1.8.4.2 Afbreekconventies
Woorden kunnen aan het eind van een regel worden afgebroken, als ze te lang zijn
voor een gefixeerde regellengte, zoals in drukwerk. Er komt dan een liggend
streepje na het afgebroken deel, aan het eind van de regel. De plaats van
afbreking lijkt vooral een kwestie van lettergreepstructuur te zijn: de
afbreking vindt in principe plaats bij een lettergreepgrens. Het woord
werking wordt bijvoorbeeld afgebroken als wer-king. Deze
afbreekconventie verschilt van die van het Engels, waarin het vergelijkbare
woord working wordt afgebroken als work-ing, op de morfologische
grens tussen de stam van het woord en het suffix.
Afbreken bij een lettergreepgrens impliceert dat bij een woord met drie of meer
lettergrepen er meerdere afbrekingen mogelijk zijn, zoals in het woord
goniometrie:
go-niometrie,
gonio-metrie,
goniome-trie. Alleen de
afbreking goni-ometrie wordt in de
Woordenlijst der
Nederlandse Taal niet toegestaan . Deze woordenlijst vermeldt per
woord de mogelijke afbrekingen.
De regel ‘breek af bij een lettergreepgrens’ geeft voor de meeste woorden de
juiste afbreking, zoals de volgende voorbeelden laten zien. Bij samenstellingen
valt er altijd een lettergreepgrens op de grens van de samenstellende woorden.
Dit zien we weerspiegeld in de afbreekconventies. Zo kunnen we ook verschil
maken tussen de woorden bal-kanker en
balk-anker, en tussen de woorden
loods-pet en
lood-spet. Een tussen-/s/ hoort
prosodisch bij het voorafgaande woord, en dus breken we het woord
schaapskooi af als
schaaps-kooi. Ook een prefixgrens
is een lettergreepgrens. Bij woorden met een suffix dat met een medeklinker
begint, zal de lettergreepgrens voorspelbaar direct voor het suffix liggen, en
daar kan dus ook afbreking plaatsvinden. Als het suffix met een klinker begint,
valt de lettergreepgrens, en dus de afbreking, eerder (met uitzondering van de
suffixen -achtig, -aard, en -aardig).
Tabel 1. Afbrekingen van woorden
woord | syllabificatie onderliggende vorm | afgebroken vorm |
werk-er | wɛr.kər | wer-ker |
oogst-en | ox.stən | oog-sten |
boom-pje | bom.pjə | boom-pje |
vlaa-tje | vla.tjə | vla-tje |
skie-tje | ski.tjə | ski-tje |
breed-te | bred.tə | breed-te |
was-ster | wɑs.stər | was-ster |
rood-achtig | rod.ɑx.təɣ | rood-achtig |
on-eerlijk | ɔn.er.lək | on-eerlijk |
ver-overen | vɛr.o.və.rən | ver-overen |
aard-appel | ard.ɑpəl | aard-appel |
schaaps-kooi | sxaps.koj | schaaps-kooi |
boeken-bon | bu.kən.bɔn | boeken-bon |
monarch-ie | mo.nɑr.xi | monar-chie |
Verkleinwoorden worden afgebroken bij de suffixgrens. Daardoor eindigt de stam
van verkleinwoorden als vlaatje en skietje dan in een open
lettergreep, waardoor verenkeling van letterdoubletten optreedt:
vla-tje, ski-tje.
Sommige woorden die als samenstellingen zijn gevormd, worden niet door alle
taalgebruikers meer zo aangevoeld. Toch worden ze nog wel afgebroken als
samenstellingen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de volgende woorden, waarvan de
afgebroken vorm de oorspronkelijke samenstellings- of woordgroepsstructuur
weerspiegelt:
Tabel 2. Afbreking bij ondoorzichtige samenstellingen
woord | syllabificatie | afbreekvorm |
alom | ɑ.lɔm | al-om |
heelal | he.lɑl | heel-al |
kortom | kɔr.tɔm | kort-om |
meestal | mes.tɑl | meest-al |
voortaan | vor.tan | voort-aan |
De afbreking van woorden is dus niet altijd een weerspiegeling van
syllabegrenzen.
Er zijn ook specifieke grafotactische regels voor de afbreking van ch en
ng. Voor afbreking geldt ch als één letter, en dus wordt
bijvoorbeeld lachen afgebroken als la-chen. De lettercombinatie
ng telt daarentegen bij afbreking als twee letters, en een woord als
zingen wordt daarom afgebroken als zin-gen.
Een andere specifieke afbrekingsregel is dat na een x (met de klankwaarde
ks) niet mag worden afgebroken. Een woord als examen wordt afgebroken
als exa-men.
Een algemene conditie op afbreking is terugleesbaarheid: de
klankvorm van een gespeld woord, en dus ook van een afgebroken woord, moet
ondubbelzinnig bepaald kunnen worden. Terugleesbaarheid speelt bijvoorbeeld een
rol bij het afbreken van woorden met uj, oj,
aj. Een woord als
koeien
kujən wordt
afgebroken als koei-en ook al valt de
syllabe voor de
j. In
een afbreekvorm als koe-ien zou immers
niet de beoogde interpretatie van de i
als j worden
opgeroepen. In het algemeen geldt dat digrafen zoals
ch en
trigrafen zoals
oei intact blijven. De digraaf
ng is de enige uitzondering op die
regel.
Verder lezen
Zie ook de leidraad op Woordenlijst.org
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | september 2020 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |