1.1.3.2.3 De velaire plofklanken
k en
ɡ
De k kan worden
gespecificeerd door de volgende distinctieve kenmerken: [–sonorant, –stem,
–labiaal, –coronaal, +velair, –continuant]. De
ɡ
verschilt enkel qua stemhebbendheid van de
k, en
is dus [+stem].
De stemloze velaire plofklank
k kan
voorkomen in aanzetten met een of twee medeklinkers (zie de
voorbeelden in 1a). Het voorkomen van
k in
clusters van drie medeklinkers is beperkt tot een aantal Engelse leenwoorden en
wetenschappelijke termen, zoals in (1b). Verder kan
k
voorkomen in eenvoudige en complexe coda's, zoals in de
woorden in (2).
2rok, jurk
De ɡ is geen
oorspronkelijk Nederlands foneem maar een leenfoneem dat via leenwoorden in het
Nederlands overgenomen is, zoals in (3):
3goal ,
goulash
Een argument voor de foneemstatus van
ɡ in
het Nederlands is het bestaan van (bijna) minimale paren zoals
gang (met
ɡ)
‘jeugdbende’ ~ gang (met
ɣ)
‘doorloop’. Behalve als leenfoneem, komt
ɡ
voor als allofoon van
k als
resultaat van regressieve assimilatie van stem, zoals bijvoorbeeld in
zakdoek met de
fonetische vorm
zɑɡduk.
Aangezien ɡ
maar beperkt voorkomt in enkele leenwoorden, is het moeilijk om de precieze
distributie van dit foneem vast te leggen. Meestal verschijnt het echter in
eenvoudige aanzetten zoals in de woorden in (3). De klank komt niet voor aan het
woordeinde door de regel van Finale Verscherping.
Verder lezen
Articulatie
De k is een
stemloze en de
ɡ een
stemhebbende velaire plofklank. Velaire spraakklanken worden geproduceerd door
de tong tegen het zachte deel van het gehemelte (velum) te drukken; zie Figuur
1. De plaats van articulatie van
k kan
variëren naargelang van de klinker die erop volgt:
k
wordt meer naar voren uitgesproken (dus k̟
) voor voorklinkers en meer naar achteren
(dus k̠ )
voor achterklinkers.
Figuur 2 is een MRI-afbeelding van de
k in
kat.
Akoestische informatie
De k is een
stemloze en de
ɡ een
stemhebbende velaire plofklank. Nederlandse stemloze plofklanken hebben een
steminzettijd van ongeveer 20 ms, terwijl stemhebbende plofklanken een
steminzettijd hebben van ongeveer -80 ms.
Zie Slis & Cohen (1969).
tot -112 ms
Zie Van Alphen & Smits (2004).
Het onderscheid tussen stemloze en stemhebbende plofklanken en
steminzettijd
Verdieping
Het onderscheid tussen stemloze en stemhebbende plofklanken en
steminzettijd
Het onderscheid tussen stemloze en
stemhebbende
plofklanken wordt in de akoestische
fonetiek in verband gebracht met het begrip
steminzettijd (in het Engels
Voice Onset Time,
afgekort VOT). Als de
overgang van stilte naar geluid, dus het moment van explosie, bij
plofklanken als referentiepunt genomen wordt, dan geldt voor de
steminzettijd het volgende. In het geval van stemhebbende plofklanken
die aan het begin van een spraakuiting voorkomen, begint de
stembandtrilling al zo’n 30 tot 100 ms voor het moment van explosie. In
dat geval krijgt de steminzettijd een negatieve waarde van -30 tot -100
ms. Bij stemloze plofklanken begint de stembandtrilling pas op het
moment van explosie of erna; m.a.w. deze klanken hebben een
steminzettijd van 0 (referentiepunt) of hoger. Het tijdsinterval tussen
de explosie en het inzetten van stembandtrilling wordt dan opgevuld met
fluisterruis of aspiratie die dezelfde spectrale
samenstelling heeft als het stemhebbende klinkerdeel dat erop volgt. Een
negatieve steminzettijd betekent dus de aanwezigheid van
stembandtrilling tijdens de stille fase, terwijl een positieve
steminzettijd wijst op aspiratie.
Zie Rietveld & Van Heuven (2016: 235).
Tabellen 1 en 2 geven een aantal voorbeeldzinnen met
k in
verschillende fonologische contexten (aan het begin van een woord, tussen twee
klinkers, en aan het einde van een woord) voor het Nederlands-Nederlands en
Belgisch-Nederlands. De bijhorende spectrogrammen en geluidsbestanden worden
telkens gegeven.
Tabel 1. Geluidsbestanden, golfvormen en spectrogrammen voor /k/ in
verschillende fonologische contexten in het Nederlands-Nederlands.
Woordgroep | Fonologische context | Geluidsbestand | Golfvorm/spectrogram |
brood en kaas | woordinitieel | ||
die maken het mogelijk | intervocalisch | ||
de taak van de man | woordfinaal |
Tabel 2. Geluidsbestanden, golfvormen en spectrogrammen voor /k/ in
verschillende fonologische contexten in het Belgisch-Nederlands.
Woordgroep | Fonologische context | Geluidsbestand | Golfvorm/spectrogram |
tomaten en verse kaas | woordinitieel | ||
iedereen kan soep maken | intervocalisch | ||
tegen zijn taak | woordfinaal |
Literatuur
Slis & Cohen (1969), Collins & Mees (1984), Van Alphen & Smits
(2004), Rietveld & Van Heuven (2016).
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Kathy Rys | november 2020 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |