Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
20.1.3.3.4 Een naamwoordelijke constituent met een voornaamwoord als kern
Verder lezen
Alleen zelfstandige voornaamwoorden kunnen als (kern van een naamwoordelijke constituent met de functie van) naamwoordelijk deel optreden. Hieronder volgen enkele voorbeelden met voornaamwoorden uit de in aanmerking komende categorieën:
  • persoonlijke voornaamwoorden:
    1(Bij het bekijken van een foto: ) De middelste op de voorste rij ben jij, het meisje rechts daarvan is zij van hiernaast en die stoere binken, dat zijn jullie.
    2A: (Wie is daar?) B: Ik ben het.
    3Als ik jou was, deed ik het.
    4A: (Is dat Jan?) B: Ja, het is 'm!
    Voor het gebruik van de onderwerps- of niet-onderwerpsvormen: zie [5.2.6].
    Voor de congruentie van naamwoordelijk deel en persoonsvorm: zie(20.2.3.1.i, sectie 2).
  • wederkerende voornaamwoorden met -zelf:
    5Hij is zichzelf niet meer.
    6Wees uzelf, zei ik tot iemand, maar hij kon niet, hij was niemand.
  • zelfstandige bezittelijke voornaamwoorden met een bepaald lidwoord:
    7Deze tas is de mijne.
    8Dit boek is het zijne.
    Deze mogelijkheid komt vooral in geschreven taal voor. Vergelijk met de voorbeelden 8 en 9 verderop.
    Opmerking
    Verdieping
    Opmerking
    In formeel-archaïsch en (met name in België) in regionaal taalgebruik kan ook een (bijvoeglijk) bezittelijk voornaamwoord als naamwoordelijk deel voorkomen (het is dan dus zelfstandig gebruikt), bijv.:
    iHet land is ons!formeel,regionaal
    iiDat is mijn., --
  • het aanwijzende voornaamwoord dat:
    9Rijk? Dat is hij zeker niet.
    10Je bent nog niet te dik, maar dat word je wel, als je zo doorgaat.
  • vragende voornaamwoorden:
    11Wie is deze meneer?
    12Wat wil jij later worden?
    13Wat zijn de kenmerken van de verbrandingsmotor?
  • betrekkelijke voornaamwoorden:
    14(De vrolijke prater) die hij vroeger was, (herkenden we niet meer in deze sombere zwijger.)
    15(Of dit boek inderdaad het standaardwerk is) dat het wil zijn, (zal de toekomst leren.)
  • onbepaalde voornaamwoorden:
    16Het was iemand van de directie.
    17Dat is me ook wat moois!
    18Het diner schijnt iets heel exclusiefs te worden.
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997
    Interessante links