1.4.5.2 De allomorfie van het verkleinwoordsuffix
De allomorfie van het verkleinwoordsuffix kan worden gezien in de volgende
verkleinwoorden:
Tabel 1.
allomorf -je (na plof- en wrijfklanken) | lip-je,krib-je; |
kant-je, hand-je; | |
hek-je, tak-je; | |
lief-je, druif-je; | |
klas-je, kaas-je; | |
lach-je, dag-je. | |
allomorf -etje (na een nasaal of liquida voorafgegaan door een ongespannen klinker met primaire of secundaire klemtoon) | bómm-etje, kolómmetje, stómm-etje; |
bónn-etje, bonbónn-etje, románn-etje, báritònn-etje, gámelànn-etje, cátamarànn-etje; | |
ríng-etje, seríng-etje, léérlìng-etje, wándelìng-etje, bóémeràng-etje; | |
béll-etje, libéll-etje, kristáll-etje, karaméll-etje; | |
kárr-etje, tórr-etje, sámowàrr-etje. | |
allomorf -pje (na een m, behalve in de context waar etje vereist is) | riem-pje, lichaam-pje, bodem-pje, helm-pje, album-pje. |
allomorf -kje (na een ŋ behalve in de context waar -etje vereist is) | konin-kje, palin-kje, harin-kje. |
allomorf -tje in alle overige gevallen | ree-tje, stroo-tje, ei-tje, touw-tje, leeuw-tje, maan-tje, traan-tje, wiel-tje, dier-tje, doctor-tje, professor-tje. |
Bij de allomorf -etje is aangegeven welke
lettergrepen primaire of secundaire klemtoon dragen. In het woord
bariton bijvoorbeeld draagt
de eerste lettergreep de hoofdklemtoon, en de laatste syllabe een secundaire
klemtoon, die het effect is van een ritmische regel van
klemtoontoekenning die zorgt voor een afwisseling van beklemtoonde en
onbeklemtoonde lettergrepen. Dit verklaart het verschil in allomorfkeuze tussen
doctor-tje en
boktorr-etje.
Doctor is een woord met
klemtoon op de eerste lettergreep;
boktor is een samenstelling
waardoor ook tor een (secundaire)
klemtoon draagt; in het woord
leerling draagt het suffix
-ing, dat een zelfstandig prosodisch
woord vormt, ook secundaire klemtoon, vandaar het verkleinwoord
leerlingetje.
Trommelen (1983: 48) merkt op dat sommige taalgebruikers de allomorf
-etje ook gebruiken voor
tweelettergrepige woorden als
wígwam en
kámpong:
wigwammetje,
kampongetje. Deze
woorden komen inderdaad voor op het internet. Dit is verklaarbaar als
die taalgebruikers de laatste lettergreep van deze woorden een
secundaire klemtoon geven. Omgekeerd komen varianten als
kauwgom-pje en
leerlin-kje voor.
Dit zou er op kunnen wijzen dat de desbetreffende taalgebruikers deze
woorden als ongeleed beschouwen, waardoor er geen secundaire klemtoon op
de tweede lettergreep komt (Van der Hulst 2008).
De allomorfie van het verkleinwoordsuffix kan voor een deel worden begrepen uit
de fonologie van het Nederlands. De keuze van de allomorfen -pje en -kje zorgt ervoor dat er
overeenkomst is in articulatieplaats tussen de beginmedeklinker van het suffix
en de slotmedeklinker van de stam, een geval dus van assimilatie van
articulatieplaats die zich ook voordoet bij nasale medeklinkers. De
keuze voor -je na een stam-finale obstruent zorgt
ervoor dat complexe consonantclusters worden vermeden: woorden als
*liptje of
*hektje zouden moeilijk
uitspreekbaar zijn. De vermijding van zulke clusters blijkt ook uit het feit dat
het verkleinwoord kastje doorgaans
dezelfde fonetische vorm krijgt als
kasje, namelijk
kɑsjə
of kɑʃə.
Vanwege die fonologische gemotiveerdheid van de allomorfie van het
verkleinwoordsuffix is wel voorgesteld om uit te gaan van een onderliggende vorm
/tjə/, en de andere vier allomorfen daarvan af te leiden door middel van
fonologische regels, die worden geconditioneerd door het morfologisch kenmerk
[verkleinwoord].
De hier besproken fonologische variatie doet zich ook voor bij een verwant
suffix, het adverbiale suffix -tjes, dat ook de
allomorfen -jes, -etjes en -pjes kent:
1gewoon-tjes, zacht-jes, still-etjes, stiekem-pjes
Enkele woorden hebben naast de verwachte allomorf nog een tweede vorm met een
andere allomorf:
Tabel 2. Onregelmatige verkleinwoorden
grondwoord | regelmatige vorm | onregelmatige vorm |
bloem | bloem-pje | bloem-etje |
brug | brug-je | brugg-etje |
heg | heg-je | hegg-etje |
Jan | Jann-etje | Jan-tje |
kip | kip-je | kipp-etje |
weg | weg-je | wegg-etje |
wiel | wiel-tje | wiel-etje |
Bij het woordpaar bloem-pje / bloem-etje is er betekenisverschil in die zin
dat alleen bloemetje gebruikt kan worden om een boeket bloemen aan te
duiden.
Eén onderliggende vorm voor de allomorfen van het
verkleinwoordsuffix?
Verdieping
Eén onderliggende vorm voor de allomorfen van het
verkleinwoordsuffix?
Er is een uitvoerige discussie in de literatuur over de mogelijke
manieren waarop de allomorfen van het verkleinwoordsuffix fonologisch
zouden kunnen worden afgeleid van één onderliggende vorm: Gussenhoven
(1978), Trommelen (1983), Van der Hulst 1984), Booij (1995), Van de
Weijer (2002), Van der Hulst (2008).
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juli 2020 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |