11.3.1 Tussenwerpsels vóór de zin
Wordt een tussenwerpsel gecombineerd met een zin, dan staat het er meestal voor.
variatiepopupteksten nog
aanvullenIn de geschreven taal wordt het tussenwerpsel dan als
het eerste woord behandeld: het krijgt een hoofdletter en wordt meestal gevolgd
door een komma; de ‘eigenlijke’ zin begint dan niet met een hoofdletter. In de
gesproken taal valt er doorgaans een pauze en/of een intonatiebreuk tussen het
tussenwerpsel en de zin.
Dat wil zeggen dat de spreker binnen de uiting met een nieuwe intonationele frase begint na het
tussenwerpsel.
De tussenwerpsels ja,
jawel,
welja,
nee(n),
welnee,
nja enz., als reactie op een
vraag of uitspraak, kunnen voorafgaan aan een zin die de uitdrukkelijke
formulering bevat van wat door het tussenwerpsel wordt aangegeven:
Verder lezen
Tussenwerpsels en de eerste zinsplaats
Omdat tussenwerpsels geen zinsdeel zijn en dus buiten de
grammatische structuur van de zin staan, komen ze niet op de eerste
zinsplaats voor, maar gaan ze eraan vooraf. In (3a) bijvoorbeeld
staat het onderwerp ik op de eerste zinsplaats, namelijk voor
de persoonsvorm vind, en het tussenwerpsel och gaat daaraan vooraf;
och op de
eerste zinsplaats in (3b) geeft geen goede zin:
Tussenwerpsel of bijwoord?
Verdieping
Tussenwerpsel of bijwoord?
Sommige woorden kunnen niet alleen als tussenwerpsel
maar ook als bijwoord fungeren. Dit geldt bijvoorbeeld voor
helaas, god(zij)dank en
(na)tuurlijk.
Als tussenwerpsel staan ze voor de zin, zoals in (i). Maar als
bijwoord maken ze onderdeel uit van de zin en kunnen ze dus op de
eerste zinsplaats staan, zoals in (ii).
Tussenwerpsel voor een ander tussenwerpsel of aanspreking
Tussenwerpsels kunnen voorafgaan aan zinnen en zinsequivalenten,
dus ook aan andere tussenwerpsels, zoals in (4), en aan aansprekingen, zoals in
(5). Groetformules en tussenwerpsels als antwoord (bijvoorbeeld ja en nee) worden vaak
gecombineerd met een aanspreking:
Tussenwerpsel ten opzichte van de aanloop
Bevat een zin een aanloop, dan kunnen sommige tussenwerpsels daar nog voor staan, maar
ook erachter. In het laatste geval staan ze dan nog wel vóór de eigenlijke
zin:
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Ton van der Wouden | mei 2024 |