21.3.6.1 Inleiding
Verder lezen
De algemene regel dat maar één enkel zinsdeel(stuk) op de plaats vlak vóór
de voor-pv kan staan
(eenzinsdeelsregel;
zie
[21·3·1·1/1]), is niet absoluut. In een aantal gevallen kunnen wel
degelijk twee of meer verschillende elementen op de eerste zinsplaats staan.
Soms zijn die elementen als een soort eenheid op te vatten. We
onderscheiden hieronder combinaties van een voegwoordelijk bijwoord en een
(ander) zinsdeel
(zie
[21·3·6·2]), combinaties van een deel van het gezegde met een of
meer zinsdelen
(zie
[21·3·6·3]) en een aantal andere gevallen
(zie
[21·3·6·4]).
Er dient op gewezen te worden dat zinnen als de volgende:
1Lutgart, mijn
zus, |komt| me volgende week op|zoeken.|
2Die boeken, een erfstuk
van zijn grootvader, |heeft| hij voor grof geld |verkocht.
|
geen uitzondering vormen op de eenzinsdeelsregel voor de eerste zinsplaats.
Het gecursiveerde gedeelte van die zinnen bevat tussen de komma's een
bijstelling, die als nadere bepaling respectievelijk bij
Lutgart en boeken onderdeel is van een grotere
naamwoordelijke constituent.
Zie
[14·5·3·2].
Ook gevallen als 3, waarin het
zinsdeel op de eerste zinsplaats een focuspartikel bij zich heeft, rekenen
wij niet tot de uitzonderingen op de eenzinsdeelsregel:
3Zelfs een
kind |begrijpt| zoiets.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |