12.3.2.1.1 Het voorvoegsel be-
Met het onbeklemtoonde voorvoegsel, of prefix, be- worden
overgankelijke werkwoorden gevormd van andere werkwoorden, van adjectieven, en
van substantieven, zoals de werkwoorden
bebouwen,
bezuinigen en
bedijken laten zien.
Verder lezen
Be- + werkwoord
Het voorvoegsel be- toegevoegd aan een onovergankelijk werkwoord maakt het afgeleide werkwoord overgankelijk. De werkwoorden gevormd volgens dit productieve procedé hebben als gemeenschappelijk betekeniselement: ‘het richten van de door het basiswoord genoemde werking op een bepaalde zaak’. Zo wordt in zin (1) de werking die door het onovergankelijke werkwoord kijken genoemd wordt, gericht op de foto's (= lijdend voorwerp):
1We bekijken de foto's nauwkeurig.
Voorbeelden van zulke werkwoorden zijn:
2beademen, bediscussiëren, befietsen, beklimmen, beredeneren, berijden, bespreken
De combinatie van het voorvoegsel be- met een overgankelijk gebruikt
werkwoord resulteert in een nieuw overgankelijk werkwoord. In een paar gevallen
is hetzelfde lijdend voorwerp mogelijk bij zowel het afgeleide woord als bij het
basiswoord; dit is bijvoorbeeld het geval bij
begeleiden,
begroeten en
bekritiseren
(iemand
geleiden/begeleiden,
iemand
groeten/begroeten,
iemand
kritiseren/bekritiseren).
Er kan wel een betekenisverschil tussen de afgeleide vorm en het basiswoord
optreden.
De meeste werkwoorden die met het voorvoegsel be- zijn afgeleid van een overgankelijk werkwoord, vereisen een ander type lijdend voorwerp dan het basiswoord. Vergelijk bijvoorbeeld met elkaar:
3een huis bouwen / het land
bebouwen
water gieten / de planten
begieten met
water
verhalen schrijven /
gebeurtenissen
beschrijven
een lied zingen / heldendaden
bezingen
bomen planten / een helling
beplanten met
bomen
In de werkwoordelijke constituent een huis bouwen ontstaat het lijdend voorwerp als gevolg van de handeling, terwijl in het land bebouwen het lijdend voorwerp het land al bestaat. Hetzelfde semantisch contrast zien we in de woordparen schrijven/beschrijven en zingen/bezingen.
Be- + adjectief
Een klein aantal overgankelijke werkwoorden is opgebouwd uit het voorvoegsel be- plus een adjectief. Ze betekenen: ‘in de toestand brengen die het adjectief uitdrukt’. Het procedé is niet productief. Tot dit type behoren beangstigen, bevuilen en beveiligen. Onovergankelijk is bekoelen, met de betekenis 'in een koele toestand raken'.
Het onovergankelijke werkwoord bezuinigen is ook opgebouwd uit be- en een adjectief. De betekenis wijkt af van die van de genoemde werkwoorden. Dit werkwoord betekent namelijk 'zuiniger (gaan) doen', zoals in:
4Ook wij zullen moeten gaan bezuinigen.
Sommige van deze werkwoorden, zoals bevuilen, kunnen ook als afleidingen van een substantief beschouwd worden.
Be- + substantief
Het prefix be- kan een substantief als basiswoord hebben. De betekenis van zulke afleidingen is ‘voorzien van wat het substantief noemt’. Zo betekent bebossen ‘voorzien van bos’. Het procedé is productief. Voorbeelden zijn:
5bedijken, bedraden, bemannen, betegelen, bewegwijzeren, bezielen
Werkwoorden als bewapenen en bespikkelen, die zich naar de betekenis hierbij aansluiten, kunnen ook opgevat worden als afgeleid van een werkwoord.
Werkwoorden met de vorm
[be-[N-ig]###A###]###V###
Tabel i. Werkwoorden met de structuur
[be-N-ig]###V###
Tabel ii. Werkwoorden met de structuur
[be-[N-ig]###A###]###V###
Verdieping
Werkwoorden met de vorm
[be-[N-ig]###A###]###V###
Een speciale groep be-werkwoorden wordt
gevormd door werkwoorden met een stam met de vorm be-N-ig, die afgeleid zijn van
een substantief (N):
Tabel i. Werkwoorden met de structuur
[be-N-ig]###V###
substantief | afgeleid werkwoord |
eed | be-ëd-igen |
kost | be-kost-igen |
schade | be-schad-igen |
Er lijkt hier geen sprake te zijn van afleiding van het be-werkwoord van een adjectief op -ig, omdat adjectieven als
edig,
kostig, en
schadig niet
bestaan. Het ontstaan van dit patroon kan in verband gebracht worden met
het bestaan van be-werkwoorden waaraan
zowel een substantief als een adjectief op -ig kan worden gerelateerd:
Tabel ii. Werkwoorden met de structuur
[be-[N-ig]###A###]###V###
substantief | adjectief | werkwoord |
kracht | krachtig | be-kracht-ig-en |
moed | moedig | be-moed-ig-en |
vocht | vochtig | be-vocht-ig-en |
Bij dit soort woordfamilies kan er een directe
relatie gelegd worden tussen het werkwoord, formeel afgeleid van een
adjectief op -ig, en een substantief. Er is
als het ware een kortsluiting mogelijk in het patroon van betrekkingen
tussen verwante woorden. Er kan een paradigmatisch
dwarsverband aangenomen worden tussen bijvoorbeeld
kracht en
bekrachtigen.
Zie Booij & Audring (2018).
Op grond van de werkwoorden in Tabel ii kan de taalgebruiker
besluiten tot een woordvormingspatroon
[be-
[N-ig]###A###]###V###. Dit
patroon is de vereniging van twee
woordvormingsschema’s:
i[N-ig]###A### + [be-A]###V### =
[be-[N-ig]###A###]###V###
Literatuur
De Vries (1975), De Haas & Trommelen (1993: 66-72)
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |