Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
11.3.1 Tussenwerpsels vóór de zin
Wordt een tussenwerpsel gecombineerd met een zin, dan staat het er meestal voor.
1Tussenwerpsel vóór de zin
aNee, in dat soort dingen geloof ik helemaal niet.
CHN
bO, wat was ik toen trots op haar.
cSorry, doe maar alsof ik dat niet gezegd heb.
dGoh, waar moet ik beginnen?
CHN
eAmai, ’k heb honger zeg. in BN, ST? Deze vorm komt geregeld voor in (informele) standaardtalige contexten in België, maar het is onduidelijk in hoeverre die deel uitmaakt van de (informele) standaardtaal. Van Dale (Den Boon, Hendrickx & Van der Sijs 2022) classificeert amai als spreektalig, wat in Van Dale overeenkomt met niet-standaardtalig.
fJeetje, wat baalde ik. vooral in NN Deze vorm komt af en toe voor in (informele) standaardtalige contexten, vooral in Nederland.
gWel, 'k heb hem nog niet gezien de laatste tijd. vooral in België Dit gebruik komt geregeld voor in (informele) standaardtalige contexten, vooral in BelgIë.
hNou, ’t zijn problemen die men nu ook heeft. vooral in Nederland Dit gebruik komt geregeld voor in (informele) standaardtalige contexten, vooral in Nederland.
variatiepopupteksten nog aanvullenIn de geschreven taal wordt het tussenwerpsel dan als het eerste woord behandeld: het krijgt een hoofdletter en wordt meestal gevolgd door een komma; de ‘eigenlijke’ zin begint dan niet met een hoofdletter. In de gesproken taal valt er doorgaans een pauze en/of een intonatiebreuk tussen het tussenwerpsel en de zin.
Dat wil zeggen dat de spreker binnen de uiting met een nieuwe intonationele frase begint na het tussenwerpsel.
De tussenwerpsels ja, jawel, welja, nee(n), welnee, nja enz., als reactie op een vraag of uitspraak, kunnen voorafgaan aan een zin die de uitdrukkelijke formulering bevat van wat door het tussenwerpsel wordt aangegeven:
2aHeb je ook gebungeejumpt? – Nee, dat heb ik niet gedaan.
bHé, dat mag niet, hè? – Jawel, dat mag wel.
cVindt u dat de leerkracht geschiedenis punten moet aftrekken voor spellingfouten? – Nja, dat vind ik wel.
Verder lezen
Tussenwerpsels en de eerste zinsplaats
Omdat tussenwerpsels geen zinsdeel zijn en dus buiten de grammatische structuur van de zin staan, komen ze niet op de eerste zinsplaats voor, maar gaan ze eraan vooraf. In (3a) bijvoorbeeld staat het onderwerp ik op de eerste zinsplaats, namelijk voor de persoonsvorm vind, en het tussenwerpsel och gaat daaraan vooraf; och op de eerste zinsplaats in (3b) geeft geen goede zin:
3aOch, ik vind ze zo verschrikkelijk.
bOch vind ik ze zo verschrikkelijk.uitgesloten
Tussenwerpsel of bijwoord?
Verdieping
Tussenwerpsel of bijwoord?
Sommige woorden kunnen niet alleen als tussenwerpsel maar ook als bijwoord fungeren. Dit geldt bijvoorbeeld voor helaas, god(zij)dank en (na)tuurlijk. Als tussenwerpsel staan ze voor de zin, zoals in (i). Maar als bijwoord maken ze onderdeel uit van de zin en kunnen ze dus op de eerste zinsplaats staan, zoals in (ii).
iTussenwerpsel voor de eerste zinsplaats
iaGoddank, het is voorbij.
CHN
bHelaas, dat klopt niet.
CHN
cNatuurlijk, iedereen mag geloven wat hij wil.
CHN
iiBijwoord op de eerste zinsplaats
iiaGoddank is het voorbij.
CHN
bHelaas klopt dat niet.
CHN
cNatuurlijk mag iedereen zijn geloof belijden.
CHN
Tussenwerpsel voor een ander tussenwerpsel of aanspreking
Tussenwerpsels kunnen voorafgaan aan zinnen en zinsequivalenten, dus ook aan andere tussenwerpsels, zoals in (4), en aan aansprekingen, zoals in (5). Groetformules en tussenwerpsels als antwoord (bijvoorbeeld ja en nee) worden vaak gecombineerd met een aanspreking:
4Tussenwerpsel voor een ander tussenwerpsel
4aAch, welnee!
CHN
bJa, sorry, sorry.
CHN
cHad je echt niks door? – Nee joh, ik wist niet wat ik meemaakte.
CHN
dO bah, dat is echt heel vervelend.
CHN
5Tussenwerpsel voor een aanspreking
5aGoedemorgen, Agnes. – Goedemorgen, Max.
CHN
bHa Dirkje, hee Hans, leuk dat jullie er weer zijn!
CHN
cJa, mevrouw, dat is zo.
CHN
dBedoel je dat soms niet? – Nee meneer, dat bedoel ik zéker niet!
CHN
eSst, jongens, kalm nu.
CHN
fAch vaderlief (toe drink niet meer)
CHN
Tussenwerpsel ten opzichte van de aanloop
Bevat een zin een aanloop, dan kunnen sommige tussenwerpsels daar nog voor staan, maar ook erachter. In het laatste geval staan ze dan nog wel vóór de eigenlijke zin:
6Tussenwerpsel vóór de aanloop
6aAch, die nietsnutten, die moeten er ook zijn.
CHN
bJa, die oorlog, die heeft heel wat kapot gemaakt.
CHN
cTja, die voorwaarden, die kent Arnold Michielsen.
CHN
7Tussenwerpsel na de aanloop, vóór de eigenlijke zin
7aDie jongens, ach, die maken daar nu zo'n drukte om.
CHN
bDie stilte, ja, die moet indrukwekkend zijn geweest.
CHN
cDie twijfels, tja, die kan ik toch niemand kwalijk nemen.
CHN
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Ton van der Wouden mei 2024
    Interessante links