5.9.1 Inleiding
Verder lezen
1
In het hoofdstuk over de naamwoordelijke constituent wordt een onderscheid
gemaakt tussen bepaalde en onbepaalde naamwoordelijke
constituenten
[14.3.1]. De termen 'bepaald' en 'onbepaald
worden daar in een welomschreven betekenis gebruikt. Ze hebben betrekking
op het wel (bepaald) of niet (onbepaald) geïdentificeerd zijn van
zelfstandigheden.
In de traditionele benaming 'onbepaald voornaamwoord' wordt 'onbepaald' op een andere wijze
gebruikt. De term geeft hier aan dat het aantal van iets niet nader gespecificeerd wordt en
heeft dus betrekking op de hoeveelheidsaanduiding(zie 14.3.1, sectie
2), Opmerking. Een onbepaald voornaamwoord hoeft, anders dan de
term suggereert, niet per se op een onbepaalde naamwoordelijke constituent te wijzen.
De gecursiveerde woorden in de volgende zinnen zijn voorbeelden van
onbepaalde voornaamwoorden:
1Iedereen
spreekt tegenwoordig over het milieu.
2Er heeft vanmorgen
iemand opgebeld.
3Ik heb iets
vergeten.
4Ik
heb vanmorgen enkele bezoekers ontvangen.
Allen toonden zich na afloop van het gesprek zeer
tevreden.
5Sommige mensen
vinden wiskunde niet leuk.
Binnen de toch al heterogene categorie van de voornaamwoorden vormen de
onbepaalde voornaamwoorden wel de meest heterogene groep. Als een algemene
overkoepelende karakterisering van onbepaalde voornaamwoorden zou de
volgende omschrijving kunnen dienen: voornaamwoorden die geen precieze
informatie geven over de hoeveelheid van de zelfstandigheden waarnaar ze
verwijzen.
In verschillende grammatica's worden niet altijd dezelfde woorden als
onbepaald voornaamwoord beschouwd. In de ANS is de grens nogal
ruim getrokken en zijn verschillende woorden als onbepaald voornaamwoord
behandeld die elders tot een andere categorie voornaamwoorden of tot een
andere woordsoort (bijv. tot de onbepaalde telwoorden) gerekend worden.
Bovendien worden hier niet alleen woorden, maar ook in betekenis verwante
groepen van woorden besproken. Daar staat dan weer tegenover dat wij
men (en de op overeenkomstige wijze gebruikte voornaamwoorden
je, we etc.) niet tot de onbepaalde
voornaamwoorden gerekend
hebben
[5.2.9].
2
Uit de gegeven voorbeelden moge duidelijk geworden zijn dat er zelfstandige
(zie de zinnen 1 t/m
3 evenals allen in
4) en niet-zelfstandige
(enkele in 4 en
sommige in 5)
onbepaalde voornaamwoorden bestaan en dat ze binnentekstelijk
(allen in 4) en
buitentekstelijk (de andere gevallen) kunnen verwijzen.
Binnen de categorie van de onbepaalde voornaamwoorden tekent zich duidelijk
een subcategorie af, waartoe bijv.
ieder
elk
alle en
allemaal
behoren, en die hier als
'collectiverende onbepaalde voornaamwoorden' in één
subparagraaf
[5.9.2] is ondergebracht. Semantisch komen de tot deze subcategorie
behorende voornaamwoorden hierin overeen, dat ze de zelfstandigheden
waarnaar ze verwijzen, als 'collectief', in hun totaliteit aanduiden.
Syntactisch vertonen ze de eigenaardigheid dat ze predicatief gebruikt
kunnen worden. In deze twee opzichten onderscheiden ze zich van de andere
onbepaalde voornaamwoorden die hier 'niet-collectiverend' genoemd
worden. Vergelijk:
De niet-collectiverende onbepaalde voornaamwoorden worden behandeld in een
aparte
subparagrafen
[5.9.3]. Ze zijn gegroepeerd op grond van bepaalde semantische en/of
syntactische overeenkomsten, die echter niet tot een strakke indeling
leiden.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |