20.1.3.3.2 Een tegenwoordig deelwoord
Verder lezen
Tegenwoordige deelwoorden - wel te onderscheiden van adjectieven die in
vorm met tegenwoordige deelwoorden overeenkomen, zoals razend,
blijvend;
vergelijk
[6.2.3] - kunnen meestal niet als naamwoordelijk deel gebruikt
worden. Naast het spelende kind is bijv. niet mogelijk
het kind is spelend, naast de vertrekkende trein niet de trein is vertrekkend.
In een beperkt aantal gevallen komen tegenwoordige deelwoorden, al dan niet
vergezeld van een nadere bepaling, wel als naamwoordelijk deel voor. Ze
hebben dan meestal de vorm op -e. De betekenis is duratief of
soms inchoatief.
Tot de vaste uitdrukkingen kunnen gerekend worden:
doende
gaande
hangende en stervende
met een koppelwerkwoord (meestal zijn), bijv.:
1Vader was druk
doende.
2Het onderzoek is nog
gaande.
3Toen ze aankwamen, bleek de
patiënt al stervende (te zijn).
4Deze zaak is nog
hangende, de beslissing wordt binnenkort
genomen.
5We hebben nog
geen kamer gevonden, we zijn nog
zoekende.formeel
6Ik ben
bijzonder verlangend dat te
vernemen.formeel
7Hij was
lijdende aan een ongeneeslijke
ziekte.formeel
8Wij zijn
bericht wachtende.formeel
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |