3.5.2.1 Algemene opmerkingen
Verder lezen
1
De overgrote meerderheid van de Nederlandse substantieven heeft een
meervoud op -en. Deze uitgang wordt in de standaardtaal
doorgaans uitgesproken als een sjwa; vóór een klinker dikwijls als sjwa +
n. De uitspraak als sjwa + n in alle mogelijke
posities is ofwel als een geografisch bepaalde variant (die met name in het
noordoostelijke deel van Nederland voorkomt) ofwel als 'leesuitspraak' te
beschouwen.
Bij woorden die eindigen op een korte klinker gevolgd door één medeklinker
moet bij regelmatige meervoudsvorming rekening gehouden worden met de
spellingsregel die verdubbeling voorschrijft van de letter waardoor de
volgende medeklinker wordt weergegeven. De korte klinkers treffen we aan in
de woorden kam,
mes,
pil,
hok en
put. De meervoudsvormen hiervan
zijn kammen,
messen,
pillen,
hokken en
putten.
Bij woorden die eindigen op één medeklinker, voorafgegaan door een van de
klinkers die voorkomen in de woorden
paal,
keel,
boom en
fuut (lange klinkers genoemd),
moet bij regelmatige meervoudsvorming rekening gehouden worden met de
spellingsregel die voorschrijft dat de klinkers die in een gesloten
lettergreep (eindigend op een medeklinker) met tweemaal dezelfde letter
geschreven worden, in een open lettergreep (eindigend op een klinker) met
éénmaal deze letter worden gespeld. De genoemde woorden hebben dus in het
meervoud de vorm palen,
kelen,
bomen en
futen.
2
Tot de woorden die een meervoud op -en krijgen, behoren:
-
de woorden die eindigen op een tweeklank of een -ee (in oorspronkelijk Nederlandse woorden), bijv.:galei - galeien, bij - bijen, mouw - mouwen, klauw - klauwen, ui - uien, haai - haaien, kooi - kooien, boei - boeien, leeuw - leeuwen, kieuw - kieuwen, zwaluw - zwaluwen; zee - zeeën, twee - tweeën.
Bij woorden die op
-ei
,
-ui
of
-ee
eindigen, treedt vóór de uitgang
-en
in de uitspraak een
j
-klank op. (Vergelijk hiermee de meervouden van
koe en
vlo, waarbij deze
overgangsklank als
i
gespeld wordt(zie 3.5.4.4, sectie 1), evenals het meervoud van woorden op
-u
en
-eu
(zie
3.5.3, Opmerking 2).)
-
de woorden die op een van de volgende achtervoegsels eindigen: -ant, bijv. notulanten;-dom, bijv. rijkdommen;-ent, bijv. opponenten;-erik, bijv. stommeriken;-es, bijv. prinsessen;-heid (met verandering van klinker), bijv. bijzonderheden;-ij, bijv. maatschappijen;-iaan (-aan), bijv. Italianen, Dominicanen;-iet, bijv. travestieten;-in, bijv. boerinnen;-ing, bijv. woningen;-ist, bijv. violisten;-iteit, bijv. calamiteiten;-ling (-eling), bijv. leerlingen, dorpelingen;-nis (-enis), bijv. hindernissen, beeltenissen;-schap, bijv. wetenschappen;-theek, bijv. apotheken, bibliotheken;alsmede de meeste substantieven die eindigen op: -iek, bijv. fabrieken, republieken, rubrieken;
-
gesubstantiveerde adjectieven, bijv.:(een) geheim - geheimen, (een) intellectueel - intellectuelen, (een) periodiek - periodieken(zie ook [3.5.5.1] (categorie [3]));OpmerkingVerdiepingOpmerkingOp deze manier kunnen ook meervouden gevormd worden van gesubstantiveerde kleuradjectieven. Worden hiermee kleurstoffen of andere materialen in een bepaalde kleur aangeduid, dan is het gebruik van zulke meervoudsvormen vrijwel beperkt tot vaktaal, bijv.:iWe hebben diverse blauwen in voorraad. (= 'diverse soorten blauw')Dergelijke meervouden zijn te onderscheiden van algemenere gebruiksgevallen als (de) blauwen, (de) groenen, (de) roden, (de) zwarten, ter aanduiding van aanhangers van een bepaalde politieke partij of een ideologie of mensen van een bepaald ras.
-
zeer veel (andere) woorden die eindigen op een medeklinker.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |