5.9.2.3.ii Het predicatieve gebruik van de vormen alle(n),
allemaal, alles, ieder en
elk
Verder lezen
1
De vormen
alle(n)
,
allemaal
,
alles
,
ieder
en
elk
kunnen predicatief gebruikt worden, als een soort bepaling van gesteldheid(zie 20.9.2, sectie
2), categorie [d]. Ze verwijzen dan naar een antecedent in dezelfde (enkelvoudige) zin,
dat personen en/of zaken kan aanduiden.
Het antecedent kan een naamwoordelijke constituent met een meervoudig
zelfstandig voornaamwoord of een vragend voornaamwoord als kern zijn of een
substantivische naamwoordelijke constituent. De wederkerende, wederkerige
en onbepaalde voornaamwoorden komen niet als antecedent in aanmerking.
Is het antecedent een substantivische naamwoordelijke constituent, dan verwijzen
alle(n)
,
ieder
en
elk
altijd naar een constituent met als kern een telbaar substantief in het meervoud;
allemaal
kan bovendien verwijzen naar een constituent met als kern een stof- of verzamelnaam
(voor een uitzondering zie(5.9.2.2, sectie 2)).
2
Het gebruik van het predicatieve alle(n) behoort tot de
formele taal. Als het antecedent uitsluitend personen aanduidt, wordt de
vorm allen gebruikt, anders - dus ook bij combinaties als
paarden en ruiters - alle. Voor de keuze
tussen ieder en elk geldt hetzelfde als wat
daarover onder i 1 opgemerkt is. Voorbeelden zijn
(antecedent en onbepaald voornaamwoord zijn gecursiveerd):
1Ze kregen
ieder/elk een gulden.
2Zijn
ze allen aanwezig?formeel
3Zijn ze er
allemaal?
4Die van
hiernaast hebben allemaal een grote
neus.
5Deze
schilderijen zijn niet zo bijzonder, maar die in de andere
zaal moet je eens elk afzonderlijk goed
bekijken.
6Die boeken zijn dus van het
instituut, maar waar staan de jouwe dan
allemaal?
7De opvarenden,
die allen gered werden, zijn inmiddels in Hongkong
aangekomen.formeel
8De onderwijzer gaf de
leerlingen ieder/elk een schrift.
9Deze honden
zijn allemaal ontwormd.
10Het zand
moet allemaal weg.
11Die rommel
is gelukkig allemaal opgeruimd.
12De
vliegtuigen zijn alle op hun basis
teruggekeerd.formeel
Bij een vragend voornaamwoord kan alleen allemaal gebruikt
worden, bijv.:
13Wie komen
er allemaal?
14Wat is er
allemaal gebeurd?
15Wat ligt
daar allemaal?
3a
De vormen allen en allemaal kunnen samen met een
meervoudig persoonlijk voornaamwoord (in de volle vorm) dat naar personen
verwijst, op de eerste zinsplaats staan. Ze kunnen dan opgevat worden als
een nabepaling bij dat voornaamwoord. Voorbeelden:
16Jullie
allemaal weten wat er gebeurd is.
17Wij allen
hebben gezondigd.formeel
Gewoner dan 16 is evenwel een zin
met de volgorde als in 18,
waarbij geen sprake meer is van een nabepaling:
18Jullie
weten allemaal wat er gebeurd
is.
3b
De vorm alles wordt op een vergelijkbare manier gebruikt als
nabepaling bij de zelfstandige aanwijzende voornaamwoorden dit
en dat. Voorbeelden:
19Dit alles
om jullie duidelijk te maken hoe ernstig de situatie
is.
20Dat alles
zou niet nodig geweest zijn als er naar mij geluisterd
was.
4
Het predicatieve alle kan gecombineerd worden met een bepaald
hoofdtelwoord (de andere predicatieve voornaamwoorden niet). Het behoort
dan tot de standaardtaal en krijgt nooit een -n. Voorbeelden
zijn de volgende (a)-zinnen (vergelijk met de hier als (b)-zinnen herhaalde voorbeelden van het onder i 2 behandelde niet-zelfstandige alle):
Met ieder, elk en allemaal zijn
alleen constructies mogelijk als:
24De tien
leerlingen zijn allemaal
geslaagd.
25De vier
verdachten werden ieder langdurig
ondervraagd.
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Vermelding verdient nog het gebruik van allemaal in zinnen
als de volgende, die tot de informele taal behoren:
iEr
hingen allemaal schilderijen aan de
muren.informeel
iiEr
zwommen allemaal eenden in de
vijver.informeel
iiiEr
liepen allemaal mensen heen en
weer.informeel
ivMijn
horloge kon ik wel weggooien: er was allemaal zand
in gekomen.informeel
Het voornaamwoord allemaal heeft hier geen collectiverende
betekenis; het duidt een relatief grote
hoeveelheid van iets aan, meestal over een relatief grote
oppervlakte verspreid.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |