Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
7.3 Breukgetallen
Breukgetallen (breuken) worden gebruikt om het aantal telbare eenheden (bijv. mensen, dingen of gebeurtenissen) ten opzichte van een geheel aan te duiden en bestaan uit een hoofdtelwoord gevolgd door een rangtelwoord. Ze komen voor als determinator in een nominale constituent (1-2), maar kunnen ook zelfstandig gebruikt worden (3):
1Doe er twee theelepels grove mosterd bij en een achtste liter slagroom.
2De inflatie was twee tiende procent lager dan het jaar ervoor.
3Drie vierde van de leden stemde voor.
Het hoofdtelwoord representeert de teller en het rangtelwoord de noemer van de breuk.
De betekenis van breukgetallen
Verdieping
De betekenis van breukgetallen
De betekenis van breukgetallen is multiplicatief, er is namelijk sprake van vermenigvuldiging: twee derde (2/3) komt eigenlijk overeen met 2 * 1/3. De rangtelwoorden die in breukgetallen worden gebruikt, duiden dus niet het rangnummer van een entiteit in een geordende reeks aan, maar hebben een eigen betekenis. Bij complexe breukgetallen, zoals zeven (en) drie kwart is de betekenis van het tweede deel multiplicatief, maar de betekenis van het geheel is additief, namelijk 7 3/4 = 7 + (3*(1/4)).
Een kan in het algemeen uitgesproken worden als 'n, met een ə (sjwa), of als één, met de gespannen klinker e (maar bij combinaties als 1 1/3 als één één derde). Combinaties als vijf honderdenderde (5/103) en negen duizend zeventiende (9/1017) komen in de praktijk alleen in de wiskunde voor.
Voor de vorm één tweede (1/2) wordt meestal de uitdrukking een half/halve gebruikt (met een uitgesproken met een sjwa), en voor één vierde (1/4) een kwart (en twee kwart (2/4), drie kwart (3/4)):
4een half uur, een halve cirkel, een kwart eeuw, drie kwart jaar
1 1/2 wordt gelezen als anderhalf.
Bij combinaties van hele getallen met een half of een kwart (bijv. drie en een half (3 1/2), drie en een kwart (3 1/4)) is het voegwoord en verplicht:
5De Hollanders gaven ons drie en een half miljard om er iets moois van te maken.
6De dader heeft uiteindelijk vijf en een kwart jaar vastgezeten.
In de combinatie met half is het mogelijk om het lidwoord een te laten vallen. Het deel en wordt steeds uitgesproken met een sjwa.
7twee en een half / tweeënhalf
acht en een half / achtenhalf
In combinaties van hele getallen met andere breukgetallen is en facultatief, bijvoorbeeld:
823 3/10: drieëntwintig drie tiende / drieëntwintig en drie tiende
97 3/4: zeven drie kwart / zeven en drie kwart
Verder lezen
Gebruik als determinator in een nominale constituent
In uitingen als twee tiende procent of driekwart eeuw fungeren de breukgetallen twee tiende en driekwart als determinerend element bij een substantief. Andere voorbeelden zijn:
10De dollar was woensdagochtend twee tiende cent lager.
11Dit kost de leerlingen twee tot drie tiende punt.
Deze voorbeelden laten zien dat het substantief na breukgetallen in het enkelvoud staat, zoals ook in vier en een halve alinea en anderhalve bladzijde.
Een combinatie van een heel getal met een breukgetal staat in zijn geheel vóór het substantief waar het bij hoort, zoals te zien is in voorbeelden 12-13.
12Hij liep de afstand in drieëntwintig (en) drie tiende seconde.
13De brug heeft een rijvlak van zes en een halve meter.
In het Belgisch-Nederlands kan er ook een splitsing optreden, zoals voorbeelden 14-15 laten zien, al behoort dat gebruik niet tot de standaardtaal.
14Ze is niet veel langer dan tien meter en ze is drie meter en een half breed. in BN: -ST Deze constructie komt (af en toe) voor in standaardtalige contexten in het Belgische Nederlands maar maakt geen deel uit van de standaardtaal. Ook volgens Taaladvies.net   is hij geen standaardtaal.
15Een busreis van twee uur en een half is al geen pretje. in BN: -ST Deze constructie komt (af en toe) voor in standaardtalige contexten in het Belgische Nederlands maar maakt geen deel uit van de standaardtaal. Ook volgens Taaladvies.net   is hij geen standaardtaal.
Bij plaatsing vóór een substantief of een equivalent daarvan wordt half in de genoemde combinaties verbogen zoals de adjectieven, bijvoorbeeld zes en een halve meter vs. zes en een half procent.
Broekhuis & Den Dikken (2012: 893) zien dit als een argument om aan te nemen dat half en kwart wellicht niet als breukgetallen beschouwd moeten worden.
Zelfstandig gebruik van breukgetallen
Breukgetallen kunnen ook zelfstandig gebruikt worden, bijvoorbeeld:
16Bij de fusie verdwijnt bijna een vijfde van het personeel.
Beschouwt men de breuk als één geheel, dan blijft de noemer van de breuk onveranderd, zoals in 17-18. Als zo’n breuk onderwerp van de zin is, dan komt de persoonsvorm in het enkelvoud te staan, zoals in beide voorbeelden het geval is.
17Twee derde van de tekst bestond uit de klassieke gemeenplaatsen over leerkrachten.
18Een tiende van de kinderen tussen zeven en vijftien jaar heeft geen toegang tot het verplichte basisonderwijs.
Bij zelfstandig gebruik van breukgetallen waarvan de teller twee of meer is, kan de noemer in het meervoud staan, zoals in de voorbeelden 19-21. Soms wil men in dergelijke gevallen de nadruk leggen op de afzonderlijke (gelijke) delen van de breuk. Als zo’n breukgetal onderwerp van de zin is, zoals in voorbeeld 21, dan komt de persoonsvorm in het meervoud te staan.
19Ze werkte al tien jaar met weekcontracten, omdat het de enige manier was om drie vijfden te werken.
20De Wilrijkenaar staat op drie tienden van een seconde van de derde plaats en behoudt dus alle kansen op een medaille.
21Vier vijfden van het kapitaal waren verloren gegaan.
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Kathy Rys november 2023
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 7,../../data/archief/ans2/e-ans/07/body.html;
    Interessante links
    breukgetalbreuk