Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
12.3.2.2.2 Het achtervoegsel -el
Het achtervoegsel, of suffix, -el komt voor in veel werkwoorden, maar het is nauwelijks productief te gebruiken. Van Dales Woordenboek van Hedendaags Nederlands noemt bijna 300 werkwoorden van dit type.
Zie ook De Jager (1875), een woordenboek van frequentatieve werkwoorden.
De betekenisbijdrage van het suffix kan worden omschreven als ‘verzwakking’ of ‘verkleining’ (historisch gezien is -el een verkleinwoordsuffix). Zo duidt krabbelen een minder intensieve handeling aan dan krabben. Door de verlaging van de intensiteit van een handeling treedt tegelijkertijd vaak een betekeniscomponent van herhaling op: krabbelen is herhaald licht krabben. Daarom worden veel van deze werkwoorden aangeduid als frequentatieven.
Er zijn twee groepen werkwoorden met het suffix -el:
  1. werkwoorden afgeleid van een werkwoord of zelfstandig naamwoord zoals hinkelen (van het werkwoord hinken), nestelen (van het substantief nest), en rijmelen (afgeleid van het werkwoord rijmen of het substantief rijm);
  2. werkwoorden gebaseerd op een wortel, zoals foezelen, rammelen en wankelen. Voor deze werkwoorden is synchroon geen basiswoord aan te wijzen;
Daarnaast zijn er werkwoorden die eindigen op -el, en toch niet zijn afgeleid met het suffix -el, maar door conversie zijn afgeleid van een substantief of adjectief op -el zoals borstelen (van borstel) en dartelen (van dartel).
Het suffix -el wordt ook gebruikt in prefixwerkwoorden en samenkoppelingen, zoals in bedisselen, verschrompelen en aftroggelen.
Meerdere analysemogelijkheden
Verdieping
Meerdere analysemogelijkheden
Voor een aantal werkwoorden is het moeilijk uit te maken hoe ze precies gevormd zijn, omdat er meerdere mogelijkheden zijn. Zo kan het werkwoord druppelen zijn afgeleid van het werkwoord druppen, van het substantief drup, of van het substantief druppel (dat zelf afgeleid is van drup met behulp van het suffix -el, dat ook voorkomt in substantieven). We komen dus regelmatig woordfamilies tegen, waarvan de leden naar vorm en betekenis verwant zijn, maar zonder dat we ondubbelzinnig de wijze van afleiding kunnen vaststellen.
Zie De Haas & Trommelen (1993: 345), Booij & Audring (2018).
Hoewel het suffix -el niet productief is, worden er incidenteel wel nieuwe werkwoorden mee gevormd. Een voorbeeld is het werkwoord vergrijzelen uit het gedicht Winterstilte van Jacqueline van der Waals: De grond is wit, de nevel wit / De wolken, waar nog sneeuw in zit / Zijn wit, dat zacht vergrijzelt / Het fijngetakt geboomte zit / Met witten rijp beijzeld.
Verder lezen
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Geert Booij juni 2022
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html;
    Interessante links