Het gaat hier om een
indirecte manier om de toegesprokene om een bepaald gedrag te verzoeken. Een gewonere en tevens
directere manier om een verzoek uit te drukken, zijn vragende zinnen met
willen
zoals 4 en 5.
In vaste uitdrukkingen en archaïsch taalgebruik komen conjunctiefvormen van
het presens van mogen voor om bijv. een wens uit te drukken of
iets beleefd te formuleren
(zie
[2.4.3/5]):
10Moge de
Heer u zegenen.
11Ik
moge u verzoeken deze brief per
omgaande te beantwoorden.formeel
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Als vaste uitdrukkingen zijn te beschouwen: er zijn mogen
('zich in positieve zin onderscheiden'), iets (graag) mogen horen ('graag (willen) horen'), iemand/iets mogen lijden ('sympathiek vinden'/' graag willen'):
iDie nieuwe medewerker van
ons, die mag er
zijn!
iiDat is een flinke baby hoor,
die mag er
zijn!
iiiJe voelt je weer goed: dat
mag ik
horen.
ivIk
mocht onze gemeenschappelijke collega wel
lijden.
vIk mag
lijden dat ze het nog halen.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taaladvies
Dagenta
Taalportaal
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |