9.6.1 Als bijwoordelijke bepaling van plaats
De partikels binnen, buiten, boven, beneden, voor, achter en
rondom kunnen als bijwoordelijke bepaling
van plaats gebruikt worden.
We kunnen aan deze groep locatieve partikels ook
halverwege toevoegen. Anders dan de
andere locatieve partikels, echter, roept
halverwege het idee van een proces op en
duidt het een punt aan op de helft van dat proces. Als het proces een verplaatsing
inhoudt, zoals bij een wandeltocht in (ia) of een vlucht in (ib), kunnen we
halverwege als een bijwoordelijke
bepaling van plaats zien: het punt op de helft van het proces is dan ook een locatie.
Maar we kunnen deze gevallen ook als bijwoordelijke bepalingen van tijd zien. Dan is
het punt op de helft van het proces een tijdstip. Als het proces geen verplaatsing
inhoudt, zoals in (ic), is die interpretatie, als bepaling van tijd, de enige
mogelijke.
Verder lezen
De bijwoordelijke bepalingen in (1) kunnen we eventueel ook weglaten. Ze geven extra,
preciezere informatie over waar de handeling of toestand die beschreven wordt,
plaatsvindt. In (2) vinden we ook adposities zonder complement die een plaats aanduiden,
maar daar kunnen we ze niet weglaten: als we uit (2a) binnen weglaten, houden we
Iedereen was over, en dat is geen complete
zin. Daarom worden ze wel verplichte bepalingen van plaats
genoemd.
Ook vinden we samengestelde partikels die als bepalingen van plaats kunnen dienen. Het
gaat om combinaties waarin aan, in of op wordt voorafgegaan door achter of voor, zoals in (3), of door
boven en onder zoals in (4).
Daarnaast vinden we nog de combinaties binnenin en buitenop, zoals in (5).
We vinden deze combinaties in voorbeelden zoals hieronder, namelijk gevolgd door een
nominale constituent. De vraag is hoe we die precies moeten analyseren. We kunnen ze
zien als samengestelde voorzetsels: dan vormt achteraan in (ia) bijvoorbeeld de kern van een
voorzetselconstituent met het
ziekenhuis als complement. In een andere analyse is alleen
het tweede deel van de combinatie de kern van de voorzetselconstituent en het eerste
een bepaling bij die kern. In dat geval zien we aan in (ia) als kern, het ziekenhuis weer als
complement, maar nu alleen van aan, en achter als bepaling bij de kern. Deze twee
analyses worden uitgebreider besproken in 17.2.3, over adpositieconstituenten als bepaling binnen adpositieconstituenten.
Tot slot merken we nog op dat er ook samengestelde partikels zijn die als bepaling van
richting dienen. Het gaat om combinaties met langs, namelijk achterlangs, voorlangs, onderlangs en bovenlangs, zoals in (6).
In Nederland worden ze ook wel eens als samengestelde voorzetsels gebruikt, zie 9.1.4 Moeilijkheden bij het afbakenen van de categorie
voorzetsels.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Maaike Beliën | januari 2021 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 9,../../data/archief/ans2/e-ans/09/body.html; |