7.1.2.1 Gebruik van hoofdtelwoorden in een nominale constituent
Hoofdtelwoorden staan over het algemeen in een nominale
constituent, zoals in onderstaande voorbeelden. Daarin wordt het
hoofdtelwoord gevolgd door een zelfstandig naamwoord (1), of door een of meer adjectieven en een zelfstandig naamwoord (2)-(3):
1Er zijn nog steeds
vijftien
ploegen die in deze Tour geen ritzege hebben
gewonnen.
2De
twee
nieuwe bronnen hebben een betere kwaliteit en
hogere
capaciteit.
3Langs de oevers van het
meer vind je veel
mooie plaatsjes.
In deze paragraaf behandelen we de kenmerken van dit gebruik. Op welke positie staan telwoorden precies in de nominale constituent? Welke
telwoorden kunnen verbogen worden? Welk getal (meervoud of enkelvoud) krijgt het zelfstandig naamwoord na
een telwoord? En wat zijn manieren om het telwoord te modificeren?
Verder lezen
Positie binnen de nominale constituent
Binnen de nominale constituent functioneert het hoofdtelwoord als determinerend element bij het substantief. Het hoofdtelwoord gaat
doorgaans vooraf aan eventuele adjectieven (4-5). We zien ook dat hoofdtelwoorden over het algemeen
volgen op lidwoorden (6-7), aanwijzende voornaamwoorden (8), bezittelijke voornaamwoorden (9) en vraagwoorden (10):
4twee
kleine kinderen
5veel
nieuwe inschrijvingen
6de
talloze vertrouwde
CVP'ers
7de
ettelijke brieven
8die
drie boeken
9zijn
beide kinderen
10welke
vijf kunstenaars?
Op deze basisprincipes zijn een aantal uitzonderingen:
1 Zulke en zo'n
Aanwijzende voornaamwoorden gaan in de regel vooraf aan het
telwoord, zoals die in 8
en deze in 11. Een uitzondering hierop zijn de aanwijzende voornaamwoorden
zulke en zo'n,
die er juist achter komen (12-13):
Aangezien zo’n eigenlijk
staat voor zo één, is het
logisch dat het niet kan voorafgaan aan het telwoord
één, namelijk
zo één één
boekuitgesloten.
11deze
drie vragen
12twee
zulke zware klappen
13één
zo'n boek
2 Contrastief accent
Naast de normale volgorde
vijf witte rozen, zoals in
14a, is in het geval van zogenaamd contrastief accent ook de volgorde in 14b mogelijk:
Zie ook Broekhuis & Den Dikken (2012: 883).
3 Adjectief in de overtreffende trap
Normaal
gesproken staat een adjectief zo dicht mogelijk bij het substantief waar het
betrekking op heeft:
15de
twee
leuke boeken
Als het adjectief in de overtreffende trap staat kan echter van deze
woordvolgorde worden afgeweken:
16de
leukste
twee
boeken
Er is een subtiel betekenisverschil tussen beide volgordes: in 17 wordt gezegd dat drie exemplaren uit een grotere verzameling van
verhalen de kwalificatie ‘mooiste’ hebben gekregen, terwijl in 18 wordt uitgegaan van drie
poppen per leeftijdscategorie; daarvan wordt gezegd
dat ze de mooiste exemplaren zijn uit een grotere verzameling.
17De inzenders van
de
drie
mooiste verhalen krijgen bovendien een gesigneerd
boek.
18Bij de expositie zullen
in elke leeftijdscategorie de mooiste
drie
poppen
worden
uitgekozen.
4 Allebei/alle twee
Bij
allebei (en de varianten
alle twee,
alle tien, enz.) is er, in
tegenstelling tot bij beide, sprake
van een afwijkende woordvolgorde. Het telwoord gaat er vooraf aan eventuele
lidwoorden, aanwijzende voornaamwoorden of bezittelijke voornaamwoorden:
Zie ook Broekhuis & Den Dikken (2012: 889) en 14.4.4.2.
5 Gebruik na het zelfstandig naamwoord:
bladzijde negen
Over het algemeen staat een hoofdtelwoord
vóór het zelfstandig naamwoord in een nominale constituent, maar in de
voorbeelden 20-23 hieronder staat het hoofdtelwoord achter het substantief waar het
bij hoort. We spreken dan van postnominale
hoofdtelwoorden.
20Onder
Willem
Drie was de hofdienst meestal een
akelig corvee.
21Zie de tabel op
bladzijde
negen.
22Erasmusplein
één
23In Parijs werden de
seconden tot het jaar tweeduizend afgeteld op de
Eiffeltoren.
Wanneer hoofdtelwoorden voorafgaan aan een substantief, geven ze de kwantiteit
aan van de verzameling die door het substantief wordt uitgedrukt. Postnominale
hoofdtelwoorden daarentegen geven geen kwantiteit aan, maar verwijzen naar één
enkele entiteit. In (20)-(23) wordt door middel van het hoofdtelwoord aangegeven dat iets of
iemand de ‘x’ste in rij is. Dat kan een koning zijn
(Willem
Drie = de derde koning Willem in rij, ook wel
Willem de Derde (voorbeeld 20, zie ook par. 7.2.2.1)), een bladzijde
(bladzijde negen = de
negende bladzijde (21)), een huis of gebouw/een bepaald adres
(Erasmusplein één = het
eerste huis (22)) of een bepaald jaar(tal) (het
jaar tweeduizend = het tweeduizendste jaar (23)).
Zie De Belder (2007: 30)
De jaren zestig
Verdieping
De jaren zestig
Ook in constructies als de jaren
dertig/zestig/zeventig staat het
hoofdtelwoord na het substantief waar het betrekking op heeft. Het
hoofdtelwoord wordt hier gebruikt als aanduiding van een decennium.
Behalve de jaren
dertig/zestig/zeventig kan men ook spreken
van de dertiger/zestiger/zeventiger
jaren. Deze constructie is een
leenvertaling uit het Duits. De woorden
dertiger/zestiger/zeventiger
worden door Van Dale (Den Boon & Hendrickx 2015) beschouwd als
bijvoeglijke naamwoorden die enkel attributief te gebruiken zijn. De
vorm de jaren
dertig/zestig/zeventig is het gebruikelijkst.
Zie ook Taaladvies.net .
Ook de onbepaalde hoofdtelwoorden
zoveel en
hoeveel kunnen op deze
manier gebruikt worden:
24Het was echt een prachtig
boek met fantastische illustraties. Alleen stond er ergens op pagina
zoveel een kleine
zetfout.
25Op plaats
hoeveel staat die naam?
Internet geraadpleegd op 25 september
2023
Analytische rangtelwoorden: bladzijde
negen
Verdieping
Analytische rangtelwoorden: bladzijde
negen
Hoofdtelwoorden na een substantief, zoals in (20)-(25), krijgen dus eenzelfde soort interpretatie als
rangtelwoorden. Ze worden daarom ook wel
analytische (of
syntactische) rangtelwoorden genoemd, om ze te
onderscheiden van synthetische rangtelwoorden
(Meyer 2019, Meyer et al. 2020). Synthetische rangtelwoorden, bijv. (de) vierde
(plaats) of (het)
achtste (hoofdstuk), zijn combinaties van een hoofdtelwoord en het achtervoegsel
-de of -ste; ze komen vóór een substantief en na een lidwoord (of
andere determinator, zoals een aanwijzend of bezittelijk voornaamwoord).
Analytische rangtelwoorden, bijv. (plaats)
vier en (hoofdstuk)
acht, hebben geen achtervoegsel en volgen
op een substantief dat meestal niet voorafgegaan wordt door een lidwoord
(of andere determinator).
Analytische rangtelwoorden kunnen niet in alle contexten waarin
synthetische rangtelwoorden mogelijk zijn, even gemakkelijk voorkomen.
Zo kun je wel zeggen Lees pagina
vijf, maar niet zo goed
Ga links bij verkeerslicht
drie. Dat laatste zou je enkel kunnen zeggen
in een situatie waarin de verkeerslichten op voorhand expliciet gelabeld
of opgenoemd zijn.
Een ander soort gebruik van een postnominaal hoofdtelwoord is
lijn vijf om een bepaalde
tram- of buslijn aan te duiden (26). Het telwoord vijf
geeft dan geen plaats in een rangorde weer (dus niet: de vijfde lijn), maar
fungeert als de naam voor die specifieke tram- of buslijn.
26Lijn
vijf gaat naar het Centraal
Station.
Drie typen van toekenning van getallen
Verdieping
Drie typen van toekenning van getallen
Bij de toekenning van getallen kunnen drie typen onderscheiden
worden:
Wiese (2007: 759-760)
- Kardinale toekenning van getallen: Bij dit gebruik drukken telwoorden de kardinaliteit van verzamelingen uit, namelijk het aantal entiteiten in de verzameling. Bijvoorbeeld: vijf bussen.
- Ordinale toekenning van getallen: Bij dit gebruik geven telwoorden de positie van een entiteit in een volgorde aan. Bijvoorbeeld: de vijfde bus.
- Nominale toekenning van getallen: Bij dit gebruik drukken telwoorden de identiteit van een entiteit in een verzameling uit. Bijvoorbeeld: bus vijf.
Verbuiging: ene,
enkele,
vele
Telwoorden worden over het algemeen niet verbogen, maar hierop bestaan enkele
uitzonderingen. Als enig bepaald hoofdtelwoord kan
één verbogen worden zoals
een adjectief:
27Een atleet leeft
jarenlang naar dat ene moment
toe.
De onbepaalde hoofdtelwoorden veel en
weinig blijven gewoonlijk
onverbogen als er geen bepaald lidwoord of een equivalent daarvan aan
voorafgaat:
28Het viel me op dat ze
veel juwelen droeg.
29Bij
veel patiënten werd de ziekte pas laat
herkend.
30Weinig mensen weten dat konijnen
sociale dieren zijn.
Vooral in meer formeel taalgebruik kan men vóór meervoudige substantieven echter
ook de verbogen vorm aantreffen:
31Bij de schipbreuk
verdwenen ook vele juwelen naar de bodem van de
Indische Oceaan.
formeel
Deze vorm komt geregeld voor in standaardtalige
contexten, vooral in het formele taalgebruik.
32De dokter ziet dagelijks
vele patiënten die besmet zijn met het
virus.
formeel
Deze vorm komt geregeld voor in standaardtalige
contexten, vooral in het formele taalgebruik.
33Weinige mensen weten nog hoe slecht
de club eraan toe was.
formeel
Deze vorm komt geregeld voor in standaardtalige
contexten, vooral in het formele taalgebruik.
De verbogen vormen vele en
weinige onderstrepen het
stuk-voor-stuk-karakter van de opsomming; ze individualiseren de afzonderlijke
juwelen/patiënten/mensen.
In
de vaste uitdrukking nog vele jaren
(gebruikt in gelukwensen) komt alleen de verbogen vorm voor.
In combinatie met een bepaald lidwoord, een aanwijzend of bezittelijk
voornaamwoord, of een voorgeplaatste genitief worden de onbepaalde hoofdtelwoorden
veel en
weinig ook verbogen. Dit
geldt ook voor ettelijke,
enkele,
meerdere,
talloze,
verscheidene en
verschillende:
34Het gebrek aan beleid
noemde ze als voornaamste reden voor de vele
winkelsluitingen.
35Alles is wit, dus
het weinige zonlicht dat laag invalt,
weerkaatst overal.
36Die
vele beesten op een kleine ruimte geeft de ziekte extra
kansen.
37Haar zes Grammy's waren
slechts een fractie van haar vele
onderscheidingen.
38Hoe immers te reageren op
Trumps vele leugens en impulsieve
acties?
Meervoud of enkelvoud?
De bepaalde hoofdtelwoorden (uitgezonderd
één) worden doorgaans
gecombineerd met substantieven in het meervoud, maar ze kunnen ook voorafgaan
aan enkelvoudige substantieven, zoals geïllustreerd wordt in de voorbeelden
39-41. Dit is met name zo bij substantieven die een maat,
frequentie, tijd, volume of geldeenheid aanduiden (zie ook 7.1.4).
39Als ze
tien
gram goud op zak hebben, hebben ze niemand meer
nodig, denken de jongens.
40Guzmán is al
twee
keer ontsnapt uit een zwaarbeveiligde
gevangenis.
41Ook haar relatie met Flor
liep na twaalf
jaar abrupt op de
klippen.
De onbepaalde hoofdtelwoorden veel,
zoveel,
hoeveel,
meer,
meest,
weinig,
minder en
minst kunnen zowel
gecombineerd worden met substantieven in het enkelvoud (niet-telbare soortnamen)
als met substantieven in het meervoud (telbare soortnamen). Enkele voorbeelden
zijn:
De onbepaalde telwoorden
ettelijke,
enkele,
meerdere,
talloze,
verschillende en
verscheidene en (het
informele) tig worden met
meervoudige substantieven gecombineerd (bijv. enkele
tijdschriften, verscheidene
manieren, tig
exemplaren) en dus expliciet niet met massa’s
(bijv. enkel
gelduitgesloten, verscheidene wijnuitgesloten, tig politieuitgesloten).
Substantieven die een maat, frequentie of tijd aanduiden kunnen na
tig wel in het enkelvoud
blijven (zie ook 7.1.4):
45Zijn moeder rijdt
tig kilometer om verse vis te
halen.
vooral in NN: informeel
Deze vorm komt geregeld voor in standaardtalige
contexten, vooral in het Nederlands-Nederlands en vooral in het
informele taalgebruik.
46Mensen die dialyseren
moeten tig keer aan de machine.
vooral in NN: informeel
Deze vorm komt geregeld voor in standaardtalige
contexten, vooral in het Nederlands-Nederlands en vooral in het
informele taalgebruik.
47Als men zou weten wat ik
mijn tegenstanders allemaal zou willen aandoen, dan hadden ze me allang
voor tig jaar opgesloten.
vooral in NN: informeel
Deze vorm komt geregeld voor in standaardtalige
contexten, vooral in het Nederlands-Nederlands en vooral in het
informele taalgebruik.
Modificatie: bijna honderd,
een kleine duizend,
een stuk of zes
Telwoorden die in een nominale constituent staan, kunnen op verschillende
manieren gemodificeerd
worden.
Ten eerste kunnen bijwoordelijke bepalingen gebruikt worden die aangeven dat het
aantal dat door het telwoord genoemd wordt bij benadering correct is (bijv.
bijna,
circa,
ongeveer,
ruim,
zowat) of nauwkeurig is
(bijv. precies,
exact). Het eerste type
wordt hoofdzakelijk gebruikt in combinatie met ronde getallen.
Deze modificeerders kunnen zowel voorafgaan aan het telwoord +
substantief (bijv. ongeveer dertig
boeken), als erop volgen (bijv.
dertig boeken
ongeveer). Meerdere modificeerders kunnen ook
‘gestapeld’ worden (bijv. ongeveer dertig boeken
ofzo, iets van
dertig boeken ofzo,
iets van dertig boeken
ongeveer); zie Corver & Zwarts (2006),
Pankau (2018).
48In normale omstandigheden
verblijven bij Mané elke dag bijna honderd
mensen.
49Marslander Schiaparelli
heeft er een reis van ruim vijfhonderd miljoen
kilometer op zitten.
50In zijn vrachtwagentje
passen precies duizend
appels.
51Exact
twintig jaar geleden ontplofte daar die
vuurwerkopslagplaats.
Een andere manier om aan te geven dat het door het telwoord genoemde aantal bij
benadering correct is, is het gebruik van de constructie met
een + adjectief + telwoord,
zoals in de voorbeelden 52-56. In die constructie kan slechts een beperkte
verzameling adjectieven (o.a.
slordige,
goede,
dikke,
kleine en
royale) worden gebruikt.
52De brandweer zette
een kleine honderd man in om de brand te
bestrijden.
53Bovenop hun leefloon
krijgen ze een extra vergoeding, waardoor Patrick nu netto een
dikke duizend euro per maand
verdient.
54Daarnaast ligt Antwerpen
maar op een goede tweehonderd kilometer van mijn
vroegere woonplaats Keulen.
55Nu al raamt de UEFA dat
dit alleen al een slordige één miljard euro zal
kosten.
56Abonnees betalen dan
wel een royale 99 euro per maand, maar in ruil
daarvoor kunnen ze gsm'en zoveel als ze maar
willen.
De betekenis ‘bij benadering’ kan ook worden uitgedrukt door
een/zo’n
+ telwoord, bijvoorbeeld:
57Een twintigtal
vrijwilligers zet jaarlijks een vijfhonderd padden
over achter het kasteel Scheldevelde.
58Omstreeks 20.30 uur waren
al zo'n duizend mensen afgezakt naar de plaats van
afspraak, een weide in Oudsbergen.
Samenstellingen op -tal:
een twintigtal
vrijwilligers
Verdieping
Samenstellingen op -tal:
een twintigtal
vrijwilligers
Het zelfstandig naamwoord
twintigtal in (57) is
een samenstelling: het bestaat uit een telwoord
(twintig) en het
zelfstandig naamwoord tal (een variant van
getal). Ook met een
uitdrukking als een
twintigtal kan worden uitgedrukt dat het
aantal bij benadering genoemd wordt (zie 20.2.3.1.ii.8 voor dit type constructie). In
principe is er daarnaast een lezing mogelijk waarbij twintigtal een exact aantal betreft.
Deze situatie lijkt op wat we aantreffen bij
een paar.
Een paar
schoenen bijvoorbeeld kan
geïnterpreteerd worden als twee bij elkaar horende schoenen,
maar ook als een niet nader gespecificeerde, kleine hoeveelheid
schoenen (zie ook 5.9.3.2.vi en 20.2.3.1.ii.7).
Overigens lijkt het erop dat de exacte lezing eerder optreedt
bij lagere aantallen, zoals in een
viertal, terwijl de benaderende lezing
eerder optreedt bij hogere aantallen, zoals in een
honderdtal.Een andere constructie die kan worden gebruikt om aan te geven dat het door het
telwoord genoemde aantal bedoeld is als benadering, wordt geïllustreerd in deze
voorbeelden:
59Voor een euro
of vijf krijg je een stevige
pizza.
60Maar je zit met
een man of twintig op een vrachtwagen en je
laat je benen buiten boord bungelen.
Een gelijkaardige uitdrukking is:
Maar zie Broekhuis & Den Dikken (2012: 886-887) voor een aantal
verschillen in het syntactische gedrag van een boek
of honderd vs. een
stuk of honderd boeken.
61Er kwamen een
stuk of zes agenten in gevechtsuitrusting
bij.
Ten slotte kan de betekenis ‘bij benadering’ ook weergegeven worden door de
constructie
rond/tegen/om
en nabij+
de + telwoord, bijvoorbeeld:
Zie Neerlandistiek.nl voor een bespreking van twee verschillende
visies op woordgroepen als rond de vijftig
vestigingen of tegen
de honderd muzikanten: Corver &
Zwarts (2006) analyseren deze constructies als voorzetselgroepen
(‘prepositional numerals’), maar daar gaat Pankau (2018) tegen in.
62De organisatie heeft nu
rond de vijftig
vestigingen.
63Tegen de
honderd muzikanten improviseerden op twee podia op het
Scheveningse strand.
64Het blijft droog met
maxima om en nabij de 17 tot 18
graden.
De telwoorden honderd,
duizend,
miljoen,
miljard enz. kunnen in
combinatie met de onbepaalde telwoorden
hoeveel,
zoveel en
tig worden gebruikt om een
onbepaalde grote hoeveelheid van iets aan te geven of daarnaar te vragen:
Zie ook de constructie met
honderden in 7.1.3.1 Gesubstantiveerde hoofdtelwoorden met -en en Gebruik van hoofdtelwoorden als substantief in
7.1.1.1.
65Om de zoveel
honderd bladzijden herinnert Perlstein je aan het belang
ervan.
66Die heb je nu al
tig duizend keer laten zien.
vooral in NN: informeel
Deze vorm komt geregeld voor in standaardtalige
contexten, vooral in het Nederlands-Nederlands en vooral in het
informele taalgebruik.
Om de zoveel honderd in voorbeeld
65 betekent dan ‘(om de) 200 of meer’ en wijkt dus af in betekenis
van honderdzoveel in voorbeeld 67, dat de betekenis ‘100 à 200’
heeft.
67Playing Broadway is een
boeiende voorstelling, waar alle honderdzoveel
mensen, maar ook het publiek, trots op mogen zijn.
informeel
Deze vorm komt geregeld voor in standaardtalige
contexten, vooral in het informele taalgebruik.
Ook kan aan dergelijke grote telwoorden de uitgang -en worden toegevoegd. Hierdoor krijgen deze getallen
een meervoudig en onbepaald karakter. De betekenis van
honderden is bijvoorbeeld
‘een onbepaald aantal keer 100’.
Zie ook 7.1.1.1.1.
68Reddingswerkers hebben al
honderden gewonden onder het puin vandaan
gehaald, van wie er minstens 26 slecht aan toe
zijn.
69Ik ben opgelicht voor
miljoenen euro's.
Schattingsparen: een euro of vijf,
zes
Verdieping
Schattingsparen: een euro of vijf,
zes
Uitdrukkingen van het type een stuk of tien,
vijftien en zo'n
zes, zeven euro, waarin twee
opeenvolgende telwoorden gebruikt worden, noemen we
schattingsparen. Ze moeten aan bepaalde regels
voldoen: het eerste getal moet altijd kleiner zijn dan het tweede en
beide getallen maken bij voorkeur deel uit van dezelfde rekenkundige
reeks, waarin ze elkaar direct opvolgen:
iDaarmee houd ik
me vanaf mijn dertiende, veertiende
bezig.
In de rekenkundige reeks van 1, 2, 3 enz. komt bijvoorbeeld wel voor
een euro of vijf,
zes, maar niet een euro
of vijf, zeven. In de reeks van 5, 10, 15
enz. vinden we bijvoorbeeld wel een euro of tien,
vijftien, maar minder plausibel is
een euro of vijftien,
dertig of een euro of
vijftien, zeventien. Alleen met komisch
effect kunnen constructies verschijnen als een
rijzige jongeman van zesentwintig à tweeënveertig
jaar of de eerste
negen, zevenentwintig keer.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Kathy Rys | november 2023 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 7,../../data/archief/ans2/e-ans/07/body.html; |
gebruik hoofdtelwoordnominale constituent