Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
6.1.4 Bijwoordelijk gebruik van adjectieven
Adjectieven die een werkwoord, bijwoord of ander adjectief kwalificeren, noemen we adverbiaal of bijwoordelijk gebruikt. In (1a)-(1c), bijvoorbeeld, zeggen de adjectieven hard, slecht en verontwaardigd iets over een werkwoord. Ze vervullen de functie van bijwoordelijke bepaling (van hoedanigheid). In de traditionele grammatica worden deze bijwoordelijk gebruikte adjectieven bijwoorden genoemd.
1aIk werk hard, maar heb ook een leven naast het tennis.
CHN
bWant ze ziet slecht en kan niet meer lezen, wat ze graag deed.
CHN
cDe minister van Cultuur keek verontwaardigd.
CHN
In (2) kwalificeren de adjectieven vrij en ontzettend een bijwoord, en in (3) kwalificeren de adjectieven fysiek, bijzonder en goed een ander adjectief. In deze gevallen fungeren ze als voorbepaling: in een bijwoordelijke constituent in (2) en in een adjectivische constituent in (3).
2aDe lammeren krijgen vrij gauw longontsteking.
CHN
bWij kwamen hier ontzettend vaak op bezoek.
CHN
3aHet nationale team van IJsland schijnt een fysiek sterke ploeg te zijn.
CHN
bDe belangstelling was bijzonder groot.
CHN
cHet windmolenpark is vanaf het strand goed zichtbaar.
CHN
In tegenstelling tot bijvoorbeeld het Engels, waarin bijwoorden van adjectieven worden afgeleid met het achtervoegsel -ly (bijvoorbeeld quickquickly), zijn adverbiaal gebruikte adjectieven in het Nederlands niet aan hun vorm te herkennen. Deze adjectieven hebben dezelfde vorm als predicatief gebruikte adjectieven, zoals geïllustreerd wordt in (4a) en (4b); ze verschillen wel van attributief gebruikte adjectieven die een buigings-e krijgen, zoals in (4c).
Op basis van dit verschil argumenteren Diepeveen & Van de Velde (2010) dat het Nederlands en ook het Duits een ander onderscheid maken in hun woordsoortsysteem dan het Engels: terwijl het Engels een duidelijk onderscheid maakt tussen adjectieven en bijwoorden, maken het Nederlands en het Duits eerder een onderscheid tussen modificeerders op het niveau van de nominale constituent (meer specifiek attributief gebruikte adjectieven) en modificeerders op het niveau van de deelzin (namelijk adverbiaal en predicatief gebruikte adjectieven).
4aHij praat hard.adverbiaal
bDe appel is hard. predicatief
cEen harde appel is lekker. attributief
Adverbiaal gebruikte superlatieven: het snelst
Verdieping
Adverbiaal gebruikte superlatieven: het snelst
Een bijzonderheid van adverbiaal gebruikte superlatieven is dat die altijd bestaan uit een combinatie van het + de overtreffende trap van het adjectief, zoals in (i). Dit geldt ook voor predicatief gebruikte superlatieven.
iaOp één eiwit reageerden de slangen het heftigst.
CHN
bSchimmels ontwikkelen zich het snelst bij hoge temperaturen.
CHN
Verder lezen
Vormen op -(e)lijk
Er zijn een aantal vormen waarbij er wel een morfologisch verschil is tussen adjectieven en hun als bijwoord gebruikte tegenhanger, waarbij het bijwoord steeds de vorm op -(e)lijk heeft, zoals te zien is in Tabel 1. Overigens kan in veel van deze gevallen ook de vorm zonder -(e)lijk bijwoordelijk gebruikt worden, denk aan iemand vals beschuldigen of zich vrij bewegen.
We kunnen aan Tabel 1 ook nog de volgende, veel minder frequente gevallen toevoegen: abusievelijk – abusief, respectievelijk – respectief en successievelijk – successief. Respectievelijk wordt vaak ook als adjectief gebruikt (bijv. dat lees je in de respectievelijke hoofdstukken). Dit gebruik is tegenwoordig algemeen aanvaard; zie Taaladvies.net .
Tabel 1. Bijwoorden vs. adjectieven: enkele vormen met morfologische verschillen.
Bijwoord Adjectief
vagelijk (bijv. iets vagelijk vermoeden) vaag (bijv. een vaag vermoeden)
valselijk (bijv. iemand valselijk beschuldigen) vals (bijv. een valse verkoper)
voornamelijk (bijv. we hebben voornamelijk wijn gedronken) voornaam (bijv. daar zit voornaam gezelschap)
vrijelijk (bijv. hij mocht zich vrijelijk bewegen) vrij (bijv. hij is een vrij man)
wijselijk (bijv. ik heb wijselijk gezwegen) wijs (bijv. een wijs besluit)
Vormen op -(e)lijk zijn echter niet noodzakelijk bijwoorden. Vormen op -(e)lijk die zijn afgeleid van werkwoorden of substantieven zijn bijvoorbeeld meestal adjectieven, zoals in verwerpelijke daden, ongeneeslijke ziekten, ik vind dat onvergeeflijk en een deugdelijk boek.
Vormen op -jes
Ook verkleinwoordvormen van adjectieven, zoals warmpjes en stilletjes, zijn niet altijd bijwoorden. Deze vormen geven aan het betreffende adjectief een affectieve of ironische betekenis. De voorbeelden in (5) illustreren het bijwoordelijk gebruik van adjectieven in de verkleinvorm; ze kunnen ook predicatief gebruikt worden:
5aNederland werd er fijntjes aan herinnerd dat er een goede helikopter te koop is in Frankrijk.
CHN
bDe bankdochters van de verzekeraars steken met hun marktaandelen povertjes af bij de grote banken.
CHN
cZe komen niet altijd netjes opdagen als jij een opnamedag hebt gepland.
CHN
Literatuur
Barbiers (1995); Vanden Wyngaerd (1998); Vandeweghe (2004); Diepeveen & Van de Velde (2010); Broekhuis (2013);
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taaladvies
    Dagenta
    Taalportaal
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Kathy Rys november 2024 Een tussentijdse versie van dit hoofdstuk werd van commentaar voorzien door Maaike Beliën, Thomas Haga, Priscilla Heynderickx en Jack Hoeksema. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit hoofdstuk berust bij de redacteur(en).
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 6,../../data/archief/ans2/e-ans/06/body.html;
    Interessante links